Industriële robots zullen op korte termijn ook inzetbaar en betaalbaar zijn voor kleinschalige productie dankzij het aansturingssysteem dat is ontwikkeld binnen het Nederlands-Duitse samenwerkingsverband SInBot. De eerste tests zijn veelbelovend, blijkt uit promotieonderzoek van ir. Maarten Essers van de Universiteit Twente.
Grote bedrijven in de maakindustrie, bijvoorbeeld de automotive branche, zetten steeds meer slimme robots in voor massaproductie. Voor kleine series is dat niet rendabel, omdat het (her)programmeren van industriële robots een duur en tijdrovend proces is. Een bijkomend probleem is de hiërarchische structuur van het aansturingssysteem, waardoor veel meer machines bij het proces zijn betrokken dan noodzakelijk. Dat maakt het voor robots lastig om snel te kunnen overschakelen op nieuwe taken. Ook vergroot het de kansen op fouten in de productie. Bij het produceren van grote hoeveelheden is dat minder een bezwaar dan bij kleine serieproducties. Robots worden om die reden nog nauwelijks ingezet in het midden- en kleinbedrijf.
Promovendus Maarten Essers van de Universiteit Twente heeft onderzoek gedaan naar de verbeterde aansturing van de industriële robotarm. De nieuwe generatie intelligent aangestuurde robots is wél in staat om snel en flexibel productietaken uit te voeren, wijst zijn onderzoek uit. In het nieuwe systeem worden verschillende robots niet topdown aangedreven, maar overleggen ze met elkaar wat ze doen. Daardoor zijn ze in staat om uiteindelijk zelfstandig taken toe te wijzen en uit te voeren. Dit wordt een heterarchische (in plaats van hiërarchische) aanpak genoemd.
De nieuwe ontwerparchitectuur maakt robots veel flexibeler en makkelijker inzetbaar in een kleinere productieomgeving. ,,Fabrieken, vooral in het midden- en kleinbedrijf, gaan er de komende jaren anders uitzien”, voorspelt onderzoeker Essers. ,,Er zullen overal smart factories ontstaan waar kleinschalige productie volledig geautomatiseerd plaatsvindt met zelflerende slimme robots. Dat gaan we zien in de food-en feedindustrie, de metaalsector en andere vormen van maakindustrie. Ook wordt het makkelijker om delen van grote productielijnen in bijvoorbeeld de petrochemische industrie snel om te schakelen. Het heeft een grote impact voor de Nederlandse industrie en effent de weg naar een Smart Industry.”
Essers promoveert op woensdag 20 april aan de Universiteit Twente bij de vakgroep Ontwerp, Productie en Management van prof. Fred van Houten. Zijn onderzoek vond plaats binnen het project SInBot, waarin 10 Nederlandse en Duitse bedrijven en kennisinstellingen werken aan een nieuw robotplatform. De partners zijn: Grunewald, Haake, Irmato, Luinstra, de Universiteit van Groningen, Stodt, Universiteit Twente, Westfälische Hochschule, Xsens en Incas3.
Grote bedrijven in de maakindustrie, bijvoorbeeld de automotive branche, zetten steeds meer slimme robots in voor massaproductie. Voor kleine series is dat niet rendabel, omdat het (her)programmeren van industriële robots een duur en tijdrovend proces is. Een bijkomend probleem is de hiërarchische structuur van het aansturingssysteem, waardoor veel meer machines bij het proces zijn betrokken dan noodzakelijk. Dat maakt het voor robots lastig om snel te kunnen overschakelen op nieuwe taken. Ook vergroot het de kansen op fouten in de productie. Bij het produceren van grote hoeveelheden is dat minder een bezwaar dan bij kleine serieproducties. Robots worden om die reden nog nauwelijks ingezet in het midden- en kleinbedrijf.
Promovendus Maarten Essers van de Universiteit Twente heeft onderzoek gedaan naar de verbeterde aansturing van de industriële robotarm. De nieuwe generatie intelligent aangestuurde robots is wél in staat om snel en flexibel productietaken uit te voeren, wijst zijn onderzoek uit. In het nieuwe systeem worden verschillende robots niet topdown aangedreven, maar overleggen ze met elkaar wat ze doen. Daardoor zijn ze in staat om uiteindelijk zelfstandig taken toe te wijzen en uit te voeren. Dit wordt een heterarchische (in plaats van hiërarchische) aanpak genoemd.
De nieuwe ontwerparchitectuur maakt robots veel flexibeler en makkelijker inzetbaar in een kleinere productieomgeving. ,,Fabrieken, vooral in het midden- en kleinbedrijf, gaan er de komende jaren anders uitzien”, voorspelt onderzoeker Essers. ,,Er zullen overal smart factories ontstaan waar kleinschalige productie volledig geautomatiseerd plaatsvindt met zelflerende slimme robots. Dat gaan we zien in de food-en feedindustrie, de metaalsector en andere vormen van maakindustrie. Ook wordt het makkelijker om delen van grote productielijnen in bijvoorbeeld de petrochemische industrie snel om te schakelen. Het heeft een grote impact voor de Nederlandse industrie en effent de weg naar een Smart Industry.”
Essers promoveert op woensdag 20 april aan de Universiteit Twente bij de vakgroep Ontwerp, Productie en Management van prof. Fred van Houten. Zijn onderzoek vond plaats binnen het project SInBot, waarin 10 Nederlandse en Duitse bedrijven en kennisinstellingen werken aan een nieuw robotplatform. De partners zijn: Grunewald, Haake, Irmato, Luinstra, de Universiteit van Groningen, Stodt, Universiteit Twente, Westfälische Hochschule, Xsens en Incas3.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten