maandag 20 mei 2019

Nederlandse en Belgische bouwers lopen voorop met robotisering

In vergelijking met de industrie wil het in de bouw nog niet echt vlotten met robotisering. Hoge investeringskosten en wisselende locaties maken het lastig om te robotiseren. Ten opzichte van de bouw in andere landen lopen de Nederlandse en Belgische bouw wel voorop.

In de bouw zijn verschillende werkzaamheden zoals metselen geschikt voor de uitvoering door robots. In tegenstelling tot een machine kan een robot allerlei programmeerbare taken uitvoeren wat belangrijk is in de bouw waar ieder project vaak weer anders is. De opkomst van prefab stimuleert daarbij omdat het in een fabriek eenvoudiger is om robots te laten functioneren dan buiten op de bouwplaats bij wisselende (weers)omstandigheden.

In vergelijking met de Nederlands-Belgische industrie is er op het gebied van robotgebruik toch nog een groot verschil. Tegenover 1,5 robot per 10.000 medewerkers in de bouw staan er bijna 200 (per 10.000) in de industrie.

In vergelijking met de industrie mag het aantal robots dan misschien klein zijn, in vergelijking met andere landen lopen Nederlandse en Belgische bouwbedrijven wel degelijk voorop. De Lage Landen scoren met 1,5 robot per 10.000 werknemers in de bouw hoger dan het gemiddelde van 1,2 in de EU-12 en de 1,3 van Japan. Zowel China als de VS scoren nog veel lager. De oorzaak ligt vermoedelijk in de relatief hoge loonkosten in Nederland en Belgiƫ die ervoor zorgen dat robotisering hier sneller financieel interessant is. Daarbij geldt specifiek voor Nederland dat het relatief hoge aandeel van seriematige bouw (zoals rijtjeswoningen) er voor zorgt dat werkzaamheden ook relatief eenvoudiger gerobotiseerd kunnen worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten