Je handen zijn de hele dag in beweging. Dit merk je pas goed als de functie van je hand vermindert, bijvoorbeeld door verlamming, artritis of een andere oorzaak. Studenten van de TU Delft hebben met een 3D-printer een prototype gemaakt van een ‘zachte’ robothandschoen die mogelijk de beweeglijkheid van de hand kan vergroten. Dit project wordt met acht andere studieprojecten gepresenteerd tijdens de tentoonstelling van de minor ‘Advanced Prototyping’ op dinsdag 1 november op de TU Delft.
Zachte robothandschoenen, hololenzen die een museumcollectie tot leven brengen, sterkere materialen die 3D printen makkelijker en betaalbaarder maken – de toepassing van technologieën als 3D printen en Augmented Reality (AR) lijken onbeperkt. Om beter zicht te krijgen op de mogelijkheden van deze technologieën, wordt elk jaar de minor ‘Advanced Prototyping’ georganiseerd door de faculteiten Industrieel Ontwerpen en Bouwkunde van de TU Delft. De resultaten van deze minor worden op dinsdag 1 november tussen 12:30 – 15:00 uur op de Delftse campus gepresenteerd.
‘Zachte’ robots (soft robotics), robots van zachte, vervormbare materialen, hebben eigenschappen die moeilijk zijn na te bootsen met ‘harde’ materialen die worden toegepast in conventionele robots. Door gebruik te maken van 3D printen kunnen actuatoren, sensoren en constructieonderdelen in een keer worden geïntegreerd en complexe producten vormen die toch een geheel vormen (een ‘single body’). In het project ‘Getting a grip with printed Soft robotics’ passen de studenten deze technologieën toe om een zachte robothandschoen te maken die bijvoorbeeld gebruikt kan worden bij revalidatietherapie voor de hand.
maandag 31 oktober 2016
vrijdag 28 oktober 2016
Stephen Hawking waarschuwt voor kunstmatige intelligentie
De Britse natuurkundige, kosmoloog en wiskundige Stephen Hawking heeft tijdens de opening van een nieuw centrum voor toekomstige intelligentie aan de Universiteit van Cambridge gewaarschuwd voor de gevolgen van kunstmatige intelligentie, die zeer groot kunnen zijn, zowel in negatief als positief opzicht. Volgens Hawking is er geen groot verschil tussen wat er met een biologisch brein kan worden bereikt en wat met een computer kan worden gedaan. Het is daarom in theorie mogelijk dat computers menselijke intelligentie kunnen emuleren en zelfs voorbijstreven, aldus de natuurkundige.
donderdag 27 oktober 2016
Eerste stappen naar de aanraakrobot
Een kneepje in een arm, een klopje op de schouder of een klap in het gezicht. Aanraken is een belangrijk onderdeel van de sociale interactie tussen mensen. Sociale aanraking is echter nog een relatief onontgonnen vakgebied als het gaat om robots.
Dit terwijl robots niet meer per se in gecontroleerde fabrieksomgevingen werken, maar steeds vaker midden in de maatschappij opereren. Merel Jung doet bij onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente onderzoek naar sociale aanraking bij robots. Met een relatief eenvoudig systeem – een paspoparm met daarop druksensoren, aangesloten op een computer – slaagde ze er al in om zestig procent van de aanrakingen goed te herkennen. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal on Multimodal User Interfaces.
Robots worden steeds socialer. Een bekend voorbeeld van een sociale robot is Paro, een zeehondrobotje dat in verzorgingstehuizen wordt ingezet om dementerende ouderen te kalmeren en reacties bij ze uit te lokken. Voor deze doelgroep heeft deze robot goede resultaten, maar de stap naar robots die, net als mensen, verschillende soorten sociale aanrakingen kunnen herkennen, interpreteren en er juist naar kunnen handelen is nog erg groot. Het is een relatief onontgonnen gebied binnen de wetenschap, maar wel een gebied waar op termijn veel van valt te verwachten, Denk bijvoorbeeld aan robots die autistische kinderen helpen met hun sociale contacten, of robots die geneeskundestudenten trainen op praktijksituaties.
Merel Jung doet aan de Universiteit Twente daarom onderzoek naar sociale aanraking tussen mens en robot. Om een robot op de juiste manier op een aanraking te kunnen laten reageren onderscheidt ze vier verschillende stappen. De robot moet de aanraking eerst waarnemen vervolgens kunnen herkennen en interpreteren, om er daarna op de juiste manier op te reageren. In deze fase van haar onderzoek richt Jung zich op de eerste twee fases: waarnemen en herkennen. Met een relatief simpele testopstelling – een paspoparm met daarop in totaal 64 druksensoren – slaagde ze er in om zestig procent van bijna 8000 aanrakingen (verdeeld over veertien verschillende aanrakingen in drie intensiteiten) te onderscheiden.
Zestig procent klinkt niet direct heel hoog, maar het is een mooi percentage als je bedenkt dat elke vorm van sociale context ontbrak en diverse aanrakingen erg op elkaar lijken. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen grijpen en knijpen, of tussen hard aaien en zacht wrijven. Daar komt bij dat de proefpersonen die de paspoparm moesten aanraken geen instructie kregen hoe ze hun aanraking moesten uitvoeren en het computersysteem niet op de aanraking van individuele proefpersonen kon ‘trainen’.
Onder vergelijkbare omstandigheden zou de mens ook lang niet alle aanrakingen kunnen herkennen. In vervolgonderzoek, waar Jung momenteel mee bezig is, richt ze zich op hoe robots aanraking kunnen interpreten binnen een sociale context. Verwachting is dat de robot door het interpreteren van de context beter in staat zal zijn om op een juiste manier op aanraking te reageren en de aanraakrobot nog een stap dichter bij komt.
Dit terwijl robots niet meer per se in gecontroleerde fabrieksomgevingen werken, maar steeds vaker midden in de maatschappij opereren. Merel Jung doet bij onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente onderzoek naar sociale aanraking bij robots. Met een relatief eenvoudig systeem – een paspoparm met daarop druksensoren, aangesloten op een computer – slaagde ze er al in om zestig procent van de aanrakingen goed te herkennen. Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal on Multimodal User Interfaces.
Robots worden steeds socialer. Een bekend voorbeeld van een sociale robot is Paro, een zeehondrobotje dat in verzorgingstehuizen wordt ingezet om dementerende ouderen te kalmeren en reacties bij ze uit te lokken. Voor deze doelgroep heeft deze robot goede resultaten, maar de stap naar robots die, net als mensen, verschillende soorten sociale aanrakingen kunnen herkennen, interpreteren en er juist naar kunnen handelen is nog erg groot. Het is een relatief onontgonnen gebied binnen de wetenschap, maar wel een gebied waar op termijn veel van valt te verwachten, Denk bijvoorbeeld aan robots die autistische kinderen helpen met hun sociale contacten, of robots die geneeskundestudenten trainen op praktijksituaties.
Merel Jung doet aan de Universiteit Twente daarom onderzoek naar sociale aanraking tussen mens en robot. Om een robot op de juiste manier op een aanraking te kunnen laten reageren onderscheidt ze vier verschillende stappen. De robot moet de aanraking eerst waarnemen vervolgens kunnen herkennen en interpreteren, om er daarna op de juiste manier op te reageren. In deze fase van haar onderzoek richt Jung zich op de eerste twee fases: waarnemen en herkennen. Met een relatief simpele testopstelling – een paspoparm met daarop in totaal 64 druksensoren – slaagde ze er in om zestig procent van bijna 8000 aanrakingen (verdeeld over veertien verschillende aanrakingen in drie intensiteiten) te onderscheiden.
Zestig procent klinkt niet direct heel hoog, maar het is een mooi percentage als je bedenkt dat elke vorm van sociale context ontbrak en diverse aanrakingen erg op elkaar lijken. Denk bijvoorbeeld aan het verschil tussen grijpen en knijpen, of tussen hard aaien en zacht wrijven. Daar komt bij dat de proefpersonen die de paspoparm moesten aanraken geen instructie kregen hoe ze hun aanraking moesten uitvoeren en het computersysteem niet op de aanraking van individuele proefpersonen kon ‘trainen’.
Onder vergelijkbare omstandigheden zou de mens ook lang niet alle aanrakingen kunnen herkennen. In vervolgonderzoek, waar Jung momenteel mee bezig is, richt ze zich op hoe robots aanraking kunnen interpreten binnen een sociale context. Verwachting is dat de robot door het interpreteren van de context beter in staat zal zijn om op een juiste manier op aanraking te reageren en de aanraakrobot nog een stap dichter bij komt.
woensdag 26 oktober 2016
Wallonië pleit voor belasting op robotwerk
Waals begrotingsminister Christophe Lacroix (PS) wil een belasting op robotwerk. Concreet pleit hij voor een taks voor bedrijven die werknemers vervangen door geautomatiseerde machines. Lacroix wil met de maatregel laaggeschoolden, wiens job steeds meer wordt ingevuld door robots, beschermen. “Het is duidelijk dat automatisering steeds meer ten koste gaat van de werkgelegenheid, vooral dan voor mensen die een laag of helemaal geen diploma hebben”, zegt Lacroix in De Morgen.
Japanse robot kan zweten
Wetenschappers van de Universiteit van Tokio hebben een robot ontwikkeld die zichzelf afkoelt door te zweten. Op die manier kan de robot 11 minuten lang opdrukken zonder dat zijn motoren oververhit raken. Het systeem werkt met ruimtes van poreus aluminium bij de oppervlakte van de robot, schrijft vakblad IEEE Spectrum. Daar stroomt water dat in het lichaam van de robot zit opgeslagen naartoe om vervolgens te verdampen.
maandag 24 oktober 2016
Topeconoom Acemoglu naar Groningen voor lezing over robotica en de arbeidsmarkt
De toonaangevende econoom Daron Acemoglu geeft op zaterdag 5 november een openbaar gastcollege aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. Het college gaat over een essentieel onderwerp in de snel veranderende wereld: ‘The Race of Man Against Machine’. Steeds meer taken die ooit door mensen werden verricht, worden tegenwoordig uitgevoerd met behulp van robotica en kunstmatige intelligentie. Wat is het effect hiervan op de arbeidsmarkt?
Sommige economen zien de toekomst van de arbeidsmarkt somber in omdat bepaalde banen overbodig worden als gevolg van nieuwe technologieën. Maar Acemoglu ziet de huidige ontwikkelingen in robotica en kunstmatige intelligentie als een fase in een langdurig proces. In de loop van de geschiedenis zijn er, telkens als bestaande taken overbodig werden, nieuwe geschoolde functies ontstaan. Acemoglu stelt dat dit een race is tussen twee krachten: automatisering door machines en het creëren van nieuwe, complexe taken door de mens. Of de arbeidsmarkt gaat instorten is afhankelijk van het evenwicht tussen deze twee.
Het levenswerk van Daron Acemoglu bestaat uit het beantwoorden van de fundamentele vraag waarom sommige landen rijk zijn en andere arm. Zijn boek Why Nations Fail, dat hij heeft geschreven met James Robinson stelt dat economisch succes afhankelijk is van sterke maatschappelijke instituties. Het boek bereikte de bestsellerlijst van de New York Times. Daron Acemolgu is geboren in Turkije en studeerde in het Verenigd Koninkrijk. Hij is momenteel Elizabeth and James Killian Professor of Economics aan het Massachusetts Institute of Technology. Hij heeft talloze prijzen, erelidmaatschappen en eredoctoraten ontvangen.
Sommige economen zien de toekomst van de arbeidsmarkt somber in omdat bepaalde banen overbodig worden als gevolg van nieuwe technologieën. Maar Acemoglu ziet de huidige ontwikkelingen in robotica en kunstmatige intelligentie als een fase in een langdurig proces. In de loop van de geschiedenis zijn er, telkens als bestaande taken overbodig werden, nieuwe geschoolde functies ontstaan. Acemoglu stelt dat dit een race is tussen twee krachten: automatisering door machines en het creëren van nieuwe, complexe taken door de mens. Of de arbeidsmarkt gaat instorten is afhankelijk van het evenwicht tussen deze twee.
Het levenswerk van Daron Acemoglu bestaat uit het beantwoorden van de fundamentele vraag waarom sommige landen rijk zijn en andere arm. Zijn boek Why Nations Fail, dat hij heeft geschreven met James Robinson stelt dat economisch succes afhankelijk is van sterke maatschappelijke instituties. Het boek bereikte de bestsellerlijst van de New York Times. Daron Acemolgu is geboren in Turkije en studeerde in het Verenigd Koninkrijk. Hij is momenteel Elizabeth and James Killian Professor of Economics aan het Massachusetts Institute of Technology. Hij heeft talloze prijzen, erelidmaatschappen en eredoctoraten ontvangen.
vrijdag 21 oktober 2016
Vanessa Evers geeft tv-college
Intelligente robots die begrijpen wat we zien en voelen: science fiction of realiteit? Robotprof Vanessa Evers vertelt aan Nederland hoe we ervoor staan op dit vlak. Vrijdagavond geeft ze college op NPO3.
In het college van de Universiteit van Nederland vertelt Vanessa Evers hoe de Universiteit Twente robots sociaal intelligent probeert te maken. Ze laat zien hoe de wetenschap aan de ene kant heel ver is en tegelijkertijd hoe complex het is om zo’n digitale vriend te verwezenlijken. Hoe weet een robot of je lacht, huilt of boos bent en zelfs of je vecht, danst of verveeld bent? Er moeten heel veel data verzameld worden voordat een robot echt weet of je gelukkig bent, om maar wat te noemen.
Google werkt aan een kill-switch. Hiermee kunnen computers worden uitgezet op het moment dat ze in opstand komen tegen ons, de mens. Natuurkundige Stephen Hawking waarschuwde begin deze maand voor het kunstmatig-intelligent computersysteem Skynet, dat zelfbewust kan worden en zich vervolgens tegen zijn scheppers kan keren.
Volgens Vanessa Evers is dit allemaal overdreven. Er zijn bijvoorbeeld fabrieksrobots, stofzuigrobots en operatierobots die heel precies kunnen functioneren, maar het idee dat robots de wereld overnemen, is voorlopig een Hollywoodscenario. Toch streeft Vanessa naar sociaalintelligente robots, die zien wat je denkt en voelt en sociale situaties kunnen begrijpen. Hoe fijn zou het zijn wanneer je stofzuigrobot aanvoelt dat-ie niet moet gaan schoonmaken als je aan bellen bent?
Het college van Vanessa wordt uitgezonden op vrijdag 21 oktober om 22.33 op NPO3. Vanessa behoort tot de eerste vijf wetenschappers waarvan de colleges bij Universiteit van Nederland worden uitgezonden bij de NPO.
donderdag 20 oktober 2016
Verlamde man voelt weer dankzij robotarm
Onderzoekers van de University van Pittsburgh Medical Center werken al jaren aan brein-naar-machine-interfaces. Eerder was het al gelukt om een verlamde vrouw een robotarm met gedachten te laten besturen. Na een oefenperiode van enkele weken kon zij zichzelf met de robotarm stukjes chocola voeren. Nu hebben de onderzoekers de robotarm uitgerust met sensoren waardoor patiënten niet alleen via gedachten de robotarm kunnen besturen, maar ook kunnen voelen wat de robothand voelt.
woensdag 19 oktober 2016
Drones schrijven mee aan nieuwe geschiedenis Cariben
Drones blijken een goed hulpmiddel om door de mens aangebrachte veranderingen in het landschap in kaart te brengen. Geofysicus Till Sonnemann en zijn collega’s (archeologie) experimenteren ermee in moeilijk doordringbare gebieden in de Cariben.
In het grootschalige onderzoeksproject ERC Synergy NEXUS1492 is hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman met een groot team op zoek naar de culturen en samenlevingen van de vele inheemse, Indiaanse bevolking in de Cariben rond 1500. Hoe was het voordat Columbus in 1492 in hun gebied voet aan wal zette en wat gebeurde er daarna?
In de loop van het onderzoek bleek dat de meer traditionele technieken zoals opgravingen – met soms zwaar materieel – en verkenningen in het veld niet toereikend waren voor het complete beeld. Op het Caribische eiland Hispaniola bijvoorbeeld, maken dichte bebossing en steile hellingen onderzoek op de traditionele manier moeizaam en duur. Columbus stichtte er de eerste Europese nederzetting. Maar waar waren de oorspronkelijke volken gevestigd, hoe leefden ze en hoe pakte de interactie met de Europeanen precies uit?
In aanvulling op de traditionele archeologische methoden ontwikkelde dr. Till Sonnemann met zijn collega’s geavanceerde, technische methoden om beter te kunnen kijken. Dat deed hij met behulp van drones. Die leverden foto’s en meetgegevens op (‘fotogrammetrie’) op grond waarvan kaarten werden gemaakt. Daarop zagen Sonnemann en zijn collega's door mensen veroorzaakte doorbrekingen van het natuurlijke landschap aan: in een gebied met heuvels en vlakten, bleken afgebakende, georganiseerde leefgemeenschappen te hebben bestaan. De wetenschappers hopen verder te ontdekken hoe en met welk doel de indianen besloten zich op die specifieke locatie te vestigen.
Nadat Columbus op zijn beroemde wereldreis aanlandde in de Cariben, liep het niet goed af met de lokale volken in de hele Cariben. Honderdduizenden inheemse mensen stierven als gevolg van de koloniale ontmoetingen, door geïmporteerde ziekten, mishandeling, slavernij en hongersnood.
In het grootschalige onderzoeksproject ERC Synergy NEXUS1492 is hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman met een groot team op zoek naar de culturen en samenlevingen van de vele inheemse, Indiaanse bevolking in de Cariben rond 1500. Hoe was het voordat Columbus in 1492 in hun gebied voet aan wal zette en wat gebeurde er daarna?
In de loop van het onderzoek bleek dat de meer traditionele technieken zoals opgravingen – met soms zwaar materieel – en verkenningen in het veld niet toereikend waren voor het complete beeld. Op het Caribische eiland Hispaniola bijvoorbeeld, maken dichte bebossing en steile hellingen onderzoek op de traditionele manier moeizaam en duur. Columbus stichtte er de eerste Europese nederzetting. Maar waar waren de oorspronkelijke volken gevestigd, hoe leefden ze en hoe pakte de interactie met de Europeanen precies uit?
In aanvulling op de traditionele archeologische methoden ontwikkelde dr. Till Sonnemann met zijn collega’s geavanceerde, technische methoden om beter te kunnen kijken. Dat deed hij met behulp van drones. Die leverden foto’s en meetgegevens op (‘fotogrammetrie’) op grond waarvan kaarten werden gemaakt. Daarop zagen Sonnemann en zijn collega's door mensen veroorzaakte doorbrekingen van het natuurlijke landschap aan: in een gebied met heuvels en vlakten, bleken afgebakende, georganiseerde leefgemeenschappen te hebben bestaan. De wetenschappers hopen verder te ontdekken hoe en met welk doel de indianen besloten zich op die specifieke locatie te vestigen.
Nadat Columbus op zijn beroemde wereldreis aanlandde in de Cariben, liep het niet goed af met de lokale volken in de hele Cariben. Honderdduizenden inheemse mensen stierven als gevolg van de koloniale ontmoetingen, door geïmporteerde ziekten, mishandeling, slavernij en hongersnood.
dinsdag 18 oktober 2016
Nederlandse tekenrobot is door kinderen te programmeren
Wie beweert dat robots geen kunst kunnen produceren, moet eens naar de werkjes van Goto kijken. De tekenrobot van het Eindhovense Studio Tast maakt de mooiste, unieke kunstwerken en is nog leerzaam ook. De robot heeft een arm die heen en weer kan, en kan draaien. Steek er een potlood, pen, krijt of kwast in en Goto tekent precies wat je wil.
maandag 17 oktober 2016
Nederlandse robot doet bewegingen na
De Nederlandse kunstenaar Freerk Wieringa laat een robot de bewegingen die hij maakt in een speciaal pak nadoen.
zaterdag 15 oktober 2016
Gaan teams van samenwerkende drones voedselproductie verbeteren?
Drones, die dankzij ‘zwerm-robotica’ met elkaar samenwerken, kunnen boeren helpen het onkruid op hun velden in kaart te brengen en hun gewasopbrengsten te verbeteren. Dat belooft een door ECHORD++ gefinancierd onderzoeksproject genaamd SAGA: Swarm Robotics for Agricultural Applications. SAGA zal worden gepresenteerd tijdens de aankomende Maker Fair, die van 14 t/m 16 oktober in Rome wordt gehouden. Binnen de domeinen landbouwrobotica en precisielandbouw levert Wageningen University & Research (WUR), expertise.
Het SAGA project gaat een team van zwerm-robotica drones opleveren die, dankzij hun onderlinge samenwerking via ‘zwerm-robotica’, een veld kan monitoren en de aanwezigheid van onkruid tussen de gewassen nauwkeurig in kaart kan brengen met behulp van ingebouwde machinecontrole. Daarnaast trekken de drones elkaar binnen onkruidrijke gebieden aan, zodat alleen die gebieden aan een grondige inspectie worden onderworpen. Dit principe is gebaseerd op het gedrag dat zwermen bijen vertonen: die foerageren vooral in de bloemenperken die de meeste nectar en stuifmeel opleveren. Op deze manier kan onkruidbestrijding worden beperkt tot hoge-prioriteitsgebieden en dat levert besparingen en een hogere productiviteit op.
“De toepassing van zwermrobotica binnen de precisielandbouw staat voor een paradigmaverschuiving die een enorme impact kan hebben”, aldus dr. Vito Trianni, projectcoördinator bij SAGA en onderzoeker bij het Instituut van cognitieve wetenschappen en technologieën van de Italiaanse nationale onderzoeksraad (ISTC-CNR). “Roboticahardware wordt steeds goedkoper en de miniaturisering en capaciteiten van robots worden steeds groter. Hierdoor zullen we binnenkort in staat zijn oplossingen op afzonderlijk plantniveau te automatiseren. Daarbij moeten we ook groepen robots kunnen inzetten, zodat we efficiënt grote velden kunnen afhandelen en in synergie kunnen werken“.
“Zwermrobotica biedt verschillende oplossingen voor dit probleem”, zegt dr. Trianni. “Ten eerste voorkomen miniatuurmachines bodemverdichting en kunnen ze zo worden ingezet dat ze alleen op de plekken komen waar ze het hardst nodig zijn. Daarnaast kunnen robots ook gebruik maken van mechanische oplossingen die geschikt zijn voor biologische land- en tuinbouw.
En tot slot kan de omvang van de robotzwerm nauwkeurig worden afgestemd op de grootte van de boerderij in kwestie. Nieuwe hardware, nauwkeurige individuele bestrijding en collectieve intelligentie: dit is het recept dat door het SAGA-project voor precisielandbouw wordt voorgeschreven. In dit specifieke geval worden innovatieve hardwareoplossingen aangeleverd door Avular B.V., een Nederlands bedrijf dat is gespecialiseerd in drones voor monitoring en inspectie op industrieel niveau.
Het gebruik van individuele bestrijding en machinecontrole is mogelijk dankzij de expertise van de leerstoelgroep Agrarische Bedrijfstechnologie van Wageningen University & Research. De zwermintelligentie wordt ontworpen aan het eerder genoemde ISTC-CNR. Dit instituut zet zijn expertise in bij het ontwerpen en analyseren van collectieve gedragingen binnen kunstmatige systemen. Het komende jaar zullen deze organisaties samen het eerste prototype voor onkruidbestrijding op basis van zwermrobotica produceren en aan veldtesten onderwerpen.
SAGA wordt gefinancierd door ECHORD++, een Europees project dat de mogelijkheden van robotica-onderzoek "van het lab naar de markt" wil brengen. Dit doen ze met behulp van gerichte experimenten binnen specifieke toepassingsdomeinen, zoals de precisielandbouw.
SAGA is een collaboratief onderzoeksproject dat bestaat uit diverse partners: het Instituut van cognitieve wetenschappen en technologieën (ISTC-CNR) van de Italiaanse nationale onderzoeksraad (CNR), dat expertise levert op het gebied van toepassingen met zwermrobotica en dat als coördinator voor de activiteiten van SAGA fungeert; Wageningen University & Research (WUR), die expertise levert binnen de domeinen landbouwrobotica en precisielandbouw; en Avular B.V., een bedrijf dat is gespecialiseerd in drone-oplossingen voor toepassingen binnen de industrie en landbouw.
vrijdag 14 oktober 2016
Mensen moeten zich wapenen tegen robots
Robotica en AI kunnen heel veel bijdragen aan het welzijn in de wereld, maar dan moet het proces wel in goede banen worden geleid. Laat men dit na, dan bestaat het gevaar dat de mens het slachtoffer wordt van nieuwe ontwikkelingen. De leden van het Britse Science and Technology Committee hebben aan de bel getrokken. Zij vinden dat er nader onderzoek moet gebeuren naar de ethische een maatschappelijke gevolgen van robotisering. Ze dringen er op aan dat de overheid een speciale commissie instelt voor dit onderwerp. Meer informatie is te vinden op de website van het UK Parliament.
woensdag 12 oktober 2016
Springende robot van Disney
Disney heeft inmiddels de nodige tekenfilmrobots wereldberoemd gemaakt, maar minder bekend zijn de echte robots die het bedrijf onder de naam Disney Research ontwikkelt. De nieuwste telg in die reeks is deze schattige springende variant, die gebruik maakt van een enkele poot om op rond te springen.
maandag 10 oktober 2016
UT-studenten ontwerpen onderwaterdrone
Mark Zwart, masterstudent Industrial Design Engineering aan de Universiteit Twente, heeft met zes medestudenten het succesvolle designbureau Estis Design opgericht. De opdrachten stromen binnen. Het zevental ontwerpt accessoires voor drones en Zwart werkte zelfs aan een onderwaterdrone.
‘Techniek heeft altijd mijn interesse gehad’, vertelt Mark Zwart. ‘Maar vooral als het gaat om het bedenken van oplossingen.’ Van alle opleidingen industrieel ontwerpen sprak die van de UT hem het meest aan. ‘Ik denk vooral omdat in Twente de opzet kleinschalig en persoonlijk is.’
Tijdens zijn bachelor zocht Zwart naar nog meer uitdaging, net als zes van zijn studievrienden. ‘Een aantal van ons volgde bovendien op dat moment een minor ondernemerschap. Samen besloten we ons eigen designbureau op te richten.’ Via via stroomden al snel de eerste opdrachten binnen. ‘We merkten dat er best veel behoefte is aan grafische ontwerpen, maar wij willen ook in de hoek van productontwerpen zitten. Daarom deden we mee aan een prijsvraag van de gemeente Breda, waarbij de opdracht was om een 3d-object te ontwerpen voor de haven.’ Met de door hen ontworpen concepten wisten de ondernemende studenten zowel de eerste als de tweede prijs in de wacht te slepen.
Een ontwerp dat wel echt in productie gaat, volgde niet veel later. ‘Een bedrijf gespecialiseerd in accessoires voor drones vroeg ons om een kap te maken voor een drone. Doel was om de drone een stukje herkenbaarheid te geven, bijvoorbeeld voor de politie of brandweer. Wij kregen twee weken de tijd en zijn daar uiteindelijk in geslaagd. Daar ben ik trots op.’
Het aantal opdrachten dat Estis Design nu binnenkrijgt is stabiel. Estis sloot zich eveneens aan bij Hardstart, de startupvereniging van Kennispark Twente. ‘Via hen kunnen we gebruik maken van kantoorruimte in de Bastille. Verder schakelen we nog wel eens hulp in van docenten om te kijken hoe we een bepaald probleem het beste kunnen aanpakken’, zegt Zwart.
Zwart ontwierp voor de bedrijven Robor Electronics uit Bentelo en DRONExpert een onderwaterdrone. Deze kan helpen bij het vinden van drenkelingen of het verkennen van duiklocaties. ‘Ik heb samen met Robor een lichtgewicht voertuigje ontwikkeld dat door een vliegende quadcopter in het water wordt gelaten. Daarbij dient de kabel die de drone naar beneden brengt meteen als communicatie- en stroomkabel. Draadloos video streamen is onder water namelijk niet mogelijk en op deze manier kan ook de accu van de quacopter worden gebruikt. De ontwikkeling ligt nu tijdelijk stil, maar we hopen er weer mee verder te gaan.’
‘Techniek heeft altijd mijn interesse gehad’, vertelt Mark Zwart. ‘Maar vooral als het gaat om het bedenken van oplossingen.’ Van alle opleidingen industrieel ontwerpen sprak die van de UT hem het meest aan. ‘Ik denk vooral omdat in Twente de opzet kleinschalig en persoonlijk is.’
Tijdens zijn bachelor zocht Zwart naar nog meer uitdaging, net als zes van zijn studievrienden. ‘Een aantal van ons volgde bovendien op dat moment een minor ondernemerschap. Samen besloten we ons eigen designbureau op te richten.’ Via via stroomden al snel de eerste opdrachten binnen. ‘We merkten dat er best veel behoefte is aan grafische ontwerpen, maar wij willen ook in de hoek van productontwerpen zitten. Daarom deden we mee aan een prijsvraag van de gemeente Breda, waarbij de opdracht was om een 3d-object te ontwerpen voor de haven.’ Met de door hen ontworpen concepten wisten de ondernemende studenten zowel de eerste als de tweede prijs in de wacht te slepen.
Een ontwerp dat wel echt in productie gaat, volgde niet veel later. ‘Een bedrijf gespecialiseerd in accessoires voor drones vroeg ons om een kap te maken voor een drone. Doel was om de drone een stukje herkenbaarheid te geven, bijvoorbeeld voor de politie of brandweer. Wij kregen twee weken de tijd en zijn daar uiteindelijk in geslaagd. Daar ben ik trots op.’
Het aantal opdrachten dat Estis Design nu binnenkrijgt is stabiel. Estis sloot zich eveneens aan bij Hardstart, de startupvereniging van Kennispark Twente. ‘Via hen kunnen we gebruik maken van kantoorruimte in de Bastille. Verder schakelen we nog wel eens hulp in van docenten om te kijken hoe we een bepaald probleem het beste kunnen aanpakken’, zegt Zwart.
Zwart ontwierp voor de bedrijven Robor Electronics uit Bentelo en DRONExpert een onderwaterdrone. Deze kan helpen bij het vinden van drenkelingen of het verkennen van duiklocaties. ‘Ik heb samen met Robor een lichtgewicht voertuigje ontwikkeld dat door een vliegende quadcopter in het water wordt gelaten. Daarbij dient de kabel die de drone naar beneden brengt meteen als communicatie- en stroomkabel. Draadloos video streamen is onder water namelijk niet mogelijk en op deze manier kan ook de accu van de quacopter worden gebruikt. De ontwikkeling ligt nu tijdelijk stil, maar we hopen er weer mee verder te gaan.’
vrijdag 7 oktober 2016
Eerste pakketbezorging per drone in China
Ook in China is de eerste drone met een pakketje van de grond gekomen. Het vliegtuigje vloog in zijn eerste vlucht 9,6 kilometer om een order af te leveren. De drone kan een afstand van bijna 20 kilometer afleggen met pakketjes tot 5 kilogram.
Xpider: programmeer je eigen robotspin
Vertel hem via augmented reality waar hij heen moet lopen door op het scherm van je smartphone een plek in de kamer aan te wijzen, programmeer er een eind op los met de kinderlijk eenvoudige Smartnode-app, of bespioneer je collega’s met de ingebouwde camera: met de Xpider is geen dag op kantoor meer saai.
woensdag 5 oktober 2016
Robot leert zichzelf zien zonder zwaartekracht
Bij een experiment aan boord van het International Space Station (ISS) heeft een kleine drone zichzelf geleerd afstanden te zien met maar één oog. Onderzoekers presenteerden de resultaten van dit experiment deze week op het 67e International Astronautical Congress (IAC) in Guadalajara, Mexico.
Mensen kunnen makkelijk met één oog afstanden schatten, maar het is niet duidelijk hoe wij dit leren en ook niet hoe robots dit kunnen leren. “Er bestaat geen wiskundig kader om afstanden tot objecten te bepalen uit slechts één beeld als je dat object niet eerder hebt waargenomen”, aldus Guido de Croon van de TU Delft, een van de hoofdonderzoekers.
“Maar als we een object bijvoorbeeld als een auto herkennen, kennen we de fysieke kenmerken en kunnen we met behulp van die gegevens de afstand van die auto tot onszelf schatten. We wilden dat de drone dit soort logica zelf zou leren tijdens het experiment.” De drone had wel te kampen met de extra moeilijkheid van een gewichtsloze omgeving, waardoor die vanuit veel verschillende hoeken waargenomen kan worden.
Tijdens het begin van het experiment verplaatste de drone in het ISS terwijl hij met zijn twee ‘ogen’ (camera’s) afstanden in de omgeving zag. Tijdens het vliegen leerde de drone de afstanden tot wanden en obstakels ook met één oog (camera) te zien. Als er dan een camera uitvalt, kan de drone toch verder bewegen. Voor mensen is het wat ongemakkelijk om één oog dicht te hebben, maar we kunnen toch veilig rondlopen.
“Het was heel bijzonder om te zien hoe voor het eerst een drone in de ruimte geavanceerde kunstmatige intelligentie gebruikte om te leren”, zegt Dario Izzo van het Advanced Concepts Team van de ESA. “Bij ESA, en meer in het bijzonder bij het Advanced Concepts Team, hebben we hier vijf jaar aan gewerkt. In ruimtetoepassingen worden zelflerende machines meestal gezien als een onbetrouwbare methode voor het bereiken van autonomie: wanneer een machine zichzelf iets fout aanleert, kan dit rampzalige gevolgen hebben en een complete missie doen mislukken.”
“Onze aanpak, leren onder eigen supervisie, heeft een hoge betrouwbaarheidsgraad: een eenvoudiger versie van het leeralgoritme is al met succes toegepast op zelfrijdende auto’s, waarbij betrouwbaarheid ook van het allergrootste belang is.”
Mensen kunnen makkelijk met één oog afstanden schatten, maar het is niet duidelijk hoe wij dit leren en ook niet hoe robots dit kunnen leren. “Er bestaat geen wiskundig kader om afstanden tot objecten te bepalen uit slechts één beeld als je dat object niet eerder hebt waargenomen”, aldus Guido de Croon van de TU Delft, een van de hoofdonderzoekers.
“Maar als we een object bijvoorbeeld als een auto herkennen, kennen we de fysieke kenmerken en kunnen we met behulp van die gegevens de afstand van die auto tot onszelf schatten. We wilden dat de drone dit soort logica zelf zou leren tijdens het experiment.” De drone had wel te kampen met de extra moeilijkheid van een gewichtsloze omgeving, waardoor die vanuit veel verschillende hoeken waargenomen kan worden.
Tijdens het begin van het experiment verplaatste de drone in het ISS terwijl hij met zijn twee ‘ogen’ (camera’s) afstanden in de omgeving zag. Tijdens het vliegen leerde de drone de afstanden tot wanden en obstakels ook met één oog (camera) te zien. Als er dan een camera uitvalt, kan de drone toch verder bewegen. Voor mensen is het wat ongemakkelijk om één oog dicht te hebben, maar we kunnen toch veilig rondlopen.
“Het was heel bijzonder om te zien hoe voor het eerst een drone in de ruimte geavanceerde kunstmatige intelligentie gebruikte om te leren”, zegt Dario Izzo van het Advanced Concepts Team van de ESA. “Bij ESA, en meer in het bijzonder bij het Advanced Concepts Team, hebben we hier vijf jaar aan gewerkt. In ruimtetoepassingen worden zelflerende machines meestal gezien als een onbetrouwbare methode voor het bereiken van autonomie: wanneer een machine zichzelf iets fout aanleert, kan dit rampzalige gevolgen hebben en een complete missie doen mislukken.”
“Onze aanpak, leren onder eigen supervisie, heeft een hoge betrouwbaarheidsgraad: een eenvoudiger versie van het leeralgoritme is al met succes toegepast op zelfrijdende auto’s, waarbij betrouwbaarheid ook van het allergrootste belang is.”
dinsdag 4 oktober 2016
Bang dat robots je baan inpikken?
Steeds meer mensenwerk wordt gedaan door robots of computers. En dat vinden niet alle werkzoekende jongeren een prettige gedachte, zo blijkt uit onderzoek van YoungCapital onder 900 jongeren tussen de 17 en de 30 jaar. De marktleider in recruitment van jong talent onderzocht hoe ‘robofoob’ deze jongeren zijn: maar liefst 30 procent is bang om in de toekomst vervangen te worden door een robot of computer. In samenwerking met Scorius ontwikkelde YoungCapital een e-assessment dat jongeren inzicht geeft in skills die lastig te automatiseren zijn: hun competenties en sociale vaardigheden. De Talent Scan is vanaf vandaag beschikbaar via de YoungCapital App.
Lageropgeleide jonge vrouwen zijn het bangst voor vervanging door een robot of computer, blijkt uit het onderzoek. Bijna de helft van de vrouwelijke mbo’ers (49 procent) is hier bang voor. Bij de mannelijke mbo’ers is dit veel minder: slechts 28 procent. Bij wo’ers is de situatie juist tegenovergesteld, daar zijn de vrouwen zekerder van zichzelf dan de mannen. Slechts 18 procent van de universitair geschoolde vrouwen is angstig, tegenover 24 procent van de mannen.
De opmars van de robotisering maakt sociale vaardigheden in de toekomst extra belangrijk, zo blijkt uit recent Amerikaans onderzoek naar de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. “Beroepen waar je sterke sociale vaardigheden voor nodig hebt, zijn beter bestand tegen robotisering en automatisering”, zegt dr. Marcia Goddard, inhouse neurowetenschapper bij YoungCapital. “Je persoonlijkheid wordt in de toekomst dus steeds belangrijker.”
Lageropgeleide jonge vrouwen zijn het bangst voor vervanging door een robot of computer, blijkt uit het onderzoek. Bijna de helft van de vrouwelijke mbo’ers (49 procent) is hier bang voor. Bij de mannelijke mbo’ers is dit veel minder: slechts 28 procent. Bij wo’ers is de situatie juist tegenovergesteld, daar zijn de vrouwen zekerder van zichzelf dan de mannen. Slechts 18 procent van de universitair geschoolde vrouwen is angstig, tegenover 24 procent van de mannen.
De opmars van de robotisering maakt sociale vaardigheden in de toekomst extra belangrijk, zo blijkt uit recent Amerikaans onderzoek naar de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. “Beroepen waar je sterke sociale vaardigheden voor nodig hebt, zijn beter bestand tegen robotisering en automatisering”, zegt dr. Marcia Goddard, inhouse neurowetenschapper bij YoungCapital. “Je persoonlijkheid wordt in de toekomst dus steeds belangrijker.”
maandag 3 oktober 2016
Atlas-robot leert koorddansen
Wetenschappers van het IHMC hebben een algoritme ontwikkeld dat de Atlas-robot van Boston Dynamics in staat stelt om te balanceren op een smalle richel. In een filmpje demonstreren de onderzoekers hoe de robot met één voet op een smal stukje triplex weet te blijven staan. De humanoïde robot weet zichzelf op één been in balans te houden op een richel van 2cm breed. Het trillen van de robot wordt veroorzaakt door schattingsfouten.