vrijdag 21 juli 2017

Slimme robotondersteuning helpt herstellende patiënten om natuurlijker te lopen

Patiënten die herstellen van een ruggengraatverwonding of een hersenbloeding lopen beter als ze trainen met een nieuwe en intelligente manier van robotondersteuning. Wetenschappers van de TU Delft publiceren, samen met Zwitserse collega’s, hun bevindingen op woensdag 19 juli in Science Translational Medicine.

Over de zwaartekracht denk je normaal niet zo veel na. Tijdens het lopen goed met deze kracht omgaan, wordt echter een hele uitdaging als je herstelt van sommige aandoeningen of verwondingen, zoals een hersenbloeding. Wetenschappers en dokters uit Nederland en Zwitserland hebben nu een robottraining-omgeving ontwikkeld die de zwaartekracht ‘overwint’ en laat zien dat individueel afgestemde krachten, aangebracht op de torso via een harnas, kunnen helpen om herstellende patiënten weer goed te laten lopen. De TU Delft werkte in dit onderzoek onder meer samen met de Zwitserse Federal Institutes of Technology in Lausanne en Zürich, EPFL en ETHZ.

Patiënten die herstellen van een hersenbloeding of ruggengraatverwonding lieten met robotondersteuning een verbeterde loopbeweging zien. Een belangrijke component van deze aanpak is een algoritme dat de krachten die het systeem aanbrengt, aanpast aan de individuele behoeftes van de patiënt. Patiënten die niet konden lopen zonder hulp (niet-ambulant), bleken op een natuurlijke wijze te kunnen lopen met het apparaat; en ambulante patiënten lieten verbeterde loopvaardigheden zien, zoals balans, ledemaat-coördinatie, het neerzetten van de voeten en sturing.

Klinische testen met deze robot-geassisteerde revalidatiemethode zijn inmiddels aan de gang voor patiënten met ruggengraat-verwondingen. De belangrijkste bijdrage van de TU Delft in dit onderzoek, vooral afkomstig van Heike Vallery, was de (co-)ontwikkeling van de experimentele robot-omgeving.

Nu de wetenschappers beter weten hoe ze krachten moeten ‘aanbrengen’ op het lichaam om mensen weer beter te leren lopen, werken ze aan een apparaat dat de implementatie van deze inzichten mogelijk moet maken: de nieuwe revalidatierobot RYSEN. De robot is een follow-up apparaat dat de TU Delft ontwikkelt samen met het Nederlandse bedrijf Motek, EPFL het Zwitserse bedrijf G-Therapeutics en revalidatieziekenhuis CRR SUVA in Sion, binnen een zogenoemd Eurostars-project.

Een prototype van deze robot is inmiddels geïnstalleerd in het ‘gait lab’ van de faculteit 3mE in Delft (een ander bevindt zich in Sion, Zwitserland). Samen met postdoctoraal researcher Michiel Plooij, is dr. Vallery betrokken bij de complete ontwikkeling van de nieuwe robot (concept, hardware en regeltechniek).

Motek maakt de ontwikkeling van de RYSEN deze week ook bekend tijdens ICORR 2017, de International Conference on Rehabilitation Robotics in London.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten