Na de mens staan nu ook robots met elkaar in verbinding via het internet, dankzij RoboEarth. Onderzoekers van TU Eindhoven, Philips en vier Europese universiteiten leveren komende week na vier jaar onderzoek dit online platform op waarmee robots wereldwijd van elkaar nieuwe vaardigheden kunnen leren; een soort ‘Wikipedia voor robots’. De ontwikkeling van robots die taken kunnen overnemen in de zorg of huishouding wordt hiermee aanzienlijk versneld.
Door de vergrijzende samenleving is het hard nodig dat robots in de toekomst taken in de zorg of huishouding overnemen. Om robots succesvol een mechanisch handje te laten helpen is het noodzakelijk dat ze flexibel kunnen omspringen met nieuwe situaties of omgevingen. Zo kun je een robot leren om je een kopje koffie te brengen in de huiskamer, maar als een paar stoelen zijn verschoven weet de robot je niet meer te vinden. Of als je net nieuwe koffiekopjes hebt gekocht raakt de robot in de war.
“Het probleem is dat robots nu vaak voor één specifieke taak worden ontwikkeld”, zegt René van de Molengraft, TU/e-onderzoeker en projectleider van RoboEarth. “Alledaagse variaties die bij onze omgeving onvermijdelijk zijn, maken ieder voorgeprogrammeerde handeling onbruikbaar. Met RoboEarth kunnen robots nieuwe taken en omgevingen gewoon van elkaar leren. Al hun kennis en ervaring worden via een centrale, online database wereldwijd gedeeld. Daarnaast kan reken- en denkwerk uitgevoerd worden via het systeem (een zogenoemde ‘cloud engine’), waardoor de robot over minder rekenkracht of batterijvermogen hoeft te beschikken.”
Een robot kan bijvoorbeeld een ziekenhuiskamer in beeld brengen en deze kaart uploaden op RoboEarth. Een andere robot, die de kamer nog niet kent, kan de kaart van RoboEarth gebruiken om direct de locatie van een glaasje water te vinden, in plaats van hier eindeloos naar te moeten zoeken. Net zo kan de handeling van het openmaken van een doosje pillen via RoboEarth worden gedeeld, zodat andere robots dit ook lukt zonder dat ze voor dit specifiek type doosje waren geprogrammeerd.
Komende week wordt RoboEarth door het team onderzoekers van zes Europese onderzoeksinstituten (TU/e, Philips, ETH Zürich, TU München en de universiteiten van Zaragoza en Stuttgart) na vier jaar onderzoek opgeleverd. Met vier robots en twee nagebouwde ziekenhuiskamers zal de werking van het platform gedemonstreerd worden aan een afvaardiging van de Europese Commissie die het project financierde.
Door de vergrijzende samenleving is het hard nodig dat robots in de toekomst taken in de zorg of huishouding overnemen. Om robots succesvol een mechanisch handje te laten helpen is het noodzakelijk dat ze flexibel kunnen omspringen met nieuwe situaties of omgevingen. Zo kun je een robot leren om je een kopje koffie te brengen in de huiskamer, maar als een paar stoelen zijn verschoven weet de robot je niet meer te vinden. Of als je net nieuwe koffiekopjes hebt gekocht raakt de robot in de war.
“Het probleem is dat robots nu vaak voor één specifieke taak worden ontwikkeld”, zegt René van de Molengraft, TU/e-onderzoeker en projectleider van RoboEarth. “Alledaagse variaties die bij onze omgeving onvermijdelijk zijn, maken ieder voorgeprogrammeerde handeling onbruikbaar. Met RoboEarth kunnen robots nieuwe taken en omgevingen gewoon van elkaar leren. Al hun kennis en ervaring worden via een centrale, online database wereldwijd gedeeld. Daarnaast kan reken- en denkwerk uitgevoerd worden via het systeem (een zogenoemde ‘cloud engine’), waardoor de robot over minder rekenkracht of batterijvermogen hoeft te beschikken.”
Een robot kan bijvoorbeeld een ziekenhuiskamer in beeld brengen en deze kaart uploaden op RoboEarth. Een andere robot, die de kamer nog niet kent, kan de kaart van RoboEarth gebruiken om direct de locatie van een glaasje water te vinden, in plaats van hier eindeloos naar te moeten zoeken. Net zo kan de handeling van het openmaken van een doosje pillen via RoboEarth worden gedeeld, zodat andere robots dit ook lukt zonder dat ze voor dit specifiek type doosje waren geprogrammeerd.
Komende week wordt RoboEarth door het team onderzoekers van zes Europese onderzoeksinstituten (TU/e, Philips, ETH Zürich, TU München en de universiteiten van Zaragoza en Stuttgart) na vier jaar onderzoek opgeleverd. Met vier robots en twee nagebouwde ziekenhuiskamers zal de werking van het platform gedemonstreerd worden aan een afvaardiging van de Europese Commissie die het project financierde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten