RoboCup Junior: kunnen robots dansen en voetballen?
Op zaterdag 20 april vonden op de TU Delft de Nationale Kampioenschappen RoboCup Junior plaats. Bijna zestig teams uit heel Nederland liet zien wat scholieren op robotica-gebied in hun mars hebben. De teams deden mee met zelfgebouwde robotjes in de categorieën Dans, Rescue en Voetbal.
De wedstrijden werden gespeeld in drie disciplines en drie leeftijdsgroepen. Leerlingen uit het Primair Onderwijs streden tegen elkaar, ook de Onderbouw en Bovenbouw uit het voortgezet onderwijs hadden ieder een eigen categorie. Leerlingen ontwerpen, bouwen en programmeren hun eigen robotjes en spelen mee met Dansen, Rescue of Voetbal.
Bij Dansen zorgen ze dat één of meer robotjes dansen op de maat van zelf uitgezochte muziek. Het gaat erom het publiek te vermaken, maar ook om te laten zien wat hun robotje(s) allemaal kunnen. Bij Rescue gaat het erom op het speelveld een ‘container met gevaarlijke stoffen’ op te sporen en onschadelijk te maken. De leerlingen doen dat door hun robotje zo snel mogelijk naar het gele ‘moeras’ te rijden en daar de ‘container’ te zoeken en naar de kant van het ‘moeras’ te duwen. Het slimme gebruik van sensoren moet hier helpen om de opdracht zo snel mogelijk uit te voeren. Een wat moeilijker variant wordt gespeeld op een speelveld met twee verdiepingen, waarbij de robots door een ‘huis’ moeten manoeuvreren en een blikje opsporen en op een verhoging plaatsen.
De wedstrijden werden gespeeld in drie disciplines en drie leeftijdsgroepen. Leerlingen uit het Primair Onderwijs streden tegen elkaar, ook de Onderbouw en Bovenbouw uit het voortgezet onderwijs hadden ieder een eigen categorie. Leerlingen ontwerpen, bouwen en programmeren hun eigen robotjes en spelen mee met Dansen, Rescue of Voetbal.
Bij Dansen zorgen ze dat één of meer robotjes dansen op de maat van zelf uitgezochte muziek. Het gaat erom het publiek te vermaken, maar ook om te laten zien wat hun robotje(s) allemaal kunnen. Bij Rescue gaat het erom op het speelveld een ‘container met gevaarlijke stoffen’ op te sporen en onschadelijk te maken. De leerlingen doen dat door hun robotje zo snel mogelijk naar het gele ‘moeras’ te rijden en daar de ‘container’ te zoeken en naar de kant van het ‘moeras’ te duwen. Het slimme gebruik van sensoren moet hier helpen om de opdracht zo snel mogelijk uit te voeren. Een wat moeilijker variant wordt gespeeld op een speelveld met twee verdiepingen, waarbij de robots door een ‘huis’ moeten manoeuvreren en een blikje opsporen en op een verhoging plaatsen.
Geen opmerkingen: