donderdag 17 juli 2014

Drones voor veiligheid

De technologische ontwikkelingen op het terrein van onbemande vliegtuigen gaan razendsnel. Dat levert voor de overheid zowel kansen als bedreigingen op. En vooral ook vragen. Pieter Elands leidt namens TNO een vierjarig onderzoeksprogramma ‘Onbemande Systemen’ voor het ministerie van Defensie. Spannende technologie en inmiddels een vaste waarde in de operationele praktijk, maar wat betekent de invoering van onbemande systemen voor de organisatie, de processen en de samenwerking met andere systemen bij Defensie? Welke problemen levert dat op en hoe gaan we die oplossen? Een belangrijk resultaat van het onderzoeksprogramma is om onbemande systemen te beproeven alvorens ze aan te schaffen. Door middel van Concept Development & Experimentation (CD&E) wil het onderzoeksteam vaststellen of onbemande systemen geschikt zijn om de gewenste taak uit te voeren en zo ja hoe ze dan het beste kunnen worden ingezet.

Elands pleit voor een integrale aanpak als het gaat om de aanschaf van drones, waarbij aspecten als wijze van inzet, opleiding, personeel, exploitatiekosten, veiligheid en dergelijke worden meegenomen. Elands: ‘Het is niet genoeg om een onbemand vliegtuig aan te schaffen en je dan pas af te vragen wat je ermee kunt. Dat is heel verleidelijk op de korte termijn, maar leidt al snel tot problemen. TNO heeft al ruim vijftien jaar expertise opgebouwd op dit gebied voor Defensie. TNO wil deze kennis graag ontsluiten voor andere partijen in de veiligheidsketen, zoals politie, marechaussee, brandweer en kustwacht. Denk hierbij aan het structureren van het materieelkeuzeproces, maar ook aan wat onbemande systemen voor de organisaties kunnen betekenen en welke operationele behoeften ze kunnen vervullen, die niet met andere middelen kunnen worden ingevuld. Dat wil TNO heel graag samen met alle partijen uit de veiligheidsketen verkennen.’

Het NLR is al jarenlang vaste partner van TNO bij het onderzoek naar onbemande systemen voor Defensie. Elands: ‘Defensie heeft geen eigen R&D-organisatie. Dat is belegd bij onder andere TNO en het NLR. Het spreekt dan ook vanzelf dat we dit samen met NLR willen doen. Het gaat hierbij onder andere over hun specifieke kennis op het gebied van luchtwaardigheid en integratie in het luchtruim. Het onderwerp begint ook steeds meer te leven binnen de overheid. Er zijn veel departementen vanuit allerlei invalshoeken bij het onderwerp betrokken, waarbij er ook grote interesse is in het detecteren en uitschakelen van drones. En precies daarom zitten we samen met de spelers uit de veiligheidsketen om de tafel, om het ontsluiten van de reeds opgebouwde kennis op de best mogelijke manier te doen. We hebben echter te maken met verschillende partijen, ieder met een eigen achtergrond en taak, en dus ook mogelijk specifieke eisen bij de inzet van drones. Daarom doen we het stap voor stap. We mikken op een eerste workshop met alle betrokkenen aan het eind van de zomer.’

Maaike Lousberg (projectontwikkelaar) richt zich vooral op de verschillende toepassingen van drones in het veiligheidsveld. Lousberg: ‘Het aantal mogelijkheden van drones voor de surveillance bijvoorbeeld is groot. TNO weet alles van intelligente camera’s waarmee specifiek gedrag kan worden gedetecteerd. Als we dat combineren met een drone ontstaat er een oplossing die voor de politie echt meerwaarde heeft: goedkoper dan een politiehelikopter, langer in de lucht en onopvallend.’ Stap 1 is nu eerst de workshop: Elands: ‘In die workshop willen we met alle betrokkenen een behoeftestellingsproces doorlopen aan de hand van een aantal concrete cases. De deelnemers, die elk natuurlijk hun specifieke eisen hebben, kunnen dan van elkaar leren welke aspecten relevant zijn, en mogelijk kan het zelfs leiden tot onderlinge taakverdeling, zodat partij A drone X gaat aanschaffen en partij B drone Y

Geen opmerkingen:

Een reactie posten