RadioAccess, een Koning & Hartman onderneming, vliegt als tweede in de wereld en voor het eerst in Nederland met een drone gebaseerd op LTE. Tijdens het Seminar Mobile Solutions dat vandaag plaatsvindt in Delft, vliegt de gemodificeerde Parot AR drone door de lucht op private LTE in plaats van Wifi. Deze drone is bedoeld als een proof of concept, maar er zijn in de toekomst vele toepassingen mogelijk.
De techniek en toepassing van drones is op dit moment nog volop in ontwikkeling. RadioAccess is als innovatieve specialist op het gebied van mobiele communicatie een belangrijke speler op het gebied van private LTE oplossingen en heeft daarom geëxperimenteerd met het vliegen met een drone gebaseerd op deze techniek. Dankzij een aantal modificaties die het Technology Center van RadioAccess heeft uitgevoerd is de drone niet via WIFI, maar via LTE connectie bestuurbaar geworden.
Er zijn een aantal mogelijke toepassingen denkbaar voor onder andere de industrie en openbare orde en veiligheid. Binnen de industrie en beveiliging is te denken aan het sturen van een drone naar een storing of melding in plaats van een persoon. Dat zorgt voor minder risico op ongelukken en lagere personeelskosten. Andere mogelijke toepassingen hierbij zijn het inspecteren van apparatuur op hoogte zoals windmolens op zee of boeren die op afstand hun oogst in de gaten kunnen gaan houden. Maar ook de brandweer en politie zouden profijt kunnen hebben van het gebruik van drones door deze in te zetten voor surveillance en bewaking tijdens bijvoorbeeld evenementen. Dat neemt een hoop (gevaarlijk) werk uit handen.
Drones worden steeds betaalbaarder en de inzet van drones voor verschillende toepassingen komt daarmee ook steeds meer richting werkelijkheid. Als drones gekoppeld zijn aan het internet, laat deze data verzamelen, opslaan en versturen via LTE netwerken.
RadioAccess, marktleider op het gebied van mobiele communicatie oplossingen, zal het project met de drone op LTE verder laten uitwerken door hun eigen Technology Center omdat het past binnen hun strategie om te blijven innoveren op het gebied van indoor- en outdoor mobiele telecommunicatie.
dinsdag 30 juni 2015
Alles wat je moet weten over robotmaaiers
Waarom heb ikzelf twee jaar geleden een robotmaaier gekocht? Niet omdat ik lui was en mijn gras niet wilde doen. Het is ten slotte maar 350 m², zoiets kan ik wel overleven. De voornaamste reden was dat ik nergens met mijn gras naartoe kon. Altijd op de composthoop gooien, is geen goed idee, en ergens anders in de tuin kan ik het niet kwijt. Je kan elke keer wel weer naar het containerpark rijden met zakken vol met gras, maar dan ziet je auto er telkens smerig uit binnenin. Een aanhangwagen biedt dan soelaas, maar die investering is nog groter. Daarom: een robotmaaier.
maandag 29 juni 2015
Wereldwijd belangstelling voor drone-thesis van UHasselt-student
Een nieuwe website waar alle informatie opstaat voor piloten van drones, wordt internationaal druk geconsulteerd. Aäron Trippaers, een student aan de Universiteit Hasselt, ontwikkelde het project in het kader van zijn masterthesis in de informatica. De regelgeving om met drones te vliegen, verschilt sterk per land en zelfs per regio. Amateurs en professionals weten vaak niet goed waar en op welke manier ze hun onbemande vliegtuigjes de lucht in mogen sturen.
Merendeel IT’ers verwacht dat robots in 2030 het werk doen
In 2030 is werken in de IT-sector zo gecompliceerd dat continue bijscholing tegen die tijd noodzakelijk is, verwacht 65 procent van de Nederlandse IT’ers. Dat komt door de exponentiële technologische ontwikkelingen. Dit blijkt uit het kwalitatief onderzoek van recruitmentorganisatie Hays naar de arbeidsmarkt van de toekomst. De drie opvallendste ontwikkelingen die volgens de werknemers de IT-sector in 2030 vormen: robotisering van de productie, big data-toepassingen en de versmelting van bio-, nano- en high tech-technologie.
Nederland behoort tot de wereldtop van digitale economieën. In 2014 werkten er een kwart miljoen mensen in de IT-sector. Dat deze sector met hoge snelheid innoveert staat voorop, denk aan de opkomst van 3D-printing, the internet of things en big data. De belangrijkste factoren die innovatie remmen zijn privacy en angst voor verandering. Kijkend naar de toekomst, verwacht de ruime meerderheid (58%) van de Nederlandse IT’ers dat 80 procent van de huidige werkzaamheden in 2030 is overgenomen door zelflerende en zelfdenkende virtuele robots. Zij zijn er echter van overtuigd dat de sector nooit geheel zonder mensen kan functioneren. Zo’n 90 procent denkt dat de mensen van groot belang zijn om controle te houden over deze robots.
Rob Teeuwen, teamleider en talent acquisition specialist op het gebied van IT en Sales & Marketing bij Hays Nederland, verwacht dat een aantal banen een prominente rol spelen in de toekomstige IT-sector: “Functies gerelateerd aan het beveiligen van big data zoals Security Auditor of Security Business Analist komen op. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan werknemers die big data kunnen interpreteren zoals BI/DWH Reporting Analists. Verder zien we een verschuiving van hardware beheerders naar cloud beheerders, oftewel de Cloud Specialist.” Over het voortbestaan van de huidige functies zijn de starters in de IT-sector erg optimistisch: alle 25 tot 30-jarigen verwachten dat hun functie nog bestaat in 2030. Respondenten tussen de 41 en 50 jaar zijn een stuk minder hoopvol: bijna een kwart (23%) denkt dat hun baan is verdwenen in 2030.
“Wij werken in een sector waarin veranderingen elkaar in rap tempo opvolgen”, zegt Anne van Hal, Global IT Manager SAM, PMO & Communications bij NXP Semiconductors. “Met name de groep tussen de 30 en 40 jaar moet hier mijns inziens actief mee bezig zijn. Zij kunnen financieel wat meer hebben, zijn ervarener en daardoor wat comfortabeler en meer zelfverzekerd. Dat is in beginsel prima, maar de valkuil is dat de noodzaak om de ontwikkelingen bij te houden naar de achtergrond verdwijnt. Het verbaast mij eerlijk gezegd wel hoe weinig mensen in deze leeftijdscategorie hier in onze sector aandacht voor hebben. Het is iets wat ik bij veel organisaties terugzie. Dat er bij veel bedrijven de afgelopen jaren is bezuinigd op scholingsbudget, de werkdruk vaak zeer hoog is en dat managers niet altijd actief stimuleren om een opleiding te volgen, helpt hier niet aan mee.” Opvallend is dat de groep 31 tot 40-jarigen permanente bijscholing het minst urgent vindt. 50 procent geeft aan het bijhouden van technologische ontwikkelingen niet als noodzaak te zien, terwijl van de 25 tot 30-jarigen 90 procent continue opleiding wel noodzakelijk vindt.
Het onderzoek is begin 2015 uitgevoerd onder zo’n 400 professionals werkzaam in de sectoren Oil & Gas, IT en Engineering & Technology. Als onderdeel van het onderzoek raadpleegde Hays futurologen voor een toekomstschets van de arbeidsmarkt in 2030 per sector en werden interviews afgenomen met specialisten uit de verschillende sectoren.
Nederland behoort tot de wereldtop van digitale economieën. In 2014 werkten er een kwart miljoen mensen in de IT-sector. Dat deze sector met hoge snelheid innoveert staat voorop, denk aan de opkomst van 3D-printing, the internet of things en big data. De belangrijkste factoren die innovatie remmen zijn privacy en angst voor verandering. Kijkend naar de toekomst, verwacht de ruime meerderheid (58%) van de Nederlandse IT’ers dat 80 procent van de huidige werkzaamheden in 2030 is overgenomen door zelflerende en zelfdenkende virtuele robots. Zij zijn er echter van overtuigd dat de sector nooit geheel zonder mensen kan functioneren. Zo’n 90 procent denkt dat de mensen van groot belang zijn om controle te houden over deze robots.
Rob Teeuwen, teamleider en talent acquisition specialist op het gebied van IT en Sales & Marketing bij Hays Nederland, verwacht dat een aantal banen een prominente rol spelen in de toekomstige IT-sector: “Functies gerelateerd aan het beveiligen van big data zoals Security Auditor of Security Business Analist komen op. Daarnaast is er een groeiende behoefte aan werknemers die big data kunnen interpreteren zoals BI/DWH Reporting Analists. Verder zien we een verschuiving van hardware beheerders naar cloud beheerders, oftewel de Cloud Specialist.” Over het voortbestaan van de huidige functies zijn de starters in de IT-sector erg optimistisch: alle 25 tot 30-jarigen verwachten dat hun functie nog bestaat in 2030. Respondenten tussen de 41 en 50 jaar zijn een stuk minder hoopvol: bijna een kwart (23%) denkt dat hun baan is verdwenen in 2030.
“Wij werken in een sector waarin veranderingen elkaar in rap tempo opvolgen”, zegt Anne van Hal, Global IT Manager SAM, PMO & Communications bij NXP Semiconductors. “Met name de groep tussen de 30 en 40 jaar moet hier mijns inziens actief mee bezig zijn. Zij kunnen financieel wat meer hebben, zijn ervarener en daardoor wat comfortabeler en meer zelfverzekerd. Dat is in beginsel prima, maar de valkuil is dat de noodzaak om de ontwikkelingen bij te houden naar de achtergrond verdwijnt. Het verbaast mij eerlijk gezegd wel hoe weinig mensen in deze leeftijdscategorie hier in onze sector aandacht voor hebben. Het is iets wat ik bij veel organisaties terugzie. Dat er bij veel bedrijven de afgelopen jaren is bezuinigd op scholingsbudget, de werkdruk vaak zeer hoog is en dat managers niet altijd actief stimuleren om een opleiding te volgen, helpt hier niet aan mee.” Opvallend is dat de groep 31 tot 40-jarigen permanente bijscholing het minst urgent vindt. 50 procent geeft aan het bijhouden van technologische ontwikkelingen niet als noodzaak te zien, terwijl van de 25 tot 30-jarigen 90 procent continue opleiding wel noodzakelijk vindt.
Het onderzoek is begin 2015 uitgevoerd onder zo’n 400 professionals werkzaam in de sectoren Oil & Gas, IT en Engineering & Technology. Als onderdeel van het onderzoek raadpleegde Hays futurologen voor een toekomstschets van de arbeidsmarkt in 2030 per sector en werden interviews afgenomen met specialisten uit de verschillende sectoren.
Rijkswaterstaat zet drones in tegen files
Rijkswaterstaat gaat dit weekend de files bestrijden met speciale drones, die het verkeer in goede banen moeten leiden. Op dit moment gaat het nog om een test die wordt gehouden in Zeeland, waar dit weekend Concert at Sea plaatsvindt. Het festival zorgt voor drukte op de Zeelandse wegen en om het verkeer goed te regelen, zijn al jaren verkeersregelaars, hulpdiensten en inspecteurs van Rijkswaterstaat benodigd, zo meldt de NOS.
zaterdag 27 juni 2015
Bouw een huis in twee dagen met deze robot
Het bedrijf Fastbrick Robotics uit het Australische Perth brengt een robot op de markt die in twee dagen een huis kan bouwen, met behulp van 3D CAD-programma. De robot is in staat een gebouw te metselen met een snelheid van 1000 stenen per uur. De robot is Hadrian genoemd, naar de Romeinse keizer die de muur bouwde tussen Romeins Engeland en het woeste Schotland.
vrijdag 26 juni 2015
HitchBOT bezoekt UT
De Canadese liftrobot HitchBOT brengt momenteel een bezoek aan Twente en dus mag een ontmoeting met zijn ‘broertjes en zusjes’ van de UT niet ontbreken. Prof. Vanessa Evers van de vakgroep Human Media Interaction nodigde HitchBOT uit voor een rondleiding.
Hitchbot werd geboren in 2013, is 1.40 meter lang en heeft het uiterlijk van een zesjarig jongetje. Zijn avontuurlijke trektochten worden wereldwijd door een half miljoen liefhebbers gevolgd. De voornamelijk via sociale media (Twitter, Facebook en Instagram) communicerende robot uit Canada is met z’n ontwerpers en ouders David Harris Smith (McMaster University) en Frauke Zeller (Ryerson University) drie weken op bezoek in Twente.
HitchBOT was erg blij met de uitnodiging van Vanessa Evers, zo laat de robot op Instagram weten, en ontmoette de Twentse campusrobot FROG (Fun Robotic Outdoor Guide). Voor de FROG past de kennismaking met HitchBOT in een mooi rijtje speciale ontmoetingen, waarin bijvoorbeeld ook Koning Willem Alexander staat.
“Ik heb nieuwe vrienden gemaakt, zelfs met een robot genaamd FROG, die normaal gesproken rondleidingen geeft in musea en dierentuinen”, zegt HitchBOT. “Ik dacht altijd dat ‘frogs’ groen waren, maar deze is rood en erg leuk. Aan het einde van de dag hebben we zelfs het DesignLab verkend, erg interessant!”
HitchBOT ging pas twee keer eerder op reis. Na een tocht door z’n vaderland Canada maakte de avontuurlijke robot vorig jaar z’n eerste buitenlandse trip naar Duitsland. Daar werd hij als lifter door veel mensen meegenomen naar steden en evenementen. De jonge lifter kwam op uitnodiging van Concordia Film, Theater en Expositie naar Twente en was eerder te gast bij Kunst in het Volkspark in Enschede.
Hitchbot werd geboren in 2013, is 1.40 meter lang en heeft het uiterlijk van een zesjarig jongetje. Zijn avontuurlijke trektochten worden wereldwijd door een half miljoen liefhebbers gevolgd. De voornamelijk via sociale media (Twitter, Facebook en Instagram) communicerende robot uit Canada is met z’n ontwerpers en ouders David Harris Smith (McMaster University) en Frauke Zeller (Ryerson University) drie weken op bezoek in Twente.
HitchBOT was erg blij met de uitnodiging van Vanessa Evers, zo laat de robot op Instagram weten, en ontmoette de Twentse campusrobot FROG (Fun Robotic Outdoor Guide). Voor de FROG past de kennismaking met HitchBOT in een mooi rijtje speciale ontmoetingen, waarin bijvoorbeeld ook Koning Willem Alexander staat.
“Ik heb nieuwe vrienden gemaakt, zelfs met een robot genaamd FROG, die normaal gesproken rondleidingen geeft in musea en dierentuinen”, zegt HitchBOT. “Ik dacht altijd dat ‘frogs’ groen waren, maar deze is rood en erg leuk. Aan het einde van de dag hebben we zelfs het DesignLab verkend, erg interessant!”
HitchBOT ging pas twee keer eerder op reis. Na een tocht door z’n vaderland Canada maakte de avontuurlijke robot vorig jaar z’n eerste buitenlandse trip naar Duitsland. Daar werd hij als lifter door veel mensen meegenomen naar steden en evenementen. De jonge lifter kwam op uitnodiging van Concordia Film, Theater en Expositie naar Twente en was eerder te gast bij Kunst in het Volkspark in Enschede.
Robot moet opnameduur Martini Ziekenhuis verkorten
Het Martini Ziekenhuis in Groningen investeert in minimaal invasieve robot-operaties. De technologische ontwikkeling verkort de opnameduur en verbetert de kwaliteit van de zorg. Het Martini Ziekenhuis schaft een operatierobot aan waarmee chirurgen, urologen en gynaecologen minimaal invasieve operaties kunnen uitvoeren. De artsen zetten de robot vooral in bij de behandeling van oncologische patiënten. Naast de robot investeert het Groningse ziekenhuis in een specialist met robotervaring. De Duitse Martini-Klinik draagt bij aan het opleiden van het bestaande OK-team en toekomstig onderzoek.
donderdag 25 juni 2015
Robot in Ghent Marriot-hotel
In het Ghent Marriot-hotel in het Vlaamse Gent werkt sinds woensdag een zogenaamde 'mensachtig robot'. Mario, zo heet de robot, staat het baliepersoneel bij in het hotel. Dat meldt Het Nieuwsblad. De robot kan onder andere bij het inchecken de kamersleutel aan de hotelgast geven.
Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) gaat bezorgdrones testen
Het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) gaat de mogelijkheden van bezorgingen met drones bestuderen. Samen met een aantal bedrijven wil men meer duidelijkheid verschaffen over de praktische toepassing van drones in de logistiek. Men gaat bekijken waar de technologie staat, welke toepassingen reeds bestaan en welke voorraad- en transportactiviteiten mogelijk zijn.
In een eerste fase worden de toepassingsmogelijkheden van drones verkend, zowel op buitenterreinen als binnen het magazijn. Binnen het magazijn kunnen drones mogelijk ook ingezet worden, bijvoorbeeld om te helpen bij de inventarissen. Waarschijnlijk zijn er nog andere taken die ze kunnen uitvoeren. Daarom worden ook ‘best practices’ in binnen- en buitenland bekeken.
In een eerste fase worden de toepassingsmogelijkheden van drones verkend, zowel op buitenterreinen als binnen het magazijn. Binnen het magazijn kunnen drones mogelijk ook ingezet worden, bijvoorbeeld om te helpen bij de inventarissen. Waarschijnlijk zijn er nog andere taken die ze kunnen uitvoeren. Daarom worden ook ‘best practices’ in binnen- en buitenland bekeken.
maandag 22 juni 2015
Autonome Robird stap dichterbij
Robotonderzoekers van de Universiteit Twente hebben met hulp van ruimtevaartorganisatie ESA een essentiële stap gezet naar een volledig autonome vlucht van de Robird. Deze levensechte, robotische slechtvalk van spin-off bedrijf Clear Flight Solutions wordt gebruikt om vogels te verjagen bij vliegvelden en afvalverwerkers. De Robird wordt nu met de hand bestuurd, maar moet uiteindelijk autonoom kunnen vliegen en vogels verjagen.
De onderzoekers slaagden erin de complete dynamica en mechanica van een flapperende vleugel in een computermodel te stoppen, om zo met behulp van de elektronica de Robird effectiever en nauwkeuriger aan te sturen. In de overgang van handbesturing op volledige autonomie, was het tot nu toe alleen gelukt om subsystemen van de Robird te vatten in computermodellen en niet een complete, bewegende vleugel. De combinatie van het gebruikte model, met metingen in een windtunnel en een vacuümkamer, is uniek in de wetenschap.
“Een autonome Robird is een grote stap vooruit, maar het is erg moeilijk om het krachtenspel van de vleugels in kaart te brengen”, zegt masterstudent Berend van der Grinten. “De standaard modellen voor 3D aerodynamica (FEM) kosten veel rekenkracht en kan je niet toepassen op de elektronica en command & control.”
Om alles te vatten in één model, ging Van der Grinten samen met promovendus Geert Folkertsma revolutionair te werk. Het ‘echte’ gedrag van de vleugel van de robotvogel werd gemeten in 3D met behulp van twee camera’s en een stroboscoop om de beweging te vertragen. “Een handig snufje. Hierdoor konden we veel sneller filmen met relatief goedkope camera’s.”
De beweging van de vleugel werd gemeten in de windtunnel van de groep Technische Stromingsleer op de Universiteit Twente en in de vacuümkamer (ESTEC-faciliteit) van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in Noordwijk. “In die vacuümkamer heb je geen lucht en dus ook geen aerodynamische krachten. Door de flapperende vleugel zowel in de windtunnel als in de vacuümkamer te meten, kan je na een aftreksom precies berekenen wat de beweging als gevolg van de aerodynamica is. Dat is een cruciaal gegeven. Het meten in de vacuümkamer was niet eenvoudig. De uitgassing van materialen is een probleem, dat kan de vacuümkamer verontreinigen. Er moest speciale lijm, tape en rubbers aan te pas komen. Ook bestond de kans dat de camera's of motoren zouden opwarmen en daardoor zouden falen. In de vacuümkamer is geen lucht, dus de belangrijkste koeling moest via geleiding van het materiaal gaan. Gelukkig vonden we overal een oplossing voor en kwamen we geen problemen tegen bij de metingen.”
Berend van der Grinten studeert af op 28 augustus bij de vakgroep Robotics and Mechatronics (onderzoeksinstituut CTIT) van prof. Stefano Stramigioli, die eerder dit jaar werd benoemd tot Vice President Research van het toonaangevend euRobotics. Stramigioli is tevens voorzitter van RoboNED en het LEO Center for Service Robotics. Van der Grinten hoopt bij zijn afstuderen het simulatiemodel van de vleugel klaar te hebben. Geert Folkertsma zal vervolgens het model van de gehele vogel voltooien.
De onderzoekers slaagden erin de complete dynamica en mechanica van een flapperende vleugel in een computermodel te stoppen, om zo met behulp van de elektronica de Robird effectiever en nauwkeuriger aan te sturen. In de overgang van handbesturing op volledige autonomie, was het tot nu toe alleen gelukt om subsystemen van de Robird te vatten in computermodellen en niet een complete, bewegende vleugel. De combinatie van het gebruikte model, met metingen in een windtunnel en een vacuümkamer, is uniek in de wetenschap.
“Een autonome Robird is een grote stap vooruit, maar het is erg moeilijk om het krachtenspel van de vleugels in kaart te brengen”, zegt masterstudent Berend van der Grinten. “De standaard modellen voor 3D aerodynamica (FEM) kosten veel rekenkracht en kan je niet toepassen op de elektronica en command & control.”
Om alles te vatten in één model, ging Van der Grinten samen met promovendus Geert Folkertsma revolutionair te werk. Het ‘echte’ gedrag van de vleugel van de robotvogel werd gemeten in 3D met behulp van twee camera’s en een stroboscoop om de beweging te vertragen. “Een handig snufje. Hierdoor konden we veel sneller filmen met relatief goedkope camera’s.”
De beweging van de vleugel werd gemeten in de windtunnel van de groep Technische Stromingsleer op de Universiteit Twente en in de vacuümkamer (ESTEC-faciliteit) van de Europese ruimtevaartorganisatie ESA in Noordwijk. “In die vacuümkamer heb je geen lucht en dus ook geen aerodynamische krachten. Door de flapperende vleugel zowel in de windtunnel als in de vacuümkamer te meten, kan je na een aftreksom precies berekenen wat de beweging als gevolg van de aerodynamica is. Dat is een cruciaal gegeven. Het meten in de vacuümkamer was niet eenvoudig. De uitgassing van materialen is een probleem, dat kan de vacuümkamer verontreinigen. Er moest speciale lijm, tape en rubbers aan te pas komen. Ook bestond de kans dat de camera's of motoren zouden opwarmen en daardoor zouden falen. In de vacuümkamer is geen lucht, dus de belangrijkste koeling moest via geleiding van het materiaal gaan. Gelukkig vonden we overal een oplossing voor en kwamen we geen problemen tegen bij de metingen.”
Berend van der Grinten studeert af op 28 augustus bij de vakgroep Robotics and Mechatronics (onderzoeksinstituut CTIT) van prof. Stefano Stramigioli, die eerder dit jaar werd benoemd tot Vice President Research van het toonaangevend euRobotics. Stramigioli is tevens voorzitter van RoboNED en het LEO Center for Service Robotics. Van der Grinten hoopt bij zijn afstuderen het simulatiemodel van de vleugel klaar te hebben. Geert Folkertsma zal vervolgens het model van de gehele vogel voltooien.
zaterdag 20 juni 2015
NAO robot voor het eerst te zien op Nederlandse winkelvloer
Bij het BCC-filiaal in Leidschendam werd het winkelend publiek vandaag wel op een hele bijzondere manier geholpen. Niemand minder dan NAO, misschien wel de bekendste robot ter wereld, bood het winkelpersoneel van de elektronicawinkel vandaag eenmalig de helpende hand. Drie uur lang verbaasde de klantvriendelijke robot klanten van de winkel met een spectaculaire lichtdemonstratie.
Klanten van BCC konden vandaag zelf ervaren dat robots inmiddels niet meer alleen tot leven komen in science fiction films. De 58 centimeter lange NAO robot beweegt niet alleen, maar voert ook gesprekken met mensen. Zo werd de robot vandaag ingezet om de mogelijkheden van Philips Hue lampen te demonstreren. De kleine robot vroeg klanten wat hun lievelingskleur is, waarna NAO vervolgens allerlei varianten van deze kleur liet zien op de Philips lampen die digitaal door de robot werden aangestuurd. De robot wist hiermee direct het publiek voor zich te winnen.
Het was vandaag voor het eerst dat Nederlandse consumenten op de winkelvloer kennis konden maken met de vriendelijke robot. NAO kan winkelverkopers helpen bij het demonstreren van producten door deze op een leuke en interactieve manier te promoten. De robot laat de producten zien en verwijst vervolgens door naar de verkoper. De NAO dient dus ook niet als vervanger van winkelpersoneel maar juist als interactieve aanvulling. NAO was eerder al te zien bij verschillende winkels van de Darty Group - het moederconcern van BCC - in onder meer Frankrijk en België. Ook in het onderwijs heeft NAO inmiddels al zijn succes bewezen: in meer dan 70 landen werd de robot al ingezet om een helpende hand te bieden in onderwijsprogramma's.
Klanten van BCC konden vandaag zelf ervaren dat robots inmiddels niet meer alleen tot leven komen in science fiction films. De 58 centimeter lange NAO robot beweegt niet alleen, maar voert ook gesprekken met mensen. Zo werd de robot vandaag ingezet om de mogelijkheden van Philips Hue lampen te demonstreren. De kleine robot vroeg klanten wat hun lievelingskleur is, waarna NAO vervolgens allerlei varianten van deze kleur liet zien op de Philips lampen die digitaal door de robot werden aangestuurd. De robot wist hiermee direct het publiek voor zich te winnen.
Het was vandaag voor het eerst dat Nederlandse consumenten op de winkelvloer kennis konden maken met de vriendelijke robot. NAO kan winkelverkopers helpen bij het demonstreren van producten door deze op een leuke en interactieve manier te promoten. De robot laat de producten zien en verwijst vervolgens door naar de verkoper. De NAO dient dus ook niet als vervanger van winkelpersoneel maar juist als interactieve aanvulling. NAO was eerder al te zien bij verschillende winkels van de Darty Group - het moederconcern van BCC - in onder meer Frankrijk en België. Ook in het onderwijs heeft NAO inmiddels al zijn succes bewezen: in meer dan 70 landen werd de robot al ingezet om een helpende hand te bieden in onderwijsprogramma's.
woensdag 17 juni 2015
De robotsamenleving. Hoe gaan we daar als samenleving mee om?
De arbeidsmarkt zal steeds meer beïnvloed worden door robots. We staan voor een technologische revolutie en moeten ons afvragen hoe we daar als samenleving mee omgaan. Dat is in het kort de samenvatting van het rapport 'Werken aan de robotsamenleving: visies en inzichten uit de wetenschap over de relatie technologie en werkgelegenheid'. Het Rathenau Instituut schreef dit rapport in opdracht van de Tweede Kamer. TNO was verantwoordelijk voor twee hoofdstukken in het rapport.
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer vroeg begin 2015 aan het Rathenau Instituut of ze een overzicht kon maken van wat er in de wetenschap bekend is over de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid. Dit mede naar aanleiding van een toespraak van minister Asscher waarin hij zijn zorgen uitte over robots en werk. De Tweede Kamer wil de inzichten uit de wetenschap en de lessen uit de geschiedenis gebruiken als basis voor het komende politieke debat over de effecten van technologie op de arbeidsmarkt.
Het onderzoek laat zien dat informatietechnologie, zoals robots en internet, bijdraagt aan de groei van arbeidsproductiviteit. De consensus onder economen dat innovatie niet tot baanverlies leidt, brokkelt echter sinds 2010 af. De invloed van informatietechnologie op werk verschilt. Vooral banen op mbo-niveau staan onder druk. Daarnaast maakt informatietechnologie ook de internationalisering en flexibilisering van arbeid mogelijk, wat een groot aantal verdelingsvragen met zich mee brengt.
TNO auteurs Frans van der Zee en Govert Gijsbers van de expertisegroep Strategy and Policy schreven voor dit rapport respectievelijk de hoofdstukken over productiviteitsontwikkeling en over welvaart en daarmee samenhangende verdelingsvragen en beleidsopties. Beleidsvragen richten zich onder andere op de noodzaak om investeringen in technologie en innovatie op peil te houden, en meer specifiek op het investeren in digitale kennis en vaardigheden, het bevorderen van nieuwe (digitale) bedrijvigheid en op het ontwikkelen van nieuwe technologie die mensen (met name laagopgeleiden) ondersteunt in plaats van overbodig maakt.
Tweede Kamerlid en commissievoorzitter Brigitte van der Burg nam het rapport in ontvangst. Ze zegt: 'Het rapport geeft een gedeeld startbeeld op basis waarvan ieder vanuit zijn of haar maatschappijbeeld en politieke visie de mogelijkheden en risico’s kan aangeven die technologische ontwikkelingen nu en in de toekomst kunnen opleveren voor de werkgelegenheid en de economische groei.'
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer vroeg begin 2015 aan het Rathenau Instituut of ze een overzicht kon maken van wat er in de wetenschap bekend is over de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid. Dit mede naar aanleiding van een toespraak van minister Asscher waarin hij zijn zorgen uitte over robots en werk. De Tweede Kamer wil de inzichten uit de wetenschap en de lessen uit de geschiedenis gebruiken als basis voor het komende politieke debat over de effecten van technologie op de arbeidsmarkt.
Het onderzoek laat zien dat informatietechnologie, zoals robots en internet, bijdraagt aan de groei van arbeidsproductiviteit. De consensus onder economen dat innovatie niet tot baanverlies leidt, brokkelt echter sinds 2010 af. De invloed van informatietechnologie op werk verschilt. Vooral banen op mbo-niveau staan onder druk. Daarnaast maakt informatietechnologie ook de internationalisering en flexibilisering van arbeid mogelijk, wat een groot aantal verdelingsvragen met zich mee brengt.
TNO auteurs Frans van der Zee en Govert Gijsbers van de expertisegroep Strategy and Policy schreven voor dit rapport respectievelijk de hoofdstukken over productiviteitsontwikkeling en over welvaart en daarmee samenhangende verdelingsvragen en beleidsopties. Beleidsvragen richten zich onder andere op de noodzaak om investeringen in technologie en innovatie op peil te houden, en meer specifiek op het investeren in digitale kennis en vaardigheden, het bevorderen van nieuwe (digitale) bedrijvigheid en op het ontwikkelen van nieuwe technologie die mensen (met name laagopgeleiden) ondersteunt in plaats van overbodig maakt.
Tweede Kamerlid en commissievoorzitter Brigitte van der Burg nam het rapport in ontvangst. Ze zegt: 'Het rapport geeft een gedeeld startbeeld op basis waarvan ieder vanuit zijn of haar maatschappijbeeld en politieke visie de mogelijkheden en risico’s kan aangeven die technologische ontwikkelingen nu en in de toekomst kunnen opleveren voor de werkgelegenheid en de economische groei.'
Rapport: de robotsamenleving komt eraan
De 'robotsamenleving' komt eraan. Robots zullen de arbeidsmarkt steeds meer beïnvloeden. De samenleving staat voor een technologische revolutie en moet zich afvragen hoe daarmee om te gaan, Deze conclusies staan in een woensdag gepresenteerd rapport dat het Rathenau Instituut schreef in opdracht van de Tweede Kamer. Het onderzoek laat zien dat informatietechnologie, zoals robots en internet, bijdraagt aan de groei van arbeidsproductiviteit. De eensgezindheid onder economen dat innovatie niet tot baanverlies leidt, brokkelt echter sinds 2010 af, stelt het instituut.
dinsdag 16 juni 2015
Eerste hartklepvervangende operatie met robot in Isala Zwolle
In het Isala Hartcentrum in Zwolle werd voor het eerst een hartklepvervangende operatie uitgevoerd met behulp van een robot. Dat is succesvol verlopen, aldus het hartchirurgisch team. De operatie stond onder leiging van de chirurgen Sandeep Singh en Roland Laurens. De robot draagt de naam Da Vinci.
zondag 14 juni 2015
Robot neemt kinderen mee op virtuele dierentuin-trip
Hij ziet er nogal eng uit, een beetje Pinhead uit de Hellraiser-films. Maar hij doet juist fantastisch werk. Robots for Good gebruikt een combinatie van open source-technieken en een Oculus Rift om kinderen die langdurig in het ziekenhuis liggen op een virtueel tripje dierentuin te trakteren. InMoov is een 3D-printbare robot en OpenWheels een open-source versie van de Segway.
maandag 8 juni 2015
Lachen om vallende robots
Deelnemers aan de Amerikaanse DARPA Robotics Challenge Finals kunnen 2 miljoen dollar winnen als hun robot er in slaagt een ingewikkeld parkour af te leggen. Een compilatie van omvallende robots laat zien dat dit nog niet zo gemakkelijk is, met hilarische taferelen als gevolg.
zondag 7 juni 2015
Koreaans team wint 'robotspelen'
Het team van het Korea Advanced Institute of Science and Technology (KAIST) uit Zuid-Korea heeft afgelopen nacht in Florida de DARPA Robotics Challenge Trials gewonnen. Dit is een internationaal gerenommeerde wedstrijd voor robots die wordt ondersteund wordt door het Pentagon. Het winnende team nam het vrijdag en zaterdag op tegen in totaal vierentwintig teams uit onder meer Duitsland, Italië, Japan en de VS. De Koreanen gaan naar huis met twee miljoen dollar (1,8 miljoen euro).
vrijdag 5 juni 2015
Hasselt verbiedt gebruik van drones tijdens Pukkelpop
Hasselt verbiedt het bezit en gebruik van drones tijdens Pukkelpop. De stad is bang dat er ongelukken zullen gebeuren. Burgemeester Hilde Claes roept de bevoegde ministers Galant (federaal) en Weyts (Vlaams) op om dringend de wetgeving hieromtrent in orde te brengen. Zoniet dreigt ze ermee om drones te verbieden op alle evenementen op Hasselts grondgebied.
donderdag 4 juni 2015
Tweebenige robot ATRIAS loopt over obstakels zonder te kijken
Onderzoekers van de Oregon State University ontwikkelden een tweebenige robot op menselijke schaal: ATRIAS. Eens in de zoveel tijd komt de onderzoeksgroep met een nieuw filmpje op YouTube, nu een met obstakel.
maandag 1 juni 2015
Robot-cheeta kan hordelopen
Wellicht heb je deze robotviervoeter wel eens eerder gezien. De cheetarobot van MIT kan nu een nieuw trucje: hij springt over hordes. Inderdaad, dit angstaanjagende blok metaal kan autonoom obstakels detecteren in real time, om er vervolgens overheen te springen en verder te rennen als een paard in concours. Volgens het MIT dit de eerste vierbenige robot die dit kan.