Kuka komt met zevenassige mobiele robot

Op de jongste ‘Schweissen und Schneiden' lieten constructeurs robots zien met interne nutsleidingen voor veiliger werken. Ook is de trend ingezet om robots dichter bij de operator op de vloer te brengen. Kuka testte de markt met een robot-assistent in een pick & place-toepassing die niet meer achter het veiligheidsscherm moet. Kuka liet met de Light Built Robot-Intelligent Industrial Working Assistant (LBR-IIWA) een mobiele zevenassige robot zien. Het toestel, dat in twee versies komt - 7 en 14 kg hefvermogen - staat op een rol-platform zodat het van de ene bewerkingsmachine naar de andere gereden kan worden om er te assisteren.

Eenarmige robot voor weinig geld

Terwijl wij nog even nadenken over de mogelijkheden van een rijdende robot met slechts één arm, hebben we hier alle informatie over de UBR-1. De UBR-1 is het geesteskind van het Amerikaanse bedrijfje Unbounded Robotics. Ze stelden zich als doel een robot op basis van een open source-platform t bouwen, en kwamen eerder al met de peperdure PR2. De UBR-1 gaat slechts 10 procent van de prijs van de PR2 kosten, namelijk 35.000 dollar. In het robotwereldje noemen ze dat goedkoop.

Robot werkt zij aan zij met mensen

Het Deense bedrijf Universal Robots heeft de eerste robot gemaakt die veilig genoeg is om naast een productiemedewerker aan de lopende band te werken. De robot is zijn werk deze maand begonnen in een fabriek van BMW in South Carolina in de Verenig-de Staten.

Technische vooruitgang: maak van een kakkerlak een robot

Kakkerlakken. Het zijn niet bepaald de eerste dieren die je vrijwillig in huis haalt. De insecten, die erom bekend staan bacteriën, schimmels en ziektekiemen te verspreiden, zijn de nachtmerrie van iedereen die weleens een hotelkamer in een exotisch land heeft genomen. Toch zijn er mensen die grof geld willen neerleggen voor het diertje. Maar dan wel uitgerust met een fraai stukje elektronica.

Uiterlijk robot moet aangepast worden aan de specifieke taak

De verwachtingen over het uiterlijk van robots worden in belangrijke mate bepaald door de leeftijd van de doelgroep, maar ook door de opdracht die aan de machines wordt toevertrouwd. Dat is de conclusie van een studie van wetenschappers aan het Georgia Institute of Technology. De onderzoekers stelden vast dat jonge volwassenen en ouderen duidelijk afwijkende voorkeuren vertonen voor het uiterlijk van een robot, maar naarmate de taken die aan de machines worden opgelegd, blijkt er wel een verschuiving in die preferenties vastgesteld te kunnen worden. De ontwikkelaars moeten bij het design van robots volgens de onderzoekers dan ook rekening houden met de taak die door de machine zal moeten worden uitgevoerd.

‘Factory in a day’ maakt robotica betaalbaar voor kleinere bedrijven

Het midden- en kleinbedrijf in Europa maakt zelden gebruik van geavanceerde robottechnologie. Het EU-project ‘Factory in a Day’ probeert daar verandering in te brengen door het ontwikkelen van een flexibel, leasebaar en goedkoop roboticasysteem dat binnen 24 uur operationeel is. Dit project ontvangt de komende vier jaar 11 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen wordt gefinancierd door de Europese Unie in het kader van het FP7-programma ‘Factory of the Future’. Het internationale consortium bestaat uit zestien partners en de TU Delft is de penvoerder. De formele kick-off van het programma is op 8 oktober 2013 in Delft.

Processen als het verpakken en controleren van fruit, het polijsten van staalvormen en het vullen van een verfspuitmachine hebben één ding gemeen: ze worden meestal handmatig uitgevoerd. Dat komt doordat er geen robot of geautomatiseerd proces is dat deze taken net zo efficiënt kan uitvoeren als de mens.
Het installeren van een roboticasysteem duurt tegenwoordig weken tot maanden en is erg duur. De seizoensgevoelige bedrijven in het MKB produceren meestal maar kleine partijen, waardoor dergelijke investeringen meestal niet rendabel zijn. Bovendien bieden hypermoderne systemen niet de flexibiliteit die ze nodig hebben om concurrerend te blijven op de wereldmarkt. Vandaar dat het MKB in Europa nauwelijks gebruikmaakt van geavanceerde robottechnologie.
Het Factory in a Day-project biedt de oplossing voor deze problemen: het introduceert een robot die binnen 24 uur operationeel is. MKB-bedrijven gebruiken de robot voor een bepaalde taak en het personeel leert hoe het moet samenwerken met de robot om de productie te optimaliseren. “Met behulp van de technologische en organisatorische innovaties van het Factory in a Day project willen we de manieren waarop robots worden gebruikt in de productie fundamenteel veranderen”, zegt projectcoördinator Martijn Wisse, universitair hoofddocent aan de TU Delft.
Hoe ziet zo'n installatiedag eruit? Voordat de robot naar het bedrijf wordt gebracht, analyseert een systeemintegrator welke stappen in het proces kunnen worden overgenomen door de robot. Meestal wordt repetitief werk door de robot uitgevoerd, terwijl de menselijke werknemer zich bezighoudt met flexibele taken die meer nauwkeurigheid vereisen, en met het oplossen van problemen.
Klantspecifieke hardwareonderdelen worden geproduceerd met een 3D-printer en op de grijpers van de robot geplaatst. Daarna wordt de robot naar de fabriek gebracht en geïnstalleerd. Ook worden eventuele hulpcomponenten, zoals camera's, geïnstalleerd in de productiefaciliteiten, die verder ongewijzigd blijven. Vervolgens wordt de robot via merkonafhankelijke software verbonden met de machinesoftware, waarna de robot wordt geleerd hoe hij taken als het oppakken van een object moet uitvoeren. De operator staat daarbij in fysiek contact met de robot. Ook is er een set vooraf gedefinieerde vaardigheden beschikbaar, op dezelfde manier als apps voor smartphones. Zodra de robot operationeel is, kan het personeel worden getraind in het gebruik ervan. En dat allemaal binnen 24 uur.
Omdat de robot werkt zonder afscherming – een situatie die niet gebruikelijk is bij de meeste industriële toepassingen – zal er nog een aantal veiligheidsmaatregelen worden ontwikkeld.
Het project ‘Factory in a Day’ maakt deel uit van het onderzoeksthema ‘Robots that Work’, een van de drie hoofdthema's van het TU Delft Robotics Institute. Het project heeft een totaalbudget van 11 miljoen euro, waarvan 7,9 miljoen wordt gefinancierd door de Europese Unie in het kader van het FP7-programma ‘Factory of the Future’.
Het internationale consortium bestaat uit zestien partners; de TU Delft is penvoerder. Voor de technologische innovaties zorgen vooraanstaande onderzoekinstituten en universiteiten op het gebied van robotica: Fraunhofer IPA en IPT, Technische Universität München (Duitsland), the Katholieke Universiteit Leuven (België) en het Centre National de la Recherche Scientifique (Frankrijk).
Verder zijn mkb-bedrijven uit Nederland (Factory Control), Duitsland (Unicam Software GmbH), Spanje (PAL Robotics), het Verenigd Koninkrijk (EMP Tooling Service Ltd) en Denemarken (Universal Robots) partners in het project. Zij leveren technologische oplossingen of tonen de haalbaarheid van het projectidee aan. Andere industriële partners zijn Lacquey BV (Nederland), Materialise NV (België), Philips Consumer Lifestyle BV, Randstad Nederland BV, Siemens Industry Software (Frankrijk) en Siemens AG (Duitsland).

EU steunt onderzoeksproject naar sociale zorgrobot

Het klinkt als toekomstmuziek: een robot die fysiek beperkte ouderen helpt bij sociale interactie. Als het aan de wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam ligt, is dit over een aantal jaar echter wel de realiteit. Voor het project TERESA (Telepresence Reinforcement-learning Social Agent) ontvingen ze een subsidie van in totaal 3 miljoen euro, waarvan bijna 800.000 euro voor de UvA, binnen het Seventh Framework Program (FP7) van de EU.

Het doel van het TERESA-project – onder leiding van UvA-wetenschapper Shimon Whiteson in samenwerking met Maarten van Someren – is om een sociaal intelligent telepresence robotsysteem te ontwikkelen. Mensen kunnen op afstand een robot aansturen en zo communiceren met andere personen. Het TERESA-systeem zorgt ervoor dat de robot automatisch in groepen mensen navigeert, zich sociaal wenselijk gedraagt en een acceptabele houding aanneemt in interactie met personen, zonder dat de bestuurder dat hoeft aan te sturen.
Veel mensen leven geïsoleerd omdat ze zich niet of lastig kunnen verplaatsen, bijvoorbeeld als gevolg van ziekte. TERESA's sociaal intelligente telepresence-mogelijkheden zal hen in staat stellen om op afstand sociale contacten te onderhouden.
Om deze doelen te bereiken zal de techniek in de cognitieve robotsystemen moeten worden verbeterd. De wetenschappers willen niet alleen nieuwe inzichten genereren in sociaal normatief robotgedrag, ook  maken ze nieuwe algoritmes voor de interpretatie van sociaal gedrag, voor het navigeren in door de mens-bewoonde omgevingen en voor het controleren van lichaamshoudingen op een sociaal intelligente manier.
Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met diverse partners waaronder de Universiteit Twente, het Imperial College Londen en Universidad Pablo de Olavide in Sevilla.
De totale subsidie van de Europese Commissie bedraagt 3 miljoen euro. De UvA is de coördinerende partner en ontvangt 780.000 euro.