Wanneer wij mensen wandelen en plots een pijnscheut voelen, weten we vaak in eerste instantie niet waar die pijn vandaan komt. Maar we weten wel dat als we onze voet net ietsje anders neerzetten of als we net wat meer op het andere been leunen, de pijn minder wordt. Dus wat gaan we doen: we passen ons gedrag aan en wandelen – zo goed als dat gaat – verder. Uiteindelijk moeten we tenslotte toch thuis zien te komen. Wetenschappers hebben nu ook robots met die vaardigheid uitgerust. Ze ontwikkelden daartoe het T-resilience algoritme. Zodra een robot merkt dat lopen niet meer zo goed gaat als in het verleden, past deze zijn gedrag aan zodat zijn prestaties toch weer zoveel mogelijk in de buurt komen van de prestaties uit het verleden.
woensdag 31 juli 2013
maandag 29 juli 2013
Lekker zuipen bij Duitse robot
Wie het een beetje gehad heeft met de doorsnee barkeep die je op zaterdagavond in je stamkroeg aantreft, kan tegenwoordig terecht in het Duitse Ilmenau. Daar worden de drankjes namelijk geschonken door een heuse robot. Carl, zoals de barkeepende robot gedoopt is, is een creatie van Ben Schaefer, een ingenieur die al 23 jaar actief is in de elektronica
zaterdag 27 juli 2013
Robot kan automatisch bloed prikken
De Veebot is een robotarm die zelf bloed kan prikken door geschikte aders te detecteren. De robot zou bij het afnemen van bloed sneller en veiliger zijn dan mensen. Patiënten steken hun arm door een opblaasbaar manchet onder de Veebot, die maakt dat de aders beter zichtbaar zijn. Vervolgens zoekt Veebot middels infrarood naar geschikte aders om bloed door af te nemen.
maandag 22 juli 2013
Wetenschappers leren robot te leren
Brown University roboticus Chad Jenkins verwacht dat de robot revolutie in zicht komt omdat robots zelf beginnen te leren. Leren door anderen te observeren en vragen te stellen. Net zoals mensen zelf leren. Het wordt steeds duidelijker dat de werkelijk nuttige dingen die we van een robot verwachten te moeilijk zijn om te programmeren. Het zu teveel tijd kosten alles te programmeren.
vrijdag 19 juli 2013
Epke Zonderland krijgt concurrentie
Grote projecten als ASIMO en BigDog ten spijt, echt atletisch zijn robots nog altijd niet. Dit kleine exemplaar van heeft echter de nodige flexibiliteit in huis. Aan de rekstok laat het robotje van de verder anonieme makers zien waar het toe in staat is, met een perfecte viervoudige backflip en een strakke landing. Epke, maak je borst maar nat.
donderdag 18 juli 2013
Robot en Philips-röntgen werken samen
Het Philips-röntgensysteem Allura is in staat om volledig samen te werken met een operatierobot van partner Hansen Medical. Ze kunnen worden ingezet voor operaties, via een katheter in de lies, aan aderen die zich buiten het hart bevinden. Philips Healthcare en het Californische bedrijf Hansen Medical werken al geruime tijd samen. Woensdag maakten ze bekend dat hun beide systemen nu naadloos op elkaar aansluiten en samenwerken.
Robot voor dementerenden in Engeland
Engelse patiënten met dementie krijgen als proef een robot om hen langer thuis te laten wonen. De Giraff, zoals de robot heet, heeft een ingebouwde camera en microfoon waarmee familie en mantelzorgers contact kunnen leggen met de patiënt. Daarover bericht E-health Insider (EHI). Jon Harris, hoofd ict bij NHS Western Isles, dacht in eerste instantie aan een soort “Skype op een stok”. ‘
woensdag 17 juli 2013
Robot start-up investeert in ketendenken
Robomotive uit Roermond heeft een robot ontwikkeld die zijn eigen gereedschap pakt en aankoppelt en losgestorte onderdelen uit een bak haalt (bin picking). Niet alleen de robotcel is innovatief, ook de netwerkorganisatie die rond Robomotive is opgebouwd, is een voorbeeld van vernieuwend ondernemerschap. Syntens fungeerde daarbij als klankbord. Met zijn twee armen die tegelijkertijd en onafhankelijk van elkaar aangestuurd worden, lijkt de motoriek van de robot op die van de mens. Het bijzondere van deze robotcel zit in de combinatie van standaard robotfuncties met geïntegreerde, intelligente 3D Vision, slimme software en nieuwe gereedschappen.
maandag 15 juli 2013
UT scoort erg goed bij Europese ICT call
Veertien projecten van UT-onderzoekers zijn gehonoreerd bij de laatste ICT-call van de Europese Unie. Met name het CTIT heeft extreem goed gescoord en haalde 5,7 miljoen euro onderzoeksfinanciering op. Iddo Bante, zakelijk directeur van het CTIT, is trots: “We hebben blijkbaar een perfect netwerk op Europese schaal. Dat betaalt zich nu uit.”
Het Zevende Kaderprogramma (KP7), het grootste subsidieprogramma van de Europese Unie op het gebied van onderzoek, moet internationale samenwerking tussen bedrijven en wetenschappelijke instellingen stimuleren. Via diverse ‘calls’ kunnen onderzoekers financiering aanvragen voor onderzoek waarbij ze nauw samenwerken met andere Europese partners. Bij de laatste ICT-call heeft de Universiteit Twente het erg goed gedaan. Veertien projecten werden gehonoreerd: twee van onderzoeksinstituut MIRA en maar liefst twaalf van het CTIT.
Van de 45 door het CTIT ingediende projecten werden er twaalf gehonoreerd. Een slagingspercentage van 27 procent. Dat lijkt niet per se heel veel, maar Iddo Bante, zakelijk directeur van het CTIT, legt uit dat het wel degelijk heel bijzonder is. “De concurrentie is zeer groot. Een slagingspercentage van 27 procent is een enorme prestatie, ver boven het gemiddelde van minder dan achttien procent! In totaal gaat het om een EU bijdrage van 5,7 miljoen euro. Belangrijker is dat we niet eenmalig goed weten te scoren, maar dat we het structureel zo goed doen. Vorig jaar deed het CTIT het ook al erg goed. De vakgroepen die goed scoren zijn blijkbaar in staat dat succes te herhalen. Het is dus zeker geen toevalstreffer!”
Als belangrijkste succesfactor noemt Bante het goede internationale netwerk van de CTIT-vakgroepen. “We hebben een perfect netwerk op Europese schaal, zowel met andere kennisinstellingen als met het bedrijfsleven. Voor onderzoeksfinanciering wordt Europa steeds belangrijker. We werken veel samen en zijn al vele jaren betrokken bij allerhande Europese projecten. Dat betaalt zich nu uit.”
Bante is, los van het aantal gehonoreerde projecten, met name trots op het feit dat het CTIT over de volle breedte goed heeft weten te scoren, van slimme systemen voor de toekomstige energievoorziening tot robotica en van sensornetwerken tot ethiek: “De Europese agenda is structureel opgenomen in het denken van onze vakgroepen.”
Topscoorder van de UT is Vanessa Evers van de vakgroep Human Media Interaction. Zij wist maar liefst drie projecten in de wacht te slepen. Bij al deze projecten staan ‘sociale systemen’ centraal: (computer)systemen die de interactie aangaan met mensen. Evers: “Deze systemen moeten in staat zijn om sociale situaties te monitoren. Bij de onderzoeken kijken we onder meer hoe robots het beste kunnen reageren. Het eerste project moet leiden tot een systeem voor telepresence, in wezen een zelflerende robot die fysiek de plaats van een gebruiker, die achter een computer zit, kan overnemen. Deze robot moet leren hoe hij sociaal gedrag overneemt – zoals de juiste afstand tot gesprekspartners houden – zodat de gebruiker zich puur op de conversatie kan richten. De twee andere projecten richten zich op kinderen en moeten leiden tot een (virtueel) systeem dat een of twee kinderen een omgeving biedt om ontdekkend te leren en een robot die met meerdere kinderen spelenderwijs kan opruimen en ondertussen de kinderen leert om goed samen te werken. Hierbij is het opruimen een spel samen met de robot wordt gespeeld.”
Overigens gaat het bij de gehonoreerde projecten lang niet alleen om enkel technologische innovatie, benadrukt Bante. “We doen hier geen wetenschap puur voor de wetenschap; uiteindelijk draait het om concrete toepassingen waar de maatschappij iets aan heeft. De analoge en de digitale wereld groeien steeds verder naar elkaar toe. Dit leidt tot veranderende sociale systemen. Daarom is het van groot belang dat we technologisch onderzoek altijd koppelen aan de gedrags- en maatschappijwetenschappen, zoals we op de UT doen.”
Zo heeft ook de vakgroep Wijsbegeerte van Philip Brey meerdere projecten in de wacht gesleept. Onder meer op het vlak van de professionalisering van ethische aspecten van onderzoek, zoals privacy, informatieveiligheid en rechtvaardigheid. Brey: “We gaan proberen om tot een systeem voor ethische certificering te komen, een soort keurmerk, waarmee bedrijven en kennisinstellingen kunnen aantonen dat ze aan gestelde kwaliteitseisen voldoen. Internationale standaarden geven de partijen handvaten om het werk beter te doen en maken onderzoeksresultaten beter uitwisselbaar.
Dit jaar is het laatste jaar dat EU-onderzoeksfinanciering via het Zevende Kaderprogramma verloopt. Daarna zal dit via het Horizon 2020 programma gebeuren. Hierbij ligt de focus op de zogenaamde Grand Challenges zoals klimaatverandering, vergrijzing, voedselveiligheid en betaalbare duurzame energie.
Ook al komen er met een nieuw programma nieuwe spelregels, bang dat het CTIT het hierdoor minder goed zal doen is Bante allerminst. “Door ons goede Europese netwerk, onze technische expertise, de koppeling van technologie aan gedrags- en maatschappijwetenschappen en ons goede track record op valorisatiegebied zijn we al goed voorgesorteerd op de uitdagingen van Horizon 2020.”
Het Zevende Kaderprogramma (KP7), het grootste subsidieprogramma van de Europese Unie op het gebied van onderzoek, moet internationale samenwerking tussen bedrijven en wetenschappelijke instellingen stimuleren. Via diverse ‘calls’ kunnen onderzoekers financiering aanvragen voor onderzoek waarbij ze nauw samenwerken met andere Europese partners. Bij de laatste ICT-call heeft de Universiteit Twente het erg goed gedaan. Veertien projecten werden gehonoreerd: twee van onderzoeksinstituut MIRA en maar liefst twaalf van het CTIT.
Van de 45 door het CTIT ingediende projecten werden er twaalf gehonoreerd. Een slagingspercentage van 27 procent. Dat lijkt niet per se heel veel, maar Iddo Bante, zakelijk directeur van het CTIT, legt uit dat het wel degelijk heel bijzonder is. “De concurrentie is zeer groot. Een slagingspercentage van 27 procent is een enorme prestatie, ver boven het gemiddelde van minder dan achttien procent! In totaal gaat het om een EU bijdrage van 5,7 miljoen euro. Belangrijker is dat we niet eenmalig goed weten te scoren, maar dat we het structureel zo goed doen. Vorig jaar deed het CTIT het ook al erg goed. De vakgroepen die goed scoren zijn blijkbaar in staat dat succes te herhalen. Het is dus zeker geen toevalstreffer!”
Als belangrijkste succesfactor noemt Bante het goede internationale netwerk van de CTIT-vakgroepen. “We hebben een perfect netwerk op Europese schaal, zowel met andere kennisinstellingen als met het bedrijfsleven. Voor onderzoeksfinanciering wordt Europa steeds belangrijker. We werken veel samen en zijn al vele jaren betrokken bij allerhande Europese projecten. Dat betaalt zich nu uit.”
Bante is, los van het aantal gehonoreerde projecten, met name trots op het feit dat het CTIT over de volle breedte goed heeft weten te scoren, van slimme systemen voor de toekomstige energievoorziening tot robotica en van sensornetwerken tot ethiek: “De Europese agenda is structureel opgenomen in het denken van onze vakgroepen.”
Topscoorder van de UT is Vanessa Evers van de vakgroep Human Media Interaction. Zij wist maar liefst drie projecten in de wacht te slepen. Bij al deze projecten staan ‘sociale systemen’ centraal: (computer)systemen die de interactie aangaan met mensen. Evers: “Deze systemen moeten in staat zijn om sociale situaties te monitoren. Bij de onderzoeken kijken we onder meer hoe robots het beste kunnen reageren. Het eerste project moet leiden tot een systeem voor telepresence, in wezen een zelflerende robot die fysiek de plaats van een gebruiker, die achter een computer zit, kan overnemen. Deze robot moet leren hoe hij sociaal gedrag overneemt – zoals de juiste afstand tot gesprekspartners houden – zodat de gebruiker zich puur op de conversatie kan richten. De twee andere projecten richten zich op kinderen en moeten leiden tot een (virtueel) systeem dat een of twee kinderen een omgeving biedt om ontdekkend te leren en een robot die met meerdere kinderen spelenderwijs kan opruimen en ondertussen de kinderen leert om goed samen te werken. Hierbij is het opruimen een spel samen met de robot wordt gespeeld.”
Overigens gaat het bij de gehonoreerde projecten lang niet alleen om enkel technologische innovatie, benadrukt Bante. “We doen hier geen wetenschap puur voor de wetenschap; uiteindelijk draait het om concrete toepassingen waar de maatschappij iets aan heeft. De analoge en de digitale wereld groeien steeds verder naar elkaar toe. Dit leidt tot veranderende sociale systemen. Daarom is het van groot belang dat we technologisch onderzoek altijd koppelen aan de gedrags- en maatschappijwetenschappen, zoals we op de UT doen.”
Zo heeft ook de vakgroep Wijsbegeerte van Philip Brey meerdere projecten in de wacht gesleept. Onder meer op het vlak van de professionalisering van ethische aspecten van onderzoek, zoals privacy, informatieveiligheid en rechtvaardigheid. Brey: “We gaan proberen om tot een systeem voor ethische certificering te komen, een soort keurmerk, waarmee bedrijven en kennisinstellingen kunnen aantonen dat ze aan gestelde kwaliteitseisen voldoen. Internationale standaarden geven de partijen handvaten om het werk beter te doen en maken onderzoeksresultaten beter uitwisselbaar.
Dit jaar is het laatste jaar dat EU-onderzoeksfinanciering via het Zevende Kaderprogramma verloopt. Daarna zal dit via het Horizon 2020 programma gebeuren. Hierbij ligt de focus op de zogenaamde Grand Challenges zoals klimaatverandering, vergrijzing, voedselveiligheid en betaalbare duurzame energie.
Ook al komen er met een nieuw programma nieuwe spelregels, bang dat het CTIT het hierdoor minder goed zal doen is Bante allerminst. “Door ons goede Europese netwerk, onze technische expertise, de koppeling van technologie aan gedrags- en maatschappijwetenschappen en ons goede track record op valorisatiegebied zijn we al goed voorgesorteerd op de uitdagingen van Horizon 2020.”
vrijdag 12 juli 2013
Amerikaans leger bouwt 'meest menselijke robot'
Het Amerikaanse leger heeft naar eigen zeggen de meest menselijke robot tot nu toe gebouwd. Dat blijkt uit een video die online is verschenen. De robot is ontwikkeld door Boston Dynamics in opdracht en met geld van de Defense Advanced Research Projects Agency (DARPA), onderdeel van het Amerikaanse ministerie van Defensie.
donderdag 11 juli 2013
Rose de thuiszorgrobot
Maak kennis met Rose, de zorgrobot die ontwikkeld is op de TU/e. Rose kan bijna alles. Rose is een robot die zorgklusjes kan overnemen zoals het halen en brengen van een drankje en een maaltijd in de magnetron opwarmen en opdienen. De TU/e en zorgverzekeraar CZ gaan Rose na een reeks testen nu op de markt brengen.
woensdag 10 juli 2013
woensdag 3 juli 2013
Internationale belangstelling voor Utrechts roboticaonderzoek
Journalisten van onder andere de Vancouver Sun, Hindustan Times, CCTV (China Central Television) en de Chileense televisie waren eind juni te gast bij de faculteit Bètawetenschappen in het kader van de Mediatour Robots & Robotics.
Een week lang werd een groep van vijftien internationale journalisten en camerateams rondgeleid door Nederland om te zien wat ons land te bieden heeft op het gebied van robotica. De Mediatour werd georganiseerd door AgentschapNL. De internationale journalisten kwamen ook kijken bij het roboticaonderzoek van het departement Informatica. Robots moeten immers geprogrammeerd worden en hebben kunstmatige intelligentie nodig. ‘Eén derde van de robotica bestaat uit programmeren’, aldus dr. ir. Frank van der Stappen, universitair docent aan de Universiteit Utrecht.
De middag begon met een presentatie van Van der Stappen over hoe robots worden ingezet om objecten vast te pakken en te manipuleren. Daarna vertelde dr. Roland Geraerts, samen met twee van zijn promovendi, over crowd simulaties en waar hun simulaties allemaal al zijn ingezet.
‘Het leukste bewaren we voor het laatst’, deelde Geraerts aan het einde van zijn presentatie mee. En inderdaad, toen de groep journalisten even later het Motion Capture Lab van de Research Community COMMIT/ binnen stapten, kwamen de camera’s, telefoons en microfoons tevoorschijn. Het is natuurlijk hartstikke spectaculair om één van je collega’s in een pak te zien met tientallen bolletjes, en tegelijkertijd op het beeldscherm een dansende zombie die precies dezelfde bewegingen maakt (zie foto).
Het internationale gezelschap was enthousiast, en de organisator gaf aan in september graag terug te komen om een nieuwe groep buitenlandse journalisten een kijk te geven in het onderzoek van de Universiteit Utrecht, ditmaal op het gebied van gaming.
Een week lang werd een groep van vijftien internationale journalisten en camerateams rondgeleid door Nederland om te zien wat ons land te bieden heeft op het gebied van robotica. De Mediatour werd georganiseerd door AgentschapNL. De internationale journalisten kwamen ook kijken bij het roboticaonderzoek van het departement Informatica. Robots moeten immers geprogrammeerd worden en hebben kunstmatige intelligentie nodig. ‘Eén derde van de robotica bestaat uit programmeren’, aldus dr. ir. Frank van der Stappen, universitair docent aan de Universiteit Utrecht.
De middag begon met een presentatie van Van der Stappen over hoe robots worden ingezet om objecten vast te pakken en te manipuleren. Daarna vertelde dr. Roland Geraerts, samen met twee van zijn promovendi, over crowd simulaties en waar hun simulaties allemaal al zijn ingezet.
‘Het leukste bewaren we voor het laatst’, deelde Geraerts aan het einde van zijn presentatie mee. En inderdaad, toen de groep journalisten even later het Motion Capture Lab van de Research Community COMMIT/ binnen stapten, kwamen de camera’s, telefoons en microfoons tevoorschijn. Het is natuurlijk hartstikke spectaculair om één van je collega’s in een pak te zien met tientallen bolletjes, en tegelijkertijd op het beeldscherm een dansende zombie die precies dezelfde bewegingen maakt (zie foto).
Het internationale gezelschap was enthousiast, en de organisator gaf aan in september graag terug te komen om een nieuwe groep buitenlandse journalisten een kijk te geven in het onderzoek van de Universiteit Utrecht, ditmaal op het gebied van gaming.
Hanson Robotics maakt robotpeuter
Het bedrijf Hanson Robotics is van plan een robotpeuter te maken. Hij zou de 'slimste robot' ter wereld moeten worden. De robot heet Adam Z1 en zal in staat zijn om te spreken, met speelgoed te spelen, tekeningen te maken en te reageren met emotie, zo meldt iO9. Voor het project heeft oprichter David Hanson meerdere specialisten op het gebied van technologie aangetrokken waaronder OpenCog Artificial General Intelligence(AGI)-oprichter Ben Goertzal.
maandag 1 juli 2013
Robot trekt aandacht in bibliotheek
In de Nieuwe Bibliotheek in Almere Stad waren alle ogen gericht op de futuristische REEM-robot. De robot was in Almere in het kader van de internationale summercourse Caring Robots, die door Windesheim wordt georganiseerd. 'Deze robot wordt voor marketingdoeleinden gebruikt en staat op tentoonstellingen. Hij demonstreert wat er allemaal mogelijk is. De robot herkent spraak, kan een huiskamer opruimen na een feestje en een drankje halen uit de keuken. Het is maar net hoe hij is geprogrammeerd', aldus Jonathan González van PAL Robotics, het bedrijf dat eigenaar is van de REEM Robot.