Voor twee op de vijf bedrijven zijn robotisering en kunstmatige intelligentie een ver-van-hun-bedshow. Bijna de helft van directeuren van organisaties identificeert de kansen die robotisering en kunstmatige intelligentie kunnen bieden zelfs nog helemaal niet. Een kwart van hen geeft aan dat er helemaal geen kansen liggen voor hun organisatie op deze gebieden. Dit blijkt uit de tiende editie van het jaarlijkse Benchmarkonderzoek van HR-dienstverlener Raet.
Directeuren zijn zich bewust van de opkomende trends als robotisering en kunstmatige intelligentie, maar zijn nog niet bezig met de doorvertaling naar de werkvloer. Ze verwachten dan ook niet dat er binnen drie jaar veel functies verdwijnen. Slechts 9 procent geeft aan dat naar verwachting een groot aantal functies over drie jaar niet meer bestaan. De functie die volgens de directeuren het meest op de tocht staat, is die van de manager. Ruim een op de zes directeuren (17%) denkt in de toekomst met aanzienlijk minder managers toe te kunnen. Dit geldt met name in de financiƫle dienstverlening. 48 procent van de HR-professionals in deze branche verwacht dat er straks minder managers nodig zijn door robotisering. Voor flexwerkers pakt de robotisering volgens directeuren en bestuurders van organisaties het meest positief uit. 83 procent verwacht dat de flex- en talentenpools blijven bestaan.
Ondanks dat directeuren de kansen van de robotisering en kunstmatige intelligentie nog niet kunnen identificeren, is het wel een trend waar medewerkers rekening mee moeten houden. Voor hen is het belangrijk om relevant te blijven voor de arbeidsmarkt, vooral wanneer mensenhanden plaatsmaken voor algoritmes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten