Facebook heeft de bouw van slimme zelfdenkende robots vroegtijdig moeten afbreken. De robots in kunstmatige intelligentie bleken illegaal hun eigen taaltje te hebben ontwikkeld. De robots moesten zelf vervolgstappen in de programmeertaal bedenken voor apparaten. Ze kwamen echter vanuit het niets met een coderingstaal waar het Facebook-personeel weinig tegen kon doen maar ook niet begreep.
maandag 31 juli 2017
Twee keer zilver voor Tech United op RoboCup
Het robotvoetbalteam van de TU Eindhoven is er niet in geslaagd hun wereldtitel te prolongeren op de RoboCup 2017 in Japan, het wereldkampioenschap voor intelligente robots. In een spannende finale verloor Tech United met 6-3 van grote concurrent Water uit China. Het was voor de Eindhovenaren de tiende WK-finale op rij. Het team kan met twee zilveren medailles naar huis, want ook in de competitie voor ‘hulp-in-huis’-robots behaalde het team met hun robot AMIGO de tweede plek.
De robotvoetbalfinale tegen Water, van de Beijing Information Science and Technology University, was bijzonder spannend. In de eerste helft waren de teams zeer aan elkaar gewaagd, het spel ging snel heen en weer. Tech United had meer balbezit, maar de verdediging van Water was ijzersterk en gaf weinig ruimte weg. Al binnen een paar minuten scoorde het Chinese team de 1-0, om na ongeveer tien minuten de score te verdubbelen tot 2-0. Tech United kwam vlak voor rust terug tot 2-1, met een prachtig afstandsschot van 'Frank de Moer'.
In de tweede helft trok Water de wedstrijd naar zich toe. Hun supersnelle robots lieten Tech United, die het van zijn techniek moet hebben, niet meer in zijn spel komen. Al binnen twee minuten scoorde Water de 3-1. Tech United deed wat terug met 3-2, maar Water bracht vanaf de aftrap direct weer het verschil naar twee doelpunten, 4-2. Om even later uit te lopen naar 5-2. De wedstrijd leek gespeeld. Vlak voor tijd scoorde Tech United de 5-3, maar ook nu maakten de Chinezen direct een tegendoelpunt, wat de eindstand op 6-3 bracht.
Teamcaptain Lotte de Koning liet na afloop weten vrede hebben met hun tweede plek. “Water was gewoon beter, ze hebben terecht gewonnen. We speelden onze beste wedstrijd van het toernooi, dus we zijn tevreden met onze prestatie.” Volgens De Koning maakten de Chinezen het verschil met hun verdediging en snelle robots. “Ze verdedigden erg goed en gaven ons geen ruimte om te voetballen. Hun robots zijn ook zo snel, ze hebben een dribbel in huis waarmee ze ons af en toe zo voorbij konden rijden.”
De robotvoetbalfinale tegen Water, van de Beijing Information Science and Technology University, was bijzonder spannend. In de eerste helft waren de teams zeer aan elkaar gewaagd, het spel ging snel heen en weer. Tech United had meer balbezit, maar de verdediging van Water was ijzersterk en gaf weinig ruimte weg. Al binnen een paar minuten scoorde het Chinese team de 1-0, om na ongeveer tien minuten de score te verdubbelen tot 2-0. Tech United kwam vlak voor rust terug tot 2-1, met een prachtig afstandsschot van 'Frank de Moer'.
In de tweede helft trok Water de wedstrijd naar zich toe. Hun supersnelle robots lieten Tech United, die het van zijn techniek moet hebben, niet meer in zijn spel komen. Al binnen twee minuten scoorde Water de 3-1. Tech United deed wat terug met 3-2, maar Water bracht vanaf de aftrap direct weer het verschil naar twee doelpunten, 4-2. Om even later uit te lopen naar 5-2. De wedstrijd leek gespeeld. Vlak voor tijd scoorde Tech United de 5-3, maar ook nu maakten de Chinezen direct een tegendoelpunt, wat de eindstand op 6-3 bracht.
Teamcaptain Lotte de Koning liet na afloop weten vrede hebben met hun tweede plek. “Water was gewoon beter, ze hebben terecht gewonnen. We speelden onze beste wedstrijd van het toernooi, dus we zijn tevreden met onze prestatie.” Volgens De Koning maakten de Chinezen het verschil met hun verdediging en snelle robots. “Ze verdedigden erg goed en gaven ons geen ruimte om te voetballen. Hun robots zijn ook zo snel, ze hebben een dribbel in huis waarmee ze ons af en toe zo voorbij konden rijden.”
Einstein-robot vertelt je over wetenschap en het weer
Professor Einstein, zoals de robot van Hanson Robotics heet, is al jaren in ontwikkeling en is vanaf deze week te koop. De 37 centimeter lange robot ziet er helemaal uit als Einstein, geheel in pak en met de bekende snor en lange grijze manen. Hij kan zelfs zijn tong uitsteken. De robot kan ruim vijftig bewegingen maken en uitdrukkingen op zijn gezicht tonen, zoals glimlachen en fronsen. Einstein werkt met iPads en Android-tablets en is ontwikkeld om mensen dingen te leren op het gebied van wiskunde en wetenschap. Dat kan met interactieve games. Daarnaast kun je met de robot kletsen over bijvoorbeeld het weer of beroemde personen.
donderdag 27 juli 2017
VK gaat registratie voor dronegebruikers verplichten
De regering van het verenigd Koninkrijk heeft bekendgemaakt dat in de toekomst alle gebruikers van drones hun toestellen moeten registreren en ze een veiligheidsexamen moeten afleggen. Ook moet er meer gebruik gemaakt worden van geofencing om gebieden af te bakenen. De regelgeving zou gelden voor iedere drone die zwaarder is dan 250 gram, wat betekent dat dit op de meeste drones van toepassing is. Het registreren van een drone zal mogelijk via een app gaan of online, maar dat soort details heeft de regering op dit moment nog niet vastgelegd. Met de regelgeving wil de regering 'de bevolking beschermen maar tegelijkertijd de maximale potentie van drones benutten', aldus Britse luchtvaartminister Lord Callanan.
woensdag 26 juli 2017
Eerste tests RoboTeam Twente bij WK robotvoetbal succesvol
RoboTeam Twente heeft de eerste tests bij de RoboCup 2017 succesvol doorlopen. Het team van captain Ewoud Croll debuteert in het Japanse Nagoya bij het wereldkampioenschap robotvoetbal.
In september vorig jaar besloot een groep studenten van de Universiteit Twente aan de slag te gaan met een robotvoetbalteam. Verrassend genoeg slaagden zij er in zich direct te kwalificeren voor de RoboCup 2017. Dat avontuur gaat overmorgen van start. Afgelopen zaterdag reisde de ploeg af naar Japan.
De RoboCupSoccer wordt van 27 tot en met 30 juli gehouden in Nagoya (Japan). Het toernooi maakt onderdeel uit van een groot internationaal robotica-event en kent acht verschillende disciplines: Small Size, Middle Size, Humanoid (KidSize/TeenSize/AdultSize), Standard Platform, en Simulation (3D/2D). De deelnemers zijn veelal studententeams van over de hele wereld.
RoboTeam Twente neemt deel aan de klasse Small Size. Dit is de categorie met de kleinste robots (maximaal 18 cm doorsnee en 15 centimeter hoog), die zich kenmerkt door een snel en dynamisch spel waarin de robots en bal met grote snelheid over het speelveld (9 meter lang en 6 meter breed) bewegen. Vanuit Nederland doen een aantal robotvoetbalteams mee, RoboTeam Twente is het enige Nederlandse team in de categorie Small Size.
In september vorig jaar besloot een groep studenten van de Universiteit Twente aan de slag te gaan met een robotvoetbalteam. Verrassend genoeg slaagden zij er in zich direct te kwalificeren voor de RoboCup 2017. Dat avontuur gaat overmorgen van start. Afgelopen zaterdag reisde de ploeg af naar Japan.
De RoboCupSoccer wordt van 27 tot en met 30 juli gehouden in Nagoya (Japan). Het toernooi maakt onderdeel uit van een groot internationaal robotica-event en kent acht verschillende disciplines: Small Size, Middle Size, Humanoid (KidSize/TeenSize/AdultSize), Standard Platform, en Simulation (3D/2D). De deelnemers zijn veelal studententeams van over de hele wereld.
RoboTeam Twente neemt deel aan de klasse Small Size. Dit is de categorie met de kleinste robots (maximaal 18 cm doorsnee en 15 centimeter hoog), die zich kenmerkt door een snel en dynamisch spel waarin de robots en bal met grote snelheid over het speelveld (9 meter lang en 6 meter breed) bewegen. Vanuit Nederland doen een aantal robotvoetbalteams mee, RoboTeam Twente is het enige Nederlandse team in de categorie Small Size.
dinsdag 25 juli 2017
Voetbalrobots gaan voor tiende WK-finale op rij
(Foto: Bart van Overbeeke) |
Robin van Perslucht, Arjen Robot en Gregory van der Tandwiel: het zijn slechts enkele ‘sterspelers’ uit het robotvoetbalteam van Tech United, het team van studenten en onderzoekers van de TU Eindhoven. De tafelhoge robots spelen 5 tegen 5 met een echte voetbal, in twee helften van een kwartier, op een veld van 18 x 12 meter. Ze zijn van tevoren geprogrammeerd, maar zodra het fluitsignaal klinkt voetballen ze compleet zelfstandig en zijn de mensen slechts toeschouwer.
Ook voor dit toernooi heeft het team weer allerlei nieuwe, technische snufjes ontwikkeld. “De robots kunnen nu beter inspelen op tegenstanders, ze zijn slimmer in de verdediging en beter in het onderscheppen”, vertelt teamcaptain Lotte de Koning. Ook neemt het team een nieuwe, supersnelle 8-wielige voetbalrobot mee. De huidige robots hebben drie of, in het geval van de keeper, vier wielen. Deze nieuwe robot zal in Japan nog niet veel in actie komen, maar het is de bedoeling dat volgend jaar het hele team bestaat uit deze 8-wielige robots.
Tech United speelt in de zogeheten ‘Middle Size League’, de belangrijkste competitie in het robotvoetbal met het snelste en spectaculairste spel. De strijd om de wereldtitel gaat zeer waarschijnlijk tussen de Eindhovenaren en het Chinese team Water, van de Technische Universiteit van Beijing. In de laatste vier finales stonden de teams tegenover elkaar. Mocht Tech United wederom de finale halen, dan is dat zelfs voor de tiende keer op rij. Bij winst is het hun vierde wereldtitel, na te hebben gewonnen in 2012, 2014 en 2016. De voortekenen lijken gunstig: in april wonnen ze al de Portuguese Robotics Open.
Niet alleen de voetbalrobots maken goede kansen op een wereldtitel, ook zorgrobot AMIGO behoort in zijn categorie, de @Home-league, tot de kanshebbers. In de @Home-competitie nemen de robots het tegen elkaar op in het zelfstandig uitvoeren van huishoudelijke taken, zoals het opnemen van verbale bestellingen voor drankjes en deze vervolgens op de juiste plaats serveren. Het doel is om betaalbare en betrouwbare robots te ontwikkelen die zelfstandig mensen thuis kunnen helpen zodat ze bijvoorbeeld langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen.
maandag 24 juli 2017
Aimee van Wynsberghe (Foundation for Responsible Robotics): ‘Je hoort vaak dat ethiek innovatie vertraagt, maar niet als je het op de goede manier inzet’
‘Robots are coming.’ Dát weten we allemaal. Maar kunnen robots ook op ethische wijze handelen? Verantwoordelijkheid nemen? 7 Ditches sprak met een expert op dit gebied: Aimee van Wynsberghe, co-director foundation for responsible robotics.
Tijdens haar studietijd raakte Aimee in de ban van robotica. De eerste robot waar ze mee in aanraking kwam was tijdens haar bijbaan bij Canadian Surgical Technologies & Advanced Robotics (CSTAR). Samen met een team testte Aimee The da Vinci Surgical System voor robotic surgery. Aimee: ‘Tijdens deze introductie met surgical robots wist ik het: this is it.’
Tijdens haar studietijd raakte Aimee in de ban van robotica. De eerste robot waar ze mee in aanraking kwam was tijdens haar bijbaan bij Canadian Surgical Technologies & Advanced Robotics (CSTAR). Samen met een team testte Aimee The da Vinci Surgical System voor robotic surgery. Aimee: ‘Tijdens deze introductie met surgical robots wist ik het: this is it.’
vrijdag 21 juli 2017
Slimme robotondersteuning helpt herstellende patiënten om natuurlijker te lopen
Patiënten die herstellen van een ruggengraatverwonding of een hersenbloeding lopen beter als ze trainen met een nieuwe en intelligente manier van robotondersteuning. Wetenschappers van de TU Delft publiceren, samen met Zwitserse collega’s, hun bevindingen op woensdag 19 juli in Science Translational Medicine.
Over de zwaartekracht denk je normaal niet zo veel na. Tijdens het lopen goed met deze kracht omgaan, wordt echter een hele uitdaging als je herstelt van sommige aandoeningen of verwondingen, zoals een hersenbloeding. Wetenschappers en dokters uit Nederland en Zwitserland hebben nu een robottraining-omgeving ontwikkeld die de zwaartekracht ‘overwint’ en laat zien dat individueel afgestemde krachten, aangebracht op de torso via een harnas, kunnen helpen om herstellende patiënten weer goed te laten lopen. De TU Delft werkte in dit onderzoek onder meer samen met de Zwitserse Federal Institutes of Technology in Lausanne en Zürich, EPFL en ETHZ.
Patiënten die herstellen van een hersenbloeding of ruggengraatverwonding lieten met robotondersteuning een verbeterde loopbeweging zien. Een belangrijke component van deze aanpak is een algoritme dat de krachten die het systeem aanbrengt, aanpast aan de individuele behoeftes van de patiënt. Patiënten die niet konden lopen zonder hulp (niet-ambulant), bleken op een natuurlijke wijze te kunnen lopen met het apparaat; en ambulante patiënten lieten verbeterde loopvaardigheden zien, zoals balans, ledemaat-coördinatie, het neerzetten van de voeten en sturing.
Klinische testen met deze robot-geassisteerde revalidatiemethode zijn inmiddels aan de gang voor patiënten met ruggengraat-verwondingen. De belangrijkste bijdrage van de TU Delft in dit onderzoek, vooral afkomstig van Heike Vallery, was de (co-)ontwikkeling van de experimentele robot-omgeving.
Nu de wetenschappers beter weten hoe ze krachten moeten ‘aanbrengen’ op het lichaam om mensen weer beter te leren lopen, werken ze aan een apparaat dat de implementatie van deze inzichten mogelijk moet maken: de nieuwe revalidatierobot RYSEN. De robot is een follow-up apparaat dat de TU Delft ontwikkelt samen met het Nederlandse bedrijf Motek, EPFL het Zwitserse bedrijf G-Therapeutics en revalidatieziekenhuis CRR SUVA in Sion, binnen een zogenoemd Eurostars-project.
Een prototype van deze robot is inmiddels geïnstalleerd in het ‘gait lab’ van de faculteit 3mE in Delft (een ander bevindt zich in Sion, Zwitserland). Samen met postdoctoraal researcher Michiel Plooij, is dr. Vallery betrokken bij de complete ontwikkeling van de nieuwe robot (concept, hardware en regeltechniek).
Motek maakt de ontwikkeling van de RYSEN deze week ook bekend tijdens ICORR 2017, de International Conference on Rehabilitation Robotics in London.
Over de zwaartekracht denk je normaal niet zo veel na. Tijdens het lopen goed met deze kracht omgaan, wordt echter een hele uitdaging als je herstelt van sommige aandoeningen of verwondingen, zoals een hersenbloeding. Wetenschappers en dokters uit Nederland en Zwitserland hebben nu een robottraining-omgeving ontwikkeld die de zwaartekracht ‘overwint’ en laat zien dat individueel afgestemde krachten, aangebracht op de torso via een harnas, kunnen helpen om herstellende patiënten weer goed te laten lopen. De TU Delft werkte in dit onderzoek onder meer samen met de Zwitserse Federal Institutes of Technology in Lausanne en Zürich, EPFL en ETHZ.
Patiënten die herstellen van een hersenbloeding of ruggengraatverwonding lieten met robotondersteuning een verbeterde loopbeweging zien. Een belangrijke component van deze aanpak is een algoritme dat de krachten die het systeem aanbrengt, aanpast aan de individuele behoeftes van de patiënt. Patiënten die niet konden lopen zonder hulp (niet-ambulant), bleken op een natuurlijke wijze te kunnen lopen met het apparaat; en ambulante patiënten lieten verbeterde loopvaardigheden zien, zoals balans, ledemaat-coördinatie, het neerzetten van de voeten en sturing.
Klinische testen met deze robot-geassisteerde revalidatiemethode zijn inmiddels aan de gang voor patiënten met ruggengraat-verwondingen. De belangrijkste bijdrage van de TU Delft in dit onderzoek, vooral afkomstig van Heike Vallery, was de (co-)ontwikkeling van de experimentele robot-omgeving.
Nu de wetenschappers beter weten hoe ze krachten moeten ‘aanbrengen’ op het lichaam om mensen weer beter te leren lopen, werken ze aan een apparaat dat de implementatie van deze inzichten mogelijk moet maken: de nieuwe revalidatierobot RYSEN. De robot is een follow-up apparaat dat de TU Delft ontwikkelt samen met het Nederlandse bedrijf Motek, EPFL het Zwitserse bedrijf G-Therapeutics en revalidatieziekenhuis CRR SUVA in Sion, binnen een zogenoemd Eurostars-project.
Een prototype van deze robot is inmiddels geïnstalleerd in het ‘gait lab’ van de faculteit 3mE in Delft (een ander bevindt zich in Sion, Zwitserland). Samen met postdoctoraal researcher Michiel Plooij, is dr. Vallery betrokken bij de complete ontwikkeling van de nieuwe robot (concept, hardware en regeltechniek).
Motek maakt de ontwikkeling van de RYSEN deze week ook bekend tijdens ICORR 2017, de International Conference on Rehabilitation Robotics in London.
donderdag 20 juli 2017
Musk ijvert voor proactieve regulering van AI
Elon Musk is doodsbang van AI. Hij staat daar niet alleen mee, natuurlijk, maar het is wel opvallend dat de man, die bedrijven uitbouwt om Marskolonies te starten en zelfrijdende wagens op de markt te brengen, zo open is over zijn vrees dat AI de mensheid kan overnemen. Een en ander bleek nog eens tijdens een bijeenkomst van gouverneurs van Amerikaanse Staten, waar de baas van Tesla een presentatie gaf. Daarin smeekte hij de verzamelde politici om artificiële intelligentie te reguleren voor het te laat is.
dinsdag 18 juli 2017
Robot metselt muur
De bouwvakker krijgt concurrentie. Robot Hadrian X komt er aan en hij tilt stenen op elkaar, maakt uitsparingen voor deuren en ramen en legt in drie dagen de basis van een huis. Bouwvakkers hoeven alleen te zorgen voor de afwerking en het dak. Hoe doet de robot dit? Eigenlijk net zoals de robots die al jaren onze telefoons, bureaustoelen en auto's in elkaar zetten. Een ontwerper maakt een driedimensionale tekening en geeft daarin aan waar de ramen en deuren moeten komen. De robot leest de digitale tekening, zet hem automatisch om in een opdracht, en gaat aan het werk.
maandag 17 juli 2017
Nederlandse robot gaat komkommers oogsten
Crux Agribotics heeft binnenkort een primeur met ’s werelds eerste volautomatische oogstrobot voor kaskomkommers. Een doorbraak, want het robotkarretje van de Brabantse start-up plukt óók de exemplaren die diep verstopt zitten tussen de bladeren. ‘Alle showstoppers zijn geëlimineerd’, zegt Richard Vialle, directeur van Crux Agribotics, een onderdeel van het consortium One of A Kind Technologies. ‘We zijn nu bezig met een verpakkingsrobot zodat er vrijwel geen handje meer aan te pas komt.’
vrijdag 14 juli 2017
Robot schrijft verhaal, Giphart ondersteunt
Is een robot in staat tot creativiteit? Schrijver Ronald Giphart neemt de proef op de som en gaat een opmerkelijk en volstrekt uniek experiment aan: samen met een robot schrijft hij een verhaal. EenVandaag is erbij als de eerste resultaten uit het apparaat rollen. Robots roepen doorgaans nog altijd de associatie op aan machines die dozen stapelen, auto’s in elkaar zetten, en soms in een universiteitslaboratorium zelf tegen een bal aan kunnen trappen. Robots voeren kortom mechanische, geautomatiseerde werkzaamheden uit waarbij nauwelijks creativiteit komt kijken. Het project van schrijver Giphart laat zien dat de huidige generatie robots dit stadium ver voorbij is. Met de universiteit van Antwerpen, het Meertensinstituut gaat de auteur het experiment aan.
De 10 leukste robots van Simone Giertz
De Zweedse YouTuber, uitvinder en robotliefhebster Simone Giertz komt naar Bright Day op zaterdag 18 november. Zowel 's ochtends als 's middags geeft ze een presentatie. Natuurlijk neemt ze enkele van haar hilarische uitvindingen mee. Welke precies, weten we nog niet, maar hieronder zie je welke robots ze tot nu toe maakte.
donderdag 13 juli 2017
AirDog II wil beste selfie-drone voor sporters zijn
Een automatische selfiestand op drones is tegenwoordig niet zo bijzonder meer, maar de eerste AirDog was bij lancering in 2015 één van de eerste drones die zo'n functie hadden. Zijn opvolger, de AirDog II, staat nu op Kickstarter. Uiteraard met de nodige verbeteringen. De AirDog II is met name gericht op extreme sporters, die bijvoorbeeld surfen, skiën of mountainbiken in buitengebieden. Zij hebben hun handen niet vrij om een controller te bedienen, daarom werkt de AirDog II met een bluetooth-armband op batterijen.
Autonome robots veranderen ‘complexe’ last mile drastisch
Volledig autonome robots voor de last mile zitten verkeren nog op het niveau van experimenten met grappige karretjes die pizza’s bezorgen in binnensteden. Toch gaat deze vorm door de voortschrijdende robottechniek en onder invloed van de uitdijende e-commerce markt de komende jaren voor een ‘disruptie’ zorgen op de last mile voorspellen diverse onderzoeken. Traditioneel vormt de last mile bezorging naar individuele huishoudens en bedrijven in vooral binnensteden een hoofdpijndossier voor logistiek dienstverleners, pakketleveranciers en retailers. Het zorgt voor relatief de hoogste kosten en de complexiteit van deze distributie is het grootst.
woensdag 12 juli 2017
Met drones is precieze bijmesting van stikstof in aardappelteelt mogelijk
In het onderzoeksprogramma Op Naar Precisielandbouw 2.0 heeft een groep aardappeltelers proefgedraaid met sensorwaarnemingen door drones. De beelden vanuit de drone tonen de teler precies op welke plekken in het perceel hij meer of juist minder moet bijmesten met stikstof. Hierdoor kan stikstof efficiënter toegediend worden.
‘Gemiddeld geven Nederlandse aardappeltelers elk jaar ongeveer 250 kilogram stikstof per hectare’, zegt Frits van Evert, expert precisielandbouw van Wageningen University & Research. ‘Dat gebeurt in één keer, net voor of net na het poten. Het punt is dat de weersomstandigheden in Nederland erg wisselvallig zijn. Daardoor gaat er het ene jaar veel meer stikstof verloren dan het andere jaar. Die 250 kilo toegediende stikstof kan dan veel te veel zijn en of juist veel te weinig. Maar het is bijna nooit precies goed.’
Volgens Van Evert is het beter om aan het begin van de teelt bijvoorbeeld twee derde van de gebruikelijke hoeveelheid stikstof te geven en halverwege het seizoen het gewas te ‘vragen’ hoe het ermee gaat. Geavanceerde sensorwaarnemingen bieden daarbij uitkomst: ‘De mate waarin een plant infrarood, rood en groen licht reflecteert, is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof in de plant. Een plant met te weinig stikstof heeft kleine kleurverschillen vergeleken met een plant die ruim voorzien is van stikstof. Met moderne sensoren kun je die verschillen meten.’
Dat meten kan grofweg op drie manieren.
met een satelliet: dit is goedkoop, maar onbruikbaar als het bewolkt is.
met een sensor die in het veld handmatig wordt bediend of op de tractor is geïnstalleerd: een betrouwbare, maar dure methode die de praktijk nog niet massaal heeft omarmd.
met multispectrale camera’s en sensoren van drones: een relatief nieuwe methode. De verwachting is dat daarmee de komende jaren flinke stappen gezet kunnen worden.
Praktijkonderzoeker precisielandbouw Johan Booij van Wageningen University & Research legt uit hoe het werkt: ‘De opnames die de drone van een perceel maakt, worden omgezet in een kaart. De teler krijgt die kaart gemaild en kan deze uploaden via een applicatie op Akkerweb die we samen met Agrifirm hebben ontwikkeld. Met behulp van die software rolt er vervolgens een advies voor de teler uit: op welke plekken moet veel of juist weinig bijgemest wordenen op welke plekken hoeft er niets gedaan te worden? We hebben de methode geoptimaliseerd voor gebruik van de eBee-drone, maar ontwikkelaars van andere dronetypen kunnen hun sensorsystemen ook geschikt maken.’
Aaldrik Venhuizen, technisch manager R&D Plant bij de coöperatieve onderneming Agrifirm, verwacht veel van de sensorwaarnemingen met drones: ‘Veel telers maken nu nog gebruik van handmatige grond- en bladsteeltjesanalyses van representatieve perceeldelen om te bepalen of er extra stikstof nodig is. Nu kunnen we met een gevalideerde methode niet alleen veel nauwkeuriger bepalen hoeveel stikstof erbij moet, maar zien we ook verschillen in stikstofbehoefte binnen percelen.
Dat leidt tot een veel efficiënter gebruik van stikstof.’ En dat is goed voor de opbrengst, de portemonnee en het milieu.
De focus ligt volgens Venhuizen nu nog op consumptie- en zetmeelaardappelen, maar uitbreiding van de methode voor stikstofmeting bij pootaardappelen is volgens Venhuizen een logische vervolgstap: ‘En wat mij betreft maken we de methode ook geschikt voor metingen bij andere gewassen, zoals bouwgerst en tarwe.’
‘Gemiddeld geven Nederlandse aardappeltelers elk jaar ongeveer 250 kilogram stikstof per hectare’, zegt Frits van Evert, expert precisielandbouw van Wageningen University & Research. ‘Dat gebeurt in één keer, net voor of net na het poten. Het punt is dat de weersomstandigheden in Nederland erg wisselvallig zijn. Daardoor gaat er het ene jaar veel meer stikstof verloren dan het andere jaar. Die 250 kilo toegediende stikstof kan dan veel te veel zijn en of juist veel te weinig. Maar het is bijna nooit precies goed.’
Volgens Van Evert is het beter om aan het begin van de teelt bijvoorbeeld twee derde van de gebruikelijke hoeveelheid stikstof te geven en halverwege het seizoen het gewas te ‘vragen’ hoe het ermee gaat. Geavanceerde sensorwaarnemingen bieden daarbij uitkomst: ‘De mate waarin een plant infrarood, rood en groen licht reflecteert, is afhankelijk van de hoeveelheid stikstof in de plant. Een plant met te weinig stikstof heeft kleine kleurverschillen vergeleken met een plant die ruim voorzien is van stikstof. Met moderne sensoren kun je die verschillen meten.’
Dat meten kan grofweg op drie manieren.
met een satelliet: dit is goedkoop, maar onbruikbaar als het bewolkt is.
met een sensor die in het veld handmatig wordt bediend of op de tractor is geïnstalleerd: een betrouwbare, maar dure methode die de praktijk nog niet massaal heeft omarmd.
met multispectrale camera’s en sensoren van drones: een relatief nieuwe methode. De verwachting is dat daarmee de komende jaren flinke stappen gezet kunnen worden.
Praktijkonderzoeker precisielandbouw Johan Booij van Wageningen University & Research legt uit hoe het werkt: ‘De opnames die de drone van een perceel maakt, worden omgezet in een kaart. De teler krijgt die kaart gemaild en kan deze uploaden via een applicatie op Akkerweb die we samen met Agrifirm hebben ontwikkeld. Met behulp van die software rolt er vervolgens een advies voor de teler uit: op welke plekken moet veel of juist weinig bijgemest wordenen op welke plekken hoeft er niets gedaan te worden? We hebben de methode geoptimaliseerd voor gebruik van de eBee-drone, maar ontwikkelaars van andere dronetypen kunnen hun sensorsystemen ook geschikt maken.’
Aaldrik Venhuizen, technisch manager R&D Plant bij de coöperatieve onderneming Agrifirm, verwacht veel van de sensorwaarnemingen met drones: ‘Veel telers maken nu nog gebruik van handmatige grond- en bladsteeltjesanalyses van representatieve perceeldelen om te bepalen of er extra stikstof nodig is. Nu kunnen we met een gevalideerde methode niet alleen veel nauwkeuriger bepalen hoeveel stikstof erbij moet, maar zien we ook verschillen in stikstofbehoefte binnen percelen.
Dat leidt tot een veel efficiënter gebruik van stikstof.’ En dat is goed voor de opbrengst, de portemonnee en het milieu.
De focus ligt volgens Venhuizen nu nog op consumptie- en zetmeelaardappelen, maar uitbreiding van de methode voor stikstofmeting bij pootaardappelen is volgens Venhuizen een logische vervolgstap: ‘En wat mij betreft maken we de methode ook geschikt voor metingen bij andere gewassen, zoals bouwgerst en tarwe.’
dinsdag 11 juli 2017
DDA en NLR ontwikkelen lespakket ‘drone-vliegen' op ROC's
Het vliegen met drones in Nederland neemt een hoge vlucht. Er zijn steeds meer maatschappelijke toepassingsmogelijkheden voor drones, waardoor ook de behoefte aan een beroepsopleiding voor drone-vlieger is ontstaan. Om die reden heeft Dutch Drone Academy-DDA onlangs een lespakket ‘drone-vliegen’ samengesteld voor enkele Regionale Opleiding Centra-ROC’s. ROC Friese Poort en ROC Amsterdam gaan het vak drone-vliegen opnemen in hun lesprogramma. ROC Amsterdam start in september 2017 met 25 studenten, ROC Friese Poort start in februari 2018. NLR heeft hiervoor het wettelijk verplichte theoretische gedeelte voor het worden van mini-drone vlieger ontwikkeld in de vorm van een leerboek en een PowerPoint presentatie.
Het nieuwe vak houdt in dat leerlingen kennis vergaren over uiteenlopende aspecten van het vliegen met drones. Zo krijgen ze informatie over toepassingsmogelijkheden van drones, wettelijke regelgeving, de techniek achter drones, het vliegen met drones, navigatie, weersomstandigheden en informatie over geschikte video- en filmapparatuur. Onlangs hebben 17 ROC-docenten ter voorbereiding op het doceren van dit vak alvast de theorieopleiding voor het RPAS Operator Certificate (ROC) Light gedaan. Dit hebben ze afgesloten met het afleggen van het NLR ‘RPAS-Light’ examen. NLR is door de Inspectie Leefomgeving en Transport daarvoor erkend als Registered Training Facility (RTF).
Leerlingen die het vak drone-vliegen hebben gevolgd mogen, net als andere drone-hobbyisten, recreatief vliegen met drones, maar nog niet beroepsmatig. Pas nadat zij genoemd (extern) examen met goed gevolg hebben afgelegd, mogen ze zich laten registreren voor het beroepsmatig vliegen met drones die niet zwaarder zijn dan 4 kg. Wil men beroepsmatig met drones gaan vliegen met een hoger startgewicht (en minder beperkingen in het vliegen), dan moeten ze een drone vlieger opleiding volgen bij een RTF om een RPA-L, ofwel Remotely Piloted Aircraft - License te verkrijgen. Deze opleiding bestaat uit een grondiger theoretisch deel en een verplicht praktijkgedeelte met bijbehorende examens. Dit kan bij het NLR.
De samenwerking met Dutch Drone Academy past in de strategie van NLR om de dronesector in Nederland te ondersteunen. NLR heeft daartoe eind 2015 ook het Netherlands RPAS Test Centre (NRTC) opgezet waar onder andere technische keuringen en RPAS opleidingen plaatsvinden. Het NRTC beschikt over een eigen luchtruim met alle benodigde beschikkingen en ontheffingen om deze activiteiten te faciliteren. Hiermee ondersteunt NRTC de veilige integratie van drones in het civiele luchtruim en fungeert het als een ‘one-stop-shop’ voor de dronesector.
Het nieuwe vak houdt in dat leerlingen kennis vergaren over uiteenlopende aspecten van het vliegen met drones. Zo krijgen ze informatie over toepassingsmogelijkheden van drones, wettelijke regelgeving, de techniek achter drones, het vliegen met drones, navigatie, weersomstandigheden en informatie over geschikte video- en filmapparatuur. Onlangs hebben 17 ROC-docenten ter voorbereiding op het doceren van dit vak alvast de theorieopleiding voor het RPAS Operator Certificate (ROC) Light gedaan. Dit hebben ze afgesloten met het afleggen van het NLR ‘RPAS-Light’ examen. NLR is door de Inspectie Leefomgeving en Transport daarvoor erkend als Registered Training Facility (RTF).
Leerlingen die het vak drone-vliegen hebben gevolgd mogen, net als andere drone-hobbyisten, recreatief vliegen met drones, maar nog niet beroepsmatig. Pas nadat zij genoemd (extern) examen met goed gevolg hebben afgelegd, mogen ze zich laten registreren voor het beroepsmatig vliegen met drones die niet zwaarder zijn dan 4 kg. Wil men beroepsmatig met drones gaan vliegen met een hoger startgewicht (en minder beperkingen in het vliegen), dan moeten ze een drone vlieger opleiding volgen bij een RTF om een RPA-L, ofwel Remotely Piloted Aircraft - License te verkrijgen. Deze opleiding bestaat uit een grondiger theoretisch deel en een verplicht praktijkgedeelte met bijbehorende examens. Dit kan bij het NLR.
De samenwerking met Dutch Drone Academy past in de strategie van NLR om de dronesector in Nederland te ondersteunen. NLR heeft daartoe eind 2015 ook het Netherlands RPAS Test Centre (NRTC) opgezet waar onder andere technische keuringen en RPAS opleidingen plaatsvinden. Het NRTC beschikt over een eigen luchtruim met alle benodigde beschikkingen en ontheffingen om deze activiteiten te faciliteren. Hiermee ondersteunt NRTC de veilige integratie van drones in het civiele luchtruim en fungeert het als een ‘one-stop-shop’ voor de dronesector.
maandag 10 juli 2017
Grootste civiele dronesproducent ter wereld kiest voor Twente
Het Chinese bedrijf DJI heeft ervoor gekozen om met Space53 (partner van Universiteit Twente) projecten te ontwikkelen om de publieke veiligheid te vergroten door de inzet van drones. Een concreet voorbeeld van de samenwerking is het opzetten van een trainingsprogramma op Technology Base voor reddingswerkers en het ontwikkelen van standaard procedures voor het inzetten van drones bij hun reddingsacties. DJI, wereldwijd marktleider in ontwikkeling en productie van civiele drones, tekende op woensdag 5 juli een Memorandum of Understanding met Space53, de publiek-private samenwerking voor ontwikkeling van onbemande systemen.
In maart dit jaar publiceerde DJI een rapport waaruit blijkt dat in de afgelopen vijf jaar de inzet van drones wereldwijd ten minste 59 mensen het leven heeft gered. Overal ter wereld worden drones steeds vaker ingezet door brandweer en reddingswerkers tijdens operaties.
DJI kiest voor Space53 vanwege het ecosysteem dat Twente biedt: een combinatie van innovatieve ondernemers op het gebied van onbemande systemen, specifieke technologische kennis en ervaring, veel ruimte om te experimenteren, unieke faciliteiten en samenwerking met kennisinstellingen en veiligheidsdiensten, zoals Brandweer Twente.
DJI is niet de eerste internationale partner van Space53. Zo verbond telecombedrijf Nokia zich vorig najaar aan Space53, voor de ontwikkeling van een nieuw luchtverkeerssysteem voor de integratie van bemande en onbemande luchtvaart.
DJI is marktleider in de ontwikkeling en productie van civiele drones en luchtfototechniek voor zowel zakelijk als privaat gebruik. DJI drones worden veel gebruikt voor luchtfotografie en filmproducties, maar in toenemende mate richt het bedrijf zich op veiligheids- en inspectietoepassingen. Om de inzet van drones in deze sectoren te optimaliseren zet DJI zich nu in om samen met eindgebruikers te werken aan trainingsprogramma’s en procedures.
Space53 faciliteert het complete innovatieproces van onbemande systemen door toegang te geven tot een uniek ecosysteem. Binnen Space53 wordt nauw samengewerkt met bedrijfsleven, veiligheidsdiensten en onderzoeks- en onderwijsinstellingen zoals Universiteit Twente, Saxion Hogescholen en het ROC van Twente. Novel-T bouwt aan het dynamische ecosysteem dat hightech innovatie versnelt en de economie van de regio Twente aandrijft. Er is een luchthaven en er zijn veel onderzoeks- en testfaciliteiten. Smart City Enschede biedt de ruimte en omstandigheden voor het ontwikkelen en testen van systemen en zet zich in voor beter passende droneregelgeving in Nederland.
vrijdag 7 juli 2017
Metselende robot legt 3.000 stenen per dag
SAM is een semi-automatische metselende robot die met gigantische precisie per dag zes keer meer bakstenen kan verwerken dan een ervaren metselaar. SAM doet het zware werk van het plaatsen van de bakstenen, terwijl de metselaars zorgen voor een nette afwerking van de voegen – en uiteraard het instellen van de robot
donderdag 6 juli 2017
Roboteam Twente: gewaagde keuzes
Nog geen jaar geleden begon het Roboteam Twente met slechts een idee en de ambitie voor een nieuw avontuur. Vandaag presenteerde het team de robots die later deze maand gaan meestrijden op het WK robotvoetbal.
Onlangs slaagde Roboteam Twente er in zich te kwalificeren voor het wereldkampioenschap in Nagoya (Japan), dat later deze maand wordt gehouden. Een knappe prestatie gegeven het feit dat het team slechts een jaar bezig is en met een lege ontwerptafel begon. In een razend tempo werd een team gebouwd waarin verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn, werd financiering binnengehaald en werd bovendien een robotvoetbalteam ontwikkeld dat zich mag gaan meten met de wereldtop. Over een kleine drie weken reist het RoboTeam af naar Japan en zullen zij strijden tegen robotvoetbalteams van over de hele wereld.
In zowel de hardware als de software heeft het team op diverse vlakken een andere aanpak gekozen als de bestaande teams. Letterlijk elk detail is onderwerp van urenlang onderzoek geweest. Denk daarbij aan het dribbelsysteem, schietsysteem, en de elektronische aansturing.
Zo zijn de wielen helemaal zelf ontwikkeld, met specifieke eigenschappen voor extra grip en een lagere rolwrijving. Ze staan ook meer naar voren gericht dan gebruikelijk, wat zorgt voor een hogere acceleratie voorwaarts.
Een ander belangrijk onderdeel is de software, de kunstmatige intelligentie van het voetbalteam. Ook op dit vlak heeft het team zich onderscheiden van de andere teams door gebruik te maken van zogeheten behavior trees. Dat is een grafische methode om de beslissingsstructuur te programmeren. Hiermee wordt het mogelijk voor niet-programmeurs robotvoetbal tactieken te implementeren in de robot.
Ook gebruikt RoboteamTwente ROS, een aansturingssysteem voor robotica dat zijn opmars aan het maken is naar het bedrijfsleven. Met behulp van heatmaps wordt in kaart gebracht waar op het veld vrije posities zijn, zodat de computer langs de zijlijn kan bepalen waar de robots ze het beste heen kunnen rijden.
woensdag 5 juli 2017
dinsdag 4 juli 2017
a.s.r. lanceert de Vlieg Veilig app voor drones
a.s.r.
introduceert de Vlieg Veilig app, een app die onder meer aangeeft waar
wel en niet mag worden gevlogen met een drone. De app is nu nog alleen
beschikbaar voor iPhones en zal dit najaar ook voor Androidtoestellen
worden aangeboden.
De
app is gratis te downloaden in de App Store. De app laat aan de hand
van GPS zien welke beperkingen en eventuele verboden er voor dat gebied
gelden, en waar wél gevlogen mag worden. Daarnaast heeft de app een
checklist met zeven controlepunten voor het legaal en verantwoord
vliegen met drones.
Door het gebruik van een timer
in combinatie met een logboek kan de drone-vlieger bijhouden waar,
wanneer en hoe lang hij heeft gevlogen. Na afloop van de vlucht kan hij
deze gegevens, samen met de mooiste foto’s van zijn vlucht, delen op
social media. En dit alles zonder zorgen dat hij de wet heeft
overtreden.
Ber Onderwater, relatiemanager a.s.r.
Schade: ‘Na de Rij Veilig app, waarmee we het gebruik van de smartphone
in het wegverkeer willen beperken, wil a.s.r. nu met de Vlieg Veilig app
een bijdrage leveren aan een veiliger drone-vliegverkeer. Want hoe leuk
het vliegen met een drone ook is, de gevolgen van een ongeluk door
verkeerd gebruik zijn niet te overzien.’
maandag 3 juli 2017
UT gaat strijd tegen kanker aan met 3D-geprinte robot
De kleinste en meest nauwkeurige 3D-geprinte biopsierobot ter wereld is vorige week onthuld. De Stormram 4, zoals de robot heet, is van plastic, 3D-geprint en wordt aangedreven door luchtdruk. Het voordeel van plastic is dat de robot in de MRI-scanner kan worden gebruikt. Het nemen van een biopsie (stukje weefsel afnemen) tijdens borstkankeronderzoek in een MRI verhoogt de nauwkeurigheid aanzienlijk. De robot won een prestigieuze prijs tijdens de Surgical Robotic Challenge op het internationale Hamlyn Symposium in Londen. Een van ‘s werelds belangrijkste evenementen op het gebied van roboticachirurgie.
De Stormram 4 is een impuls voor de gehele diagnostische fase van borstkanker; door de nauwkeurige naaldbediening, zo goed als realtime scanning met behulp van MRI en een enkele dunne naaldbiopsie waardoor sneller en nauwkeuriger diagnose gesteld kan worden. Medische robotica is in de nabije toekomst niet meer weg te denken in ziekenhuizen.
De Stormram 4 wordt aangedreven door rechtlijnige en gebogen luchtdrukmotoren. De robot wordt met slangen van 5 meter lang buiten de MRI-scanner bestuurd. Het ontwerp is kleiner dan de vorige versie, zodat het in de smalle tunnel van de MRI-scanner past.
De Stormram 4 is een impuls voor de gehele diagnostische fase van borstkanker; door de nauwkeurige naaldbediening, zo goed als realtime scanning met behulp van MRI en een enkele dunne naaldbiopsie waardoor sneller en nauwkeuriger diagnose gesteld kan worden. Medische robotica is in de nabije toekomst niet meer weg te denken in ziekenhuizen.
De Stormram 4 wordt aangedreven door rechtlijnige en gebogen luchtdrukmotoren. De robot wordt met slangen van 5 meter lang buiten de MRI-scanner bestuurd. Het ontwerp is kleiner dan de vorige versie, zodat het in de smalle tunnel van de MRI-scanner past.