TU/e, samen met twee andere universiteiten en enkele bedrijven, starten een kennisinstituut voor impactbewuste robotmanipulatie. Dat moet een betere inpakrobot opleveren. De EU ondersteunt het project met een subsidie van 4,4 miljoen euro.
Inpakrobots in distributiecentra zijn niet zo slim als wel gedacht wordt. Omdat ze niet kunnen voorspellen wat het effect is van een botsing, kunnen ze pakjes niet in een snelle, vloeiende beweging op een lopende band of in een krat of doos plaatsen.
De huidige generatie robots zijn dus wel precies en betrouwbaar, maar slecht in het uitvoeren van dynamische opdrachten.
Dat geldt ook voor het plaatsen van artikelen in een krat of doos. Daarin zijn mensen niet alleen sneller dan robots, ze zijn ook veel beter in staat om de krat of doos zo efficiënt en snel mogelijk te vullen.
Mensen worden vaak ook nog ingezet bij het leeghalen van pallets, het zogenaamde depalletiseren. Daar bestaan wel automatische systemen voor, maar die zijn erg duur en nemen veel ruimte in. Ook hier zou een robot die impactbewust is, een uitkomst zijn.
Onderzoekers van de TU/e gaan samen met collega’s van de Technische Universiteit München (TUM), de École polytechnique fédérale de Lausanne (EPFL), en het Franse onderzoeksinstituut CRNS onderzoeken hoe ze logistieke robots impactbewust kunnen maken.
De onderzoekers willen geavanceerde modellen ontwerpen die kunnen voorspellen wat er gebeurt op basis van kunstmatige intelligentie en geavanceerde sensoren.
De nieuwe technologie zal worden ingebouwd in bestaande robots. Alessandro Saccon, onderzoeksleider namens de TU/e, verwacht dat zij daardoor 10 procent sneller kunnen werken.
De onderzoekers werken in het project nauw samen met vier bedrijven die gespecialiseerd zijn in logistiek, automatisering, robotproductie en fysische simulatie: Vanderlande en Smart Robotics, beide uit Nederland, het in München gevestigde Franka Emika, en het Zweedse Algoryx.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten