vrijdag 28 april 2017
Ook Yelp ziet heil in bezorgrobot
Yelp Eat24 is in San Francisco begonnen met het bezorgen van maaltijden via een rijdende robot. De etenbestelsite is daarvoor een samenwerking aangegaan met robotontwikkelaar Marble. De robot heeft veel weg van de variant van Starship Technologies, die Domino’s binnenkort in Nederlandse steden wil testen. Wanneer een klant van Yelp Eat24 een bestelling plaatst bij een van de vier restaurants die meedoen aan de pilot, wordt hem gevraagd of hij akkoord gaat met een bezorging per robot. Is dat het geval, dan haalt de robot de order bij het restaurant op om die vervolgens aan huis te bezorgen.
woensdag 26 april 2017
dinsdag 25 april 2017
Tech United bouwt nieuwe, supersnelle en oerstabiele voetbalrobot
Tech United, de wereldkampioen robotvoetbal van 2016, krijgt er dit jaar een oerstabiele, zeer snelle speler erbij. De nieuwe, 8-wielige robot van Tech United maakt op de aanstaande Portuguese Robotics Open zijn eerste meters, en komt naar verwachting op de WK RoboCup in Nagoya (27-30 juli) echt in het team. Opmerkelijk: het onderstel van deze robot gaat in ziekenhuizen ook zelfstandig zware taken doen, zoals bedden slepen.
Het voetbalrobotteam van Tech United werd vorig jaar weliswaar wereldkampioen, maar de Eindhovense technici constateerden een paar zwaktes: de belangrijkste concurrenten waren een stuk sneller, en ze duwden de Eindhovense robots te eenvoudig weg. Het team ontwikkelde daarom samen met het Drunense bedrijf SMF Ketels een geheel nieuw platform, met acht wielen in plaats van de huidige drie. Die acht wielen geeft de robot niet alleen heel veel grip en snelheid, hij is daarmee ook nog eens extreem stabiel en wendbaar op hoge snelheid.
Andere verbeteringen die Tech United dit jaar aan de vierde wereldtitel moeten gaan helpen, betreffen onder meer de software-architectuur. Die ging afgelopen jaar op zijn kop zodat de robots veel beter kunnen inspelen op tegenstanders, en op het wedstrijdbeeld. Teamcoach Lotte de Koning: “We gaan het dit jaar vooral uittesten bij de dode spelmomenten zoals vrije trappen, en pas daarna op het gehele spel. Er gaat een paar jaar overheen voor het volwassen is.” Ook werden de robots afgelopen jaar slimmer in de verdediging en beter in het onderscheppen van passes.
Het nieuwe 8-wielige onderstel komt voort uit het Europese project Ropod, waaraan naast de TU/e onder meer SMF Ketels, de Hochschule Bonn-Rhein-Sieg en KU Leuven deelnemen. Het doel van Ropod is het ontwikkelen van betaalbare, mensvriendelijke robotwagentjes die zelfstandig en flexibel transporttaken binnen ziekenhuizen kunnen gaan uitvoeren, zoals het verplaatsen van ziekenhuisbedden.
Op het eerste toernooi van het jaar, de Portuguese Robotics Open van 26 tot 30 april, wordt de nieuwe robot voor het eerst getest, maar speelt nog niet mee. Het team gaat daar onder meer kijken of de robot goed zelfstandig zijn weg kan vinden. Dan zal ook duidelijk worden hoe snel de robot precies is. Het team verwacht dat de robot ongeveer vier keer zo snel is als zijn voorganger.
De resultaten op het toernooi in Portugal zijn te volgen op www.techunited.nl, onder meer via livestream.
Het voetbalrobotteam van Tech United werd vorig jaar weliswaar wereldkampioen, maar de Eindhovense technici constateerden een paar zwaktes: de belangrijkste concurrenten waren een stuk sneller, en ze duwden de Eindhovense robots te eenvoudig weg. Het team ontwikkelde daarom samen met het Drunense bedrijf SMF Ketels een geheel nieuw platform, met acht wielen in plaats van de huidige drie. Die acht wielen geeft de robot niet alleen heel veel grip en snelheid, hij is daarmee ook nog eens extreem stabiel en wendbaar op hoge snelheid.
Andere verbeteringen die Tech United dit jaar aan de vierde wereldtitel moeten gaan helpen, betreffen onder meer de software-architectuur. Die ging afgelopen jaar op zijn kop zodat de robots veel beter kunnen inspelen op tegenstanders, en op het wedstrijdbeeld. Teamcoach Lotte de Koning: “We gaan het dit jaar vooral uittesten bij de dode spelmomenten zoals vrije trappen, en pas daarna op het gehele spel. Er gaat een paar jaar overheen voor het volwassen is.” Ook werden de robots afgelopen jaar slimmer in de verdediging en beter in het onderscheppen van passes.
Het nieuwe 8-wielige onderstel komt voort uit het Europese project Ropod, waaraan naast de TU/e onder meer SMF Ketels, de Hochschule Bonn-Rhein-Sieg en KU Leuven deelnemen. Het doel van Ropod is het ontwikkelen van betaalbare, mensvriendelijke robotwagentjes die zelfstandig en flexibel transporttaken binnen ziekenhuizen kunnen gaan uitvoeren, zoals het verplaatsen van ziekenhuisbedden.
Op het eerste toernooi van het jaar, de Portuguese Robotics Open van 26 tot 30 april, wordt de nieuwe robot voor het eerst getest, maar speelt nog niet mee. Het team gaat daar onder meer kijken of de robot goed zelfstandig zijn weg kan vinden. Dan zal ook duidelijk worden hoe snel de robot precies is. Het team verwacht dat de robot ongeveer vier keer zo snel is als zijn voorganger.
De resultaten op het toernooi in Portugal zijn te volgen op www.techunited.nl, onder meer via livestream.
maandag 24 april 2017
Robots domineren innovatiebeurs Hannover Messe
donderdag 20 april 2017
Nieuws Twentse onderzoeker maakt robotversie van de cheeta
UT-onderzoeker Geert Folkertsma heeft een prototype van een cheeta-robot ontwikkeld. Tijdens vier jaar van onderzoek en ontwikkeling bouwde Folkertsma een kleine robotversie van het snelste landdier ter wereld die zich op dezelfde manier beweegt. De robot gebruikt, naar verhouding, voor zijn voortbeweging slechts zo’n vijftien procent meer energie dan een echte cheeta.
Op 21 april promoveert hij op dit onderzoek aan de Universiteit Twente.
Folkertsma: “De cheeta (het jachtluipaard) is het snelste landdier ter wereld; hij maakt heel efficiënt gebruik van zijn energie. Ik wilde een robot maken die op dezelfde manier rent. Dit is nuttig voor de ontwikkeling van nieuwe robots. We zullen steeds meer gebruik gaan maken van robots in ons dagelijks leven en moeten dus zorgen dat ze zich in onze omgeving goed kunnen verplaatsen. Mijn stofzuigrobot kan bijvoorbeeld niet over drempels heen, of de trap op. We zullen daarom robots moeten ontwikkelen die kunnen lopen en om dat efficiënt te doen, kunnen we veel leren van de cheeta.”
Terwijl lopende robots doorgaans groot en zwaar zijn en logge stappen nemen die veel energie verbruiken, loopt de cheeta heel snel en efficiënt. Folkertsma: “Als je de kennis over het looppatroon van de cheeta toepast, kun je robots veel eleganter en vooral efficiënter laten lopen.” Het onderzoek van Folkertsma levert waardevolle kennis op die ingezet kan worden voor de robots van de toekomst, bijvoorbeeld voor de robots die ons gaan ondersteunen in het huishouden of in de zorg. De kennis die is opgedaan in het project kan ook worden ingezet voor revalidatierobots of geavanceerde protheses die toegerust zijn met robotica.
Folkertsma keek veel naar video’s van cheeta’s en analyseerde met software hun bewegingen. De rug van het dier blijkt cruciaal, want daarmee oefent hij kracht uit. Door zijn ruggengraat te buigen en te strekken is de cheeta snel, beweegt hij efficiënt en kan hij enorme sprongen maken. Folkertsma: “Het belangrijkste verschil tussen bestaande lopende robots en mijn cheeta-robot is dan ook de ruggengraat. De truc daarbij was om dit te imiteren, maar het vooral niet te ingewikkeld te maken: geen wervels en tussenwervelschijven, maar juist een slim geplaatste veer die ongeveer hetzelfde effect heeft. Verder slaan cheeta’s veel energie op in hun spieren, die ze later weer kunnen gebruiken. Ook dat hebben we geïmiteerd door goed gekozen veren toe te passen in de poten.”
Folkertsma: “Mijn robot is een soort nagebootst skelet met spieren en gewrichten. Niet alles zit exact op dezelfde plek als bij het dier, maar de ruggengraat, schouders en heupen wel. De echte cheeta rent niet alleen, maar klimt bijvoorbeeld ook in bomen. Dat hoeft onze robot niet te kunnen. Ik probeerde ten slotte niet een cheeta na te bouwen, maar puur zijn efficiënte manier van rennen. De robot heeft bijvoorbeeld geen normale voet, maar een lichtgewicht mechanisme met veren dat efficiënter bleek te werken. “
Het prototype dat Folkertsma ontwikkelde weegt 2,5 kilo en is 30 cm lang: twintig keer lichter en vier keer kleiner dan een echte cheeta. Naar verhouding — het verschil in gewicht meegerekend — gebruikt het prototype slechts zo’n vijftien procent meer energie dan een echte cheeta. De robot haalt nu een snelheid van ongeveer één kilometer per uur. Folkertsma: “Dat is voor zo’n kleine robot al best vlot. Er is meer onderzoek nodig om hem – in verhouding – net zo hard te laten lopen als een cheeta. Dan moet je richting twintig kilometer per uur. Een masterstudent is nu bezig met een nieuw ontwikkelde poot en de eerste testen met een enkele poot zijn al veelbelovend. Met vier van zulke poten loopt de robot nog veel sneller; ik denk dat we hiermee een heel eind in de goede richting komen.”
Promotie
Op 21 april, om 16.45 uur, verdedigt Geert Folkertsma zijn proefschrift getiteld ‘Energy-based and biomimetic robotics’ in de prof. dr. G. Berkhoff-zaal van gebouw De Waaier op de campus van de Universiteit Twente. Hij voerde zijn promotieonderzoek uit in de vakgroep Robotics and Mechatronics (RAM), onder begeleiding van promotor prof. dr. ir. Stefano Stramigioli.
woensdag 19 april 2017
Robot bedreigt ambtenaar
dinsdag 18 april 2017
Racistische robots
In een nieuwe studie, gepubliceerd in het wetenschappelijk vakblad Science, experimenteerden onderzoekers met een veelvoorkomend model voor artificiële intelligentie genaamd 'The Global Vectors for Word representation' (GloVe). Daaruit bleek dat het systeem elke soort menselijke vooringenomenheid vertoonde. Uit teksten op het internet leerde het system onder meer om vrouwelijke namen meer te associëren met familiegerelateerde woorden of afro-Amerikaanse namen als negatiever te beschouwen dan Amerikaans-Europese namen.
vrijdag 14 april 2017
'Bezorgbedrijf halveert arbeidskosten door inzet robots'
Het Chinese bezorgbedrijf Shentong Express heeft zijn arbeidskosten gehalveerd door het sorteren van pakketjes uit te besteden aan robots. Een woordvoerder van het bedrijf zegt tegen de South China Morning Post dat de robots goedkoper, efficiënter en beter zijn in het werk dan mensen. Er zijn nog wel werknemers nodig die de robots voeren met pakketjes die vervolgens naar de juiste plaats in het sorteercentrum worden gebracht.
donderdag 13 april 2017
Toyota toont robotbrace voor verlamde patiënten
Toyota introduceert een robotbrace om mensen die gedeeltelijk verlamd zijn terug te helpen lopen. De Welwalk WW-1000 moet net genoeg assistentie voorzien om patiënten na verloop van tijd terug zelfstandig te leren stappen. Het robotskelet wordt gedragen aan het getroffen been met een motorische component aan de knie. De gebruiker wandelt op een speciale loopband die het gewicht kan ondersteunen. Medisch personeel zal in staat zijn alles te besturen via een touchscreen.
woensdag 12 april 2017
‘Huid’ van sensoren maakt samenwerken met robotarm veiliger
De TU Delft heeft samen met andere partijen een prototype van een robotarm ontwikkeld die volledig is bedekt met sensoren. Daardoor zijn mogelijke botsingen tussen mensen en de robotarm in een werkomgeving, in principe automatisch te voorkomen.
Op het evenement RoboBusiness Europe 2017 (van 19 t/m 21 april in Den Haag en Delft), zullen de bezoekers op een bijzondere manier worden begroet. Dit gebeurt namelijk door een robotarm die volledige bedekt is met sensoren, die onder meer de afstand van de robotarm tot objecten of personen kunnen meten. De robotarm, ontwikkeld door de TU Delft in samenwerking met een groot aantal partners, is een van de opbrengsten van het EU-project Factory in a Day.
Een belangrijk aspect bij Factory in a Day is de veiligheid voor mensen bij het samenwerken van robots (zowel robotarmen als mobiele robots). Een mogelijke manier om botsingen van robots met mensen in de werkomgeving te voorkomen, is het plaatsen van sensoren op de robot, die de afstand tot objecten waarnemen. Daartoe heeft de Technische Universität München een’huid’ van sensoren ontwikkeld. Hierdoor kan de robot met een intelligente aansturing zelf contact/botsingen met mensen vermijden.
‘Er zijn al wel methodes om de veiligheid rond bewegende robots te vergroten, maar nog niet op deze slimme en efficiënte manier’ zegt onderzoeker Carlos Hernandez Corbato van de TU Delft. ‘De sensoren meten druk, afstand, versnelling en temperatuur. Deze robotarm heeft bovendien als groot voordeel dat hij zelfkalibrerend is.’
‘De TU Delft heeft zich vooral gericht op de software (open source) voor deze robotarm en op de integratie van alle systemen. Het systeem met sensoren is in principe van toepassing op robotarmen in allerlei toepassingen.’
dinsdag 11 april 2017
Robots houden groei arbeidsmarkt (nog) niet tegen
Het aantal banen dat verloren gaat aan automatisatie is nog steeds kleiner dan de vraag naar werknemers van vlees en bloed. Het aantal vacatures met een hoge kans op automatisatie nam met 6.000 toe ten opzichte van vorig jaar maar voornamelijk komen er meer vacatures bij die een lage kans op automatisatie hebben. Van de momenteel beschikbare vacatures zal 8,5% zeer waarschijnlijk geautomatiseerd zijn tegen 2035, een daling van 11,5% in April 2016. Dit volgens de nieuwste resultaten uit een onderzoek van vacaturezoekmachine Adzuna.
Thomas De Schuyter, Country Manager voor Nederland bij Adzuna reageert: "Werkzoekenden moeten momenteel nog niet te veel concurreren met robots. Wel moet men realiseren dat de meeste nieuwe vacatures voor vacatures zijn die moeilijker geautomatiseerd kunnen worden, vacatures waar vaak nieuwe vaardigheden voor nodig zijn. Werknemers met een beroep met hoge kans op automatisatie, kijken best of er nieuwe vaardigheden zijn die ze kunnen leren om hun werkzekerheid in de toekomst te verzekeren."
De branches waar duidelijk de digitalisering wel al een impact begint te hebben zijn de Administratieve en Financiële branche. Voor beroepen als Payroll specialist, Accounts Payable Medewerker en Accountant nam het aantal beschikbare vacatures gemiddeld met 26,7% af. Deze beroepen hebben volgens een onderzoek van de universiteit van Oxford een hoge kans om geautomatiseerd te worden tegen 2035.
"Een groot deel van automatisatie of digitalisatie komt niet alleen in de fysieke vorm van een robot voor, maar ook als computerprogramma. De adoptie van nieuwe computerprogramma’s lijkt veel sneller te lopen in Nederland waardoor de vraag naar een aantal beroepen afneemt." verklaart Thomas De Schuyter.
In Heerlen, waar 20,0% van het lokale aanbod een grote kans maakt om geautomatiseerd te worden, scoort het slechtst van alle grotere gemeenten. Gevolgd door Hardenberg (14,8%) en Venlo (14,2%). De gemeenten die het best scoren zijn Delft (3,4%), Den Haag (3,6%) en Capelle aan den IJssel (3,7%).
Zaanstad dat vorig jaar het slechtst scoorde van alle grotere gemeenten in Nederland daalde van 11,7% naar 10,3% van het actuele lokale aanbod met een hoog risico. Maastricht dat het vorig jaar zeer goed scoorde, scoort dit jaar minder. Hier is het aandeel risco vacatures toegenomen met 2,5% naar 8,8% van het lokale vacatureaanbod.
Van alle provincies in Nederland scoort Noord-Holland het best met slechts 6,8% van het vacatureaanbod, of iets meer dan 3.100 vacatures die een hoog risico op automatisatie heeft. Noord-Brabant met 10,8% van het aanbod scoort minder goed, hier hebben 4.900 vacatures een hoge kans op automatisatie. Limburg scoort het slechts met 12,9%.
Thomas De Schuyter, Country Manager voor Nederland bij Adzuna reageert: "Werkzoekenden moeten momenteel nog niet te veel concurreren met robots. Wel moet men realiseren dat de meeste nieuwe vacatures voor vacatures zijn die moeilijker geautomatiseerd kunnen worden, vacatures waar vaak nieuwe vaardigheden voor nodig zijn. Werknemers met een beroep met hoge kans op automatisatie, kijken best of er nieuwe vaardigheden zijn die ze kunnen leren om hun werkzekerheid in de toekomst te verzekeren."
De branches waar duidelijk de digitalisering wel al een impact begint te hebben zijn de Administratieve en Financiële branche. Voor beroepen als Payroll specialist, Accounts Payable Medewerker en Accountant nam het aantal beschikbare vacatures gemiddeld met 26,7% af. Deze beroepen hebben volgens een onderzoek van de universiteit van Oxford een hoge kans om geautomatiseerd te worden tegen 2035.
"Een groot deel van automatisatie of digitalisatie komt niet alleen in de fysieke vorm van een robot voor, maar ook als computerprogramma. De adoptie van nieuwe computerprogramma’s lijkt veel sneller te lopen in Nederland waardoor de vraag naar een aantal beroepen afneemt." verklaart Thomas De Schuyter.
In Heerlen, waar 20,0% van het lokale aanbod een grote kans maakt om geautomatiseerd te worden, scoort het slechtst van alle grotere gemeenten. Gevolgd door Hardenberg (14,8%) en Venlo (14,2%). De gemeenten die het best scoren zijn Delft (3,4%), Den Haag (3,6%) en Capelle aan den IJssel (3,7%).
Zaanstad dat vorig jaar het slechtst scoorde van alle grotere gemeenten in Nederland daalde van 11,7% naar 10,3% van het actuele lokale aanbod met een hoog risico. Maastricht dat het vorig jaar zeer goed scoorde, scoort dit jaar minder. Hier is het aandeel risco vacatures toegenomen met 2,5% naar 8,8% van het lokale vacatureaanbod.
Van alle provincies in Nederland scoort Noord-Holland het best met slechts 6,8% van het vacatureaanbod, of iets meer dan 3.100 vacatures die een hoog risico op automatisatie heeft. Noord-Brabant met 10,8% van het aanbod scoort minder goed, hier hebben 4.900 vacatures een hoge kans op automatisatie. Limburg scoort het slechts met 12,9%.
maandag 10 april 2017
Robotgevecht tussen Japan en VS gaat in augustus plaatsvinden
Het robotgevecht tussen het Amerikaanse MegaBots en het Japanse Suidobashi Heavy Industry gaat in augustus plaatsvinden. De locatie maken de robotbouwers nog niet bekend. Het gevecht zal worden uitgezonden op YouTube. In een nieuwsbrief meldt MegaBots dat het een nieuwe versie van zijn vechtrobot in zal zetten. De MK.III weegt twaalf ton en is bijna vijf meter hoog. De robot is nog niet in zijn definitieve vorm getoond, dat zal binnenkort gebeuren in een nieuwe video
vrijdag 7 april 2017
Bill Gates heeft ongelijk: robotfobie is niét de oplossing
Digifobie of computerfobie, herinnert u zich deze termen nog? In de jaren 80, toen de 'personal computer' zijn intrede deed in onze huiskamer en de jonge Bill Gates fortuin maakte met het PC DOS-besturingssysteem, was het een buzzwoord in media, computercursussen en zelfs psychologiesessies. Computerfobie, of de angst voor computers, hield ons in de ban tot het jaar 2000. In dat jaar zou de millenniumbug onze computergestuurde wereld zogezegd in chaos storten. Toen de bug een overroepen mythe bleek te zijn, verdween ook het woord 'digifobie' uit ons collectief geheugen. Om stilaan plaats te maken voor robotfobie. Ook Bill Gates lijkt er vatbaar voor: hij wil de robots afstoppen door er belastingen op te heffen. Maar dat is géén goed idee.
donderdag 6 april 2017
Geen hogere boete voor drones
Er komt geen hogere boete voor overtredingen met drones en recreatieve drones hoeven niet geregistreerd te worden. Dat schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer had om deze maatregelen gevraagd omdat drones regelmatig het vliegverkeer in gevaar brengen. Volgens Dijksma is er is tot dusver slechts een beperkt aantal rechtszaken geweest en lag de eis steeds ruim onder het maximum.
Robot met Raspberry Pi kan met TensorFlow afval leren scheiden
Ontwikkelaars hebben een robot gemaakt die afval kan leren scheiden met TensorFlow, de opensource library voor machine learning. De robot kan objecten herkennen en die in een van de drie bakken gooien.
woensdag 5 april 2017
Transportrobots kampen met kinderziektes
De invasie van robots in de transportsector is niet voor meteen. Ze kampen met kinderziektes. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) donderdag heeft voorgesteld. Al is het volgens het instituut maar de vraag wanneer de slimme toestellen hun opmars zullen maken in de logistiekbranche. In het project 'flexibele transportrobots' werden volautomatische robots ingezet die vrij kunnen bewegen. Ze werden getest in verschillende distributiecentra van warenhuisketen Colruyt en bij arbeidsbemiddelaar VDAB in Herentals. De nieuwe werkkrachten moesten objecten oppakken en vervoeren, dozen stapelen, rekken optillen en mensen volgen.
dinsdag 4 april 2017
Belangrijke stap op weg naar autonoom varen in de binnenvaart
In het kader van het TKI Dinalog programma gaat een samenwerkingsverband van TNO, Marin, TU Delft, BLN-Schuttevaer, BTB, DAMEN en 10 binnenvaartondernemers een belangrijke bijdrage leveren aan het toekomstperspectief van autonoom varen.
Autonoom varen is één van de speerpunten van zowel de Topsector Water als de Topsector Logistiek. Naar verwachting kan autonoom varen bijdragen aan een effectiever gebruik van de infrastructuur, een hogere veiligheid, een vermindering van brandstofverbruik en emissies, een grotere inzetbaarheid van schepen en verlaging van kosten. Al deze factoren dragen bij aan een sterkere concurrentiepositie van de binnenvaart.
In dit TKI Dinalog project werken de projectpartners samen om aan de hand van verschillende scheepstypes in verschillende marktsegmenten (droge bulkvaart, containervaart en tankvaart) zicht te krijgen op de potentie en mogelijke commerciële hindernissen van autonoom varen voor de binnenvaart.
De Topsector Water werkt aan kennisontwikkeling op een aantal technische onderwerpen zoals scheepsontwerp en nautische afhandeling. Dit project richt zich op het onderzoeken van de impact van autonoom varen op de logistiek en een uitwerking van de economische dynamiek voor betrokken bedrijven. Uit ervaringen met de ontwikkeling van autonoom rijden (truck platooning) is bekend dat een goed begrip van de business case en de logistieke aspecten de innovatie kan versnellen.
TNO Maritiem & Offshore is zeer actief op het gebied van autonoom varen. Volgens Maurits Huisman, als business developer werkzaam bij TNO, is autonoom varen een belangrijk thema voor TNO en voor Nederland als maritieme natie.
“Het toekomstperspectief autonoom varen is opgenomen in de Blauwe Route van de Nationale Wetenschapsagenda, als oplossingsrichting voor het veiliger maken van de scheepvaart en vaarwegen. Daarvoor zijn geavanceerde sensoren, systemen, big data analyse en ontwerpmethodieken nodig. TNO heeft reeds veel kennis over deze onderwerpen ontwikkeld en wil deze graag inzetten voor de maritieme sector", aldus Huisman. Organisaties met interesse in deze ontwikkelingen kunnen zich bij hem melden.
Autonoom varen is één van de speerpunten van zowel de Topsector Water als de Topsector Logistiek. Naar verwachting kan autonoom varen bijdragen aan een effectiever gebruik van de infrastructuur, een hogere veiligheid, een vermindering van brandstofverbruik en emissies, een grotere inzetbaarheid van schepen en verlaging van kosten. Al deze factoren dragen bij aan een sterkere concurrentiepositie van de binnenvaart.
In dit TKI Dinalog project werken de projectpartners samen om aan de hand van verschillende scheepstypes in verschillende marktsegmenten (droge bulkvaart, containervaart en tankvaart) zicht te krijgen op de potentie en mogelijke commerciële hindernissen van autonoom varen voor de binnenvaart.
De Topsector Water werkt aan kennisontwikkeling op een aantal technische onderwerpen zoals scheepsontwerp en nautische afhandeling. Dit project richt zich op het onderzoeken van de impact van autonoom varen op de logistiek en een uitwerking van de economische dynamiek voor betrokken bedrijven. Uit ervaringen met de ontwikkeling van autonoom rijden (truck platooning) is bekend dat een goed begrip van de business case en de logistieke aspecten de innovatie kan versnellen.
TNO Maritiem & Offshore is zeer actief op het gebied van autonoom varen. Volgens Maurits Huisman, als business developer werkzaam bij TNO, is autonoom varen een belangrijk thema voor TNO en voor Nederland als maritieme natie.
“Het toekomstperspectief autonoom varen is opgenomen in de Blauwe Route van de Nationale Wetenschapsagenda, als oplossingsrichting voor het veiliger maken van de scheepvaart en vaarwegen. Daarvoor zijn geavanceerde sensoren, systemen, big data analyse en ontwerpmethodieken nodig. TNO heeft reeds veel kennis over deze onderwerpen ontwikkeld en wil deze graag inzetten voor de maritieme sector", aldus Huisman. Organisaties met interesse in deze ontwikkelingen kunnen zich bij hem melden.
maandag 3 april 2017
Minder storingen en lagere kosten door slimmer onderhoudsmodel
Onderzoekers aan de Universiteit Twente hebben een rekenmodel ontwikkeld waarmee je onderhoud aan treinen, het spoor, vliegtuigen, zelfrijdende auto’s, robots en kerncentrales beter kunt plannen. Dit zorgt voor een hogere betrouwbaarheid en lagere kosten. Dennis Guck van de vakgroep Formal Methods and Tools promoveerde onlangs op dit onderzoek.
Onderhoud is essentieel om treinen, het spoor, vliegtuigen, zelfrijdende auto’s, robots en kerncentrales in goede conditie te houden en storingen te voorkomen. Onderzoekers van de UT-vakgroep Formal Methods and Tools ontwikkelden een nieuw rekenmodel om de kosten en de baten van onderhoud beter in kaart te brengen. Hierdoor krijgen organisaties inzicht in welke onderhoudsacties essentieel zijn en waar er bespaard kan worden. Het model is al in gebruik genomen bij diverse organisaties, waaronder ProRail. Martijn van Noort, ProRail: “We hebben het UT-rekenmodel ingezet om bij een nieuw product te kunnen voorspellen hoeveel verbetering dit gaat opleveren in ons onderhoud. Het model helpt ons om een goede kostenafwegingen te kunnen maken. Dit is onderdeel van het programma ExploRail.”
Onderhoud kost veel geld. Jaarlijks geven bedrijven als ProRail, Rijkswaterstaat en KLM ieder miljoenen uit aan onderhoudsactiviteiten. ProRail gebruikt bijvoorbeeld speciale treinen om de ligging van het spoor te verbeteren. Het spoor is niet beschikbaar tijdens onderhoud, dit brengt hoge kosten met zich mee. Maar wanneer je te weinig onderhoud pleegt, leidt dit tot een kortere levensduur van het spoor en meer storingen. Ongeplande storingen en defecten zijn nóg kostbaarder dan preventief onderhoud. Bovendien is onderhoud van belang voor de veiligheid van het spoor. Het is dus zaak om de kosten en de baten van onderhoud goed tegen elkaar af te wegen.
Mariëlle Stoelinga, promotor van Dennis Guck, legt uit hoe het UT-rekenmodel werkt: “Bestaande modellen kijken vaak alleen naar de kosten van onderhoud, of de effecten van slijtage en storingen. Ons model combineert beide, waardoor je betere afwegingen kunt maken. Dit model combineert drie ingrediënten. Aan de basis staan modellen die de slijtage van systeemcomponenten in kaart brengen: hoe snel ontstaan defecten in het systeem als je geen onderhoud pleegt? En wat is het effect van onderhoud op het voorkomen van defecten? We ontwikkelden een kansberekeningsmodel om antwoord te vinden op deze vragen. Vervolgens rekenen we door welke effecten slijtage aan componenten hebben op het functioneren van het systeem. Tenslotte rekenen we de kosten en baten uit met geavanceerde kansberekeningen; de UT is wereldleider op het gebied van algoritmes voor het doorrekenen van kansberekeningsmodellen, stochastisch model checking genaamd. Samen leveren deze drie ingrediënten een systeem op waarmee onderhoudsingenieurs hun onderhoud kunnen optimaliseren.”
zaterdag 1 april 2017
Robotarm geïnspireerd op een octopus
Robots die op dieren lijken zoals die van Google-bedrijf Boston Dynamics kunnen er heel eng uitzien. Zo niet deze OctopusGripper van het Duitse Festo. De bewegingen van de robotarm, die de grip van een inktvistentakel nabootst, zijn ronduit elegant te noemen. OctopusGripper is in staat om met silicone zuignappen objecten vast te pakken.