Drones schrijven mee aan nieuwe geschiedenis Cariben
Drones blijken een goed hulpmiddel om door de mens aangebrachte veranderingen in het landschap in kaart te brengen. Geofysicus Till Sonnemann en zijn collega’s (archeologie) experimenteren ermee in moeilijk doordringbare gebieden in de Cariben.
In het grootschalige onderzoeksproject ERC Synergy NEXUS1492 is hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman met een groot team op zoek naar de culturen en samenlevingen van de vele inheemse, Indiaanse bevolking in de Cariben rond 1500. Hoe was het voordat Columbus in 1492 in hun gebied voet aan wal zette en wat gebeurde er daarna?
In de loop van het onderzoek bleek dat de meer traditionele technieken zoals opgravingen – met soms zwaar materieel – en verkenningen in het veld niet toereikend waren voor het complete beeld. Op het Caribische eiland Hispaniola bijvoorbeeld, maken dichte bebossing en steile hellingen onderzoek op de traditionele manier moeizaam en duur. Columbus stichtte er de eerste Europese nederzetting. Maar waar waren de oorspronkelijke volken gevestigd, hoe leefden ze en hoe pakte de interactie met de Europeanen precies uit?
In aanvulling op de traditionele archeologische methoden ontwikkelde dr. Till Sonnemann met zijn collega’s geavanceerde, technische methoden om beter te kunnen kijken. Dat deed hij met behulp van drones. Die leverden foto’s en meetgegevens op (‘fotogrammetrie’) op grond waarvan kaarten werden gemaakt. Daarop zagen Sonnemann en zijn collega's door mensen veroorzaakte doorbrekingen van het natuurlijke landschap aan: in een gebied met heuvels en vlakten, bleken afgebakende, georganiseerde leefgemeenschappen te hebben bestaan. De wetenschappers hopen verder te ontdekken hoe en met welk doel de indianen besloten zich op die specifieke locatie te vestigen.
Nadat Columbus op zijn beroemde wereldreis aanlandde in de Cariben, liep het niet goed af met de lokale volken in de hele Cariben. Honderdduizenden inheemse mensen stierven als gevolg van de koloniale ontmoetingen, door geïmporteerde ziekten, mishandeling, slavernij en hongersnood.
In het grootschalige onderzoeksproject ERC Synergy NEXUS1492 is hoogleraar Caribische archeologie Corinne Hofman met een groot team op zoek naar de culturen en samenlevingen van de vele inheemse, Indiaanse bevolking in de Cariben rond 1500. Hoe was het voordat Columbus in 1492 in hun gebied voet aan wal zette en wat gebeurde er daarna?
In de loop van het onderzoek bleek dat de meer traditionele technieken zoals opgravingen – met soms zwaar materieel – en verkenningen in het veld niet toereikend waren voor het complete beeld. Op het Caribische eiland Hispaniola bijvoorbeeld, maken dichte bebossing en steile hellingen onderzoek op de traditionele manier moeizaam en duur. Columbus stichtte er de eerste Europese nederzetting. Maar waar waren de oorspronkelijke volken gevestigd, hoe leefden ze en hoe pakte de interactie met de Europeanen precies uit?
In aanvulling op de traditionele archeologische methoden ontwikkelde dr. Till Sonnemann met zijn collega’s geavanceerde, technische methoden om beter te kunnen kijken. Dat deed hij met behulp van drones. Die leverden foto’s en meetgegevens op (‘fotogrammetrie’) op grond waarvan kaarten werden gemaakt. Daarop zagen Sonnemann en zijn collega's door mensen veroorzaakte doorbrekingen van het natuurlijke landschap aan: in een gebied met heuvels en vlakten, bleken afgebakende, georganiseerde leefgemeenschappen te hebben bestaan. De wetenschappers hopen verder te ontdekken hoe en met welk doel de indianen besloten zich op die specifieke locatie te vestigen.
Nadat Columbus op zijn beroemde wereldreis aanlandde in de Cariben, liep het niet goed af met de lokale volken in de hele Cariben. Honderdduizenden inheemse mensen stierven als gevolg van de koloniale ontmoetingen, door geïmporteerde ziekten, mishandeling, slavernij en hongersnood.
Geen opmerkingen: