Onbemande vliegtuigjes helpen bij reddingsoperatie

Op woensdag 13 augustus doen internationale experts op het gebied van autonome vliegtuigtechnologie mee aan een competitie waarin ze een reddingsoperatie nabootsen. De wedstrijd vindt plaats op het militaire oefenterrein Oostdorp. Micro-vliegtuigen (Micro Air Vehicles, MAV’s) kunnen in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen in reddingsoperaties. Ze kunnen autonoom belangrijke observaties doen en bijvoorbeeld in huizen op zoek gaan naar eventuele slachtoffers. De TU Delft is organisator van de wedstrijd en het bijbehorende congres.

De wedstrijd op het oefenterrein is onderdeel van de International Micro Air Vehicle Conference (IMAV 2014), die voor de derde maal in Nederland gehouden wordt, van maandag 11 t/m donderdag 14 augustus. De TU Delft heeft veel ervaring met microvliegtuigen en treedt daarom op als organisator van deze bijeenkomst. Het bekendste voorbeeld van Delftse technologie op dit gebied is de DelFly, een vliegtuigje waarmee wetenschappers de fladderbewegingen en intelligentie van kleine vliegende insecten trachten na te bootsen en te doorgronden.

Voor een zo’n realistisch mogelijke vergelijking met een civiele ramp, zoals een aardbeving, vindt de wedstrijd plaats in het oefendorp Oostdorp. Op dit oefenterrein van Defensie zijn vierendertig woningen gebouwd in een dorpse setting. De teams krijgen verschillende opdrachten. Met de informatie die de teams via hun micro-vliegtuigen verkrijgen, moet een gedetailleerde kaart gemaakt worden waarop te zien is welke wegen nog begaanbaar zijn. In een aantal huizen moet gecheckt worden op gewonden en één huis moet gedetailleerder in kaart worden gebracht. Ook moet vastgesteld worden of het voor reddingswerkers veilig is om naar binnen te gaan in verband met instortingsgevaar. Hoe kleiner de vliegtuigjes zijn en hoe autonomer ze de opdrachten correct kunnen uitvoeren, hoe meer punten ze verdienen.

Micro-vliegtuigen zijn voorbeelden van drones: onbemande vliegtuigen. Maar deze wedstrijd en het bijbehorende congres onderscheiden zich van andere drone-evenementen omdat ze volledig zijn gefocust op micro-vliegtuigen kleiner dan 80 centimeter. Er is te zien welke technieken in de komende jaren toepasbaar worden. Vijf jaar geleden lag de focus nog vooral op het autonoom laten vliegen van de MAV’s; dit jaar kunnen de vliegtuigjes autonoom vliegen maar moeten ze dat ook in complexe omgevingen kunnen, zoals in gebouwen en een drukke stad. Daarbij ligt de uitdaging vooral bij de sensoren die de omgeving waar moeten nemen en intelligente algoritmes om met die informatie om te gaan.