De robotsamenleving. Hoe gaan we daar als samenleving mee om?
De arbeidsmarkt zal steeds meer beïnvloed worden door robots. We staan voor een technologische revolutie en moeten ons afvragen hoe we daar als samenleving mee omgaan. Dat is in het kort de samenvatting van het rapport 'Werken aan de robotsamenleving: visies en inzichten uit de wetenschap over de relatie technologie en werkgelegenheid'. Het Rathenau Instituut schreef dit rapport in opdracht van de Tweede Kamer. TNO was verantwoordelijk voor twee hoofdstukken in het rapport.
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer vroeg begin 2015 aan het Rathenau Instituut of ze een overzicht kon maken van wat er in de wetenschap bekend is over de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid. Dit mede naar aanleiding van een toespraak van minister Asscher waarin hij zijn zorgen uitte over robots en werk. De Tweede Kamer wil de inzichten uit de wetenschap en de lessen uit de geschiedenis gebruiken als basis voor het komende politieke debat over de effecten van technologie op de arbeidsmarkt.
Het onderzoek laat zien dat informatietechnologie, zoals robots en internet, bijdraagt aan de groei van arbeidsproductiviteit. De consensus onder economen dat innovatie niet tot baanverlies leidt, brokkelt echter sinds 2010 af. De invloed van informatietechnologie op werk verschilt. Vooral banen op mbo-niveau staan onder druk. Daarnaast maakt informatietechnologie ook de internationalisering en flexibilisering van arbeid mogelijk, wat een groot aantal verdelingsvragen met zich mee brengt.
TNO auteurs Frans van der Zee en Govert Gijsbers van de expertisegroep Strategy and Policy schreven voor dit rapport respectievelijk de hoofdstukken over productiviteitsontwikkeling en over welvaart en daarmee samenhangende verdelingsvragen en beleidsopties. Beleidsvragen richten zich onder andere op de noodzaak om investeringen in technologie en innovatie op peil te houden, en meer specifiek op het investeren in digitale kennis en vaardigheden, het bevorderen van nieuwe (digitale) bedrijvigheid en op het ontwikkelen van nieuwe technologie die mensen (met name laagopgeleiden) ondersteunt in plaats van overbodig maakt.
Tweede Kamerlid en commissievoorzitter Brigitte van der Burg nam het rapport in ontvangst. Ze zegt: 'Het rapport geeft een gedeeld startbeeld op basis waarvan ieder vanuit zijn of haar maatschappijbeeld en politieke visie de mogelijkheden en risico’s kan aangeven die technologische ontwikkelingen nu en in de toekomst kunnen opleveren voor de werkgelegenheid en de economische groei.'
De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer vroeg begin 2015 aan het Rathenau Instituut of ze een overzicht kon maken van wat er in de wetenschap bekend is over de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid. Dit mede naar aanleiding van een toespraak van minister Asscher waarin hij zijn zorgen uitte over robots en werk. De Tweede Kamer wil de inzichten uit de wetenschap en de lessen uit de geschiedenis gebruiken als basis voor het komende politieke debat over de effecten van technologie op de arbeidsmarkt.
Het onderzoek laat zien dat informatietechnologie, zoals robots en internet, bijdraagt aan de groei van arbeidsproductiviteit. De consensus onder economen dat innovatie niet tot baanverlies leidt, brokkelt echter sinds 2010 af. De invloed van informatietechnologie op werk verschilt. Vooral banen op mbo-niveau staan onder druk. Daarnaast maakt informatietechnologie ook de internationalisering en flexibilisering van arbeid mogelijk, wat een groot aantal verdelingsvragen met zich mee brengt.
TNO auteurs Frans van der Zee en Govert Gijsbers van de expertisegroep Strategy and Policy schreven voor dit rapport respectievelijk de hoofdstukken over productiviteitsontwikkeling en over welvaart en daarmee samenhangende verdelingsvragen en beleidsopties. Beleidsvragen richten zich onder andere op de noodzaak om investeringen in technologie en innovatie op peil te houden, en meer specifiek op het investeren in digitale kennis en vaardigheden, het bevorderen van nieuwe (digitale) bedrijvigheid en op het ontwikkelen van nieuwe technologie die mensen (met name laagopgeleiden) ondersteunt in plaats van overbodig maakt.
Tweede Kamerlid en commissievoorzitter Brigitte van der Burg nam het rapport in ontvangst. Ze zegt: 'Het rapport geeft een gedeeld startbeeld op basis waarvan ieder vanuit zijn of haar maatschappijbeeld en politieke visie de mogelijkheden en risico’s kan aangeven die technologische ontwikkelingen nu en in de toekomst kunnen opleveren voor de werkgelegenheid en de economische groei.'
Geen opmerkingen: