dinsdag 27 november 2018

Regelgeving drones wordt strenger

De Europese regelgeving voor drones wordt een stuk strenger. Bestuurders moeten genoeg maatregelen nemen om risico’s op ongelukken uit te sluiten. Als ze buiten het zicht van de piloot willen vliegen, moeten ze bij de autoriteiten zelfs een risicoanalyse indienen. Daarnaast moeten de onbemande vliegtuigen straks zijn uitgerust met een chip die voorkomt dat ze in verboden gebieden vliegen en mogen ze maximaal op 120 meter hoogte vliegen.

Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) presenteerde zijn plannen vandaag in Amsterdam tijdens Amsterdam Drone Week. Deze week wordt tevens een verklaring ondertekend waarbij onder meer EASA, de Europese Commissie, diverse Europese lidstaten en deelnemers aan het congres met elkaar afspraken maken over de nieuwe luchtvaartindustrie. EASA topman Patrick Ky vergeleek drones met internet. Iedereen kan een drone bouwen of een app ervoor ontwikkelen. Juist omdat de ontwikkelingen in zo’n sneltreinvaart gaan, is het van groot belang dat regels worden opgesteld die voor heel Europa eenduidig zijn. “Groei is goed, maar we moeten het wel onder controle houden.”

Ky vertelde dat veel van de regelgeving zal afhangen van maatschappelijke acceptatie. Daarbij haalde hij als voorbeeld geluidsoverlast aan. Biet iemand filmen die in de badkamer staat, is gezond verstand gebruiken. Maar verbieden gaat Ky te ver. Maar regelgeving alleen is niet voldoende. Er moet een heel nieuw luchtruimbesturingssysteem komen. Boeing toonde alvast zijn unmanned traffic management (UTM) dat samen met het Texaanse SparkCognition is ontwikkeld. Dit platform moet zorgen voor een veilige en betrouwbare integratie van onbemande vracht en passagiers vliegmobielen in het wereldwijde luchtruim.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten