Drone brengt bodem in beeld
Onlangs was er voor veehouders een themabijeenkomst Bodem in beeld bij de Gebroeders Van de Wind in Woudenberg. Op deze middag is besproken hoe je met behulp van een infraroodtechniek de bodemkwaliteit van verschillende graspercelen in beeld kunt brengen en afwijkende plekken kunt verbeteren. Een goede bodemkwaliteit is een belangrijk element voor hoge gewasopbrengsten.
Bij een optimaler bodembeheer daalt het risico op wateroverlast, omdat een meer doorlatende bodem meer water kan opnemen. Ook verbetert de oppervlaktewaterkwaliteit als gevolg van een afname in de uit- en afspoeling vanuit de bodem.
Om de bodemkwaliteit in beeld te brengen is gebruik gemaakt van een drone. Deze gaat met behulp van een tevoren geprogrammeerd schema de lucht in. Deze drone verzamelt gegevens van de percelen door foto’s te maken. De beelden worden vervolgens verwerkt tot kleurenkaarten. Op een voorbeeldkaart is met kleuren aangegeven hoe een resultaat van de dronebeelden eruit kan zien. De voorbeeldkaart toont welke delen van het perceel relatief verdicht (rood en geel) zijn en welke minder verdicht. De rode aaneengesloten stukken zijn het erf, de stallen en het veepad. Verder laat de kaart zien dat het zuidelijk perceel meer verdichte (gele) plekken heeft dan de andere percelen.
Daarna keek men op een aantal van de afwijkende plekken in de percelen. De oorzaak van de afwijkingen verschilt per locatie. Op de ene locatie is de bodem verdicht door het rijpad vanwaar de machines het veld op rijden. Op een andere plek heeft de bodem een andere samenstelling als gevolg van een oude ruilverkaveling. En op een derde locatie bevat de bodem meer klei en minder zand.
Uit dit veldbezoek blijkt dat de dronebeelden goede en slechte plekken op een perceel kunnen detecteren. Na analyse van deze afwijkende plekken kan de boer besluiten om de bodem op deze specifieke plekken te (laten) bewerken, een volledig perceel te bewerken of juist het perceel te laten voor wat het is.
Bij een optimaler bodembeheer daalt het risico op wateroverlast, omdat een meer doorlatende bodem meer water kan opnemen. Ook verbetert de oppervlaktewaterkwaliteit als gevolg van een afname in de uit- en afspoeling vanuit de bodem.
Om de bodemkwaliteit in beeld te brengen is gebruik gemaakt van een drone. Deze gaat met behulp van een tevoren geprogrammeerd schema de lucht in. Deze drone verzamelt gegevens van de percelen door foto’s te maken. De beelden worden vervolgens verwerkt tot kleurenkaarten. Op een voorbeeldkaart is met kleuren aangegeven hoe een resultaat van de dronebeelden eruit kan zien. De voorbeeldkaart toont welke delen van het perceel relatief verdicht (rood en geel) zijn en welke minder verdicht. De rode aaneengesloten stukken zijn het erf, de stallen en het veepad. Verder laat de kaart zien dat het zuidelijk perceel meer verdichte (gele) plekken heeft dan de andere percelen.
Daarna keek men op een aantal van de afwijkende plekken in de percelen. De oorzaak van de afwijkingen verschilt per locatie. Op de ene locatie is de bodem verdicht door het rijpad vanwaar de machines het veld op rijden. Op een andere plek heeft de bodem een andere samenstelling als gevolg van een oude ruilverkaveling. En op een derde locatie bevat de bodem meer klei en minder zand.
Uit dit veldbezoek blijkt dat de dronebeelden goede en slechte plekken op een perceel kunnen detecteren. Na analyse van deze afwijkende plekken kan de boer besluiten om de bodem op deze specifieke plekken te (laten) bewerken, een volledig perceel te bewerken of juist het perceel te laten voor wat het is.
Geen opmerkingen: